<< - home - foto's - >>

DERDE STAPDAG 14 april 2002

Van la Ronce tot Flawinne (Namur N90) – 30,5 km – GR 126 (punt 46)

 

Het weerbericht

"Het is ruim vijftig jaar geleden dat april tien opeenvolgende dagen met zoveel zonneschijn heeft opgeleverd … maar hier komt een einde aan. Zondag is het in eerste instantie somber en koel en lokaal valt er misschien nog wel een buitje. Temperaturen tussen de 3 en 10 graden."

De deelnemers: 16 + kind + hond = 18

Erik, Christian, Marco, Michèle, Rita en Quarrel, Micheline, Luc, Betty, Heidi, Warre, Martine, Seppe, Hilde, Ilse en Pieterke, Mark en Kaat.

De tocht

Vandaag is de groep weer aangegroeid en wat belangrijker is, er is verjonging opgetreden! De jongste stapper (al heeft ie geen voet verzet…) is de eenjarige Pieter. Moeder is goed uitgerust: mountainbike-buggy, draagzak en rugzak, kookstelletje, koeken en eten bij de vleet en Pieter heeft er duidelijk zin in. Andere verjongers zijn Seppe (-20), Hilde en Ilse (-30 of net). De rest is de vier maal tien voorbij…(denk ik toch …)

Het vertrek verloopt vlotter dan de tweede stapdag, op 10 minuten na staat iedereen om 8u30 aan de afspraakplaats en wordt in colonne naar het eindpunt gereden. Vervolgens laden we onszelf over in de camionette en hotsen we naar het vertrekpunt.

Onze mascotte is nog niet wakker. Hij werd trouwens niet verwittigd dat we hem zouden komen ophalen... Na het belgerinkel, doet de hond des huizes het nodige om de vrouw in négligé onze mascotte te laten aanreiken. Oef, we kunnen vertrekken. Het is 9u30.

De groep zet zich in beweging en we verlaten de N 29 om de velden in te duiken. Deze keer zien we geen idyllisch tafereel van wegrennende reeën en sprookjesachtige nevelslierten. Het zal op het gebied van viervoeters eentonig en zelfs lastig worden: honden bij de vleet.

In de verte zien we de vallei van de Samber liggen met haar industrie. Het weidse zicht wordt gekenmerkt door vooral witte bloesems als tekens van de ontluikende lente.

De eerste kilometers wordt er duchtig bijgesproken en dus weinig verkend. Het kleine dorpje Corroy-le-Château wordt nauwelijks opgemerkt.

We verlaten de bebouwde oorden en dalen af in een meer landelijk en bosrijk gebied. Even verder duikt een vierkante donjon op (donjon de Villeret). Hij imponeert de groep niet echt. Een geluk dat Mark de moeit neemt om ons op zijn aanwezigheid te wijzen en een stukje geschiedenis voor te lezen.

De tocht gaat verder zuidwaarts naar Saint-Martin. (Erik blijkt herinneringen te hebben aan de naam van dit dorpje …) We ontdekken de Ligne, een zijrivier van de Orneau (nog nooit van gehoord … we stappen om te leren …)

 

Op sommige plaatsen is het een pracht van jong vers groen. Sommigen kennen al meer van die jonge plantjes en bloemetjes dan anderen en genieten er dan ook meer van: daslook, lelietjes in wit en geel, … (kenners moeten maar eens die namen doorspelen …). Maar de rust van het jonge lentegroen wordt grondig verstoord door honden die veelvuldig aanwezig zijn en van zich laten horen. We zien de baasjes niet en kunnen de theorie die zegt dat de hond trekt op zijn baas (en omgekeerd) niet nagaan … De geuren worden meermaals verstoord door brandlucht. Blijkbaar is het vandaag de dag om afval te verbranden… onze groene schepen heeft er alvast geen goed oog in.

De weg slingert voort en stijgt even verder flink. De jonge spieren van de buggyduwer (Seppe) worden getoetst op hun degelijkheid. Een stijgende haarspeldbocht naar rechts op een klein paadje en verder duwen maar. We treden weer de bebouwde kom in en worden door het wit rood gestuwd tot in een prachtig kasseiwegeltje, langs beide zeiden afgezoomd met degelijke oude stenen muren. Bij het verlaten ervan zien we een ideaal 11 uur plaatsje in de rue de la place aan de grens met Balâtre. Thermossen thee, water, koeken, broodjes, al wat eetbaar is, wordt tevoorschijn gehaald. De eerste korte voorlunchpauze kondigt zich spontaan aan.

Na een kwartiertje vragen de benen om verder te gaan. Pieter wordt verplaatst van buggy naar draagzak en de bende zet zich gestaag in beweging. Ook bij deze tocht wordt een autostrade gekruist (E 42).

Weidse landschappen, weiden en velden en een rij platanen worden voorbij gewandeld. De rust wordt verstoord eerst door een horde mountainbikers die de wandelaars even opzij sommeren, daarna door motorrijders met hun lawaai en tot slot door een bende jonge stieren die aan komen draven om ons van dichterbij te kunnen zien. Gelukkig overvliegt een school aalscholvers die ons eraan herinneringen dat we in de natuur stappen. Redenen genoeg om wanneer eindelijk een privaat bosje opduikt, de dames erin te laten verdwijnen voor een korte behoefte.

Enkele kilometers verder wordt opnieuw verzameld aan een brug over de Orneau, een zijrivier van de Samber. Ooit deed deze rivier dienst bij het vervaardigen van bijtende soda door de gebroeders Solvay te Jemeppe in 1898. (Kwestie wat bij te leren over de industrie in Wallonië …)

Het weer is momenteel nog mooi, maar dreigende onweerswolken naderen langzaam maar zeker. Na enkele kiekjes stappen we lustig verder in de hoop geen regenvlaag op ons te krijgen. Regenjassen worden alvast aangetrokken. We bekijken nog de oude watermolen (of wat er nog van overblijft) en duiken even verder het bos in en stijl omhoog. Het ritme wordt wat opgekrikt, regendruppels stimuleren dat ook. Maar gezien het stijgen, kan de verhoogde stapsnelheid niet worden volgehouden. Het is een mooi stukje bos, maar vervuild door afval van achteloze wandelaars. Een opruimactie zou hier niet misstaan…

Bovengekomen en terug verzameld, gaan de gesprekken over regenjassen gezien de druppels die vallen. Maar we ontsnappen weer aan een echte regenbui. Ondertussen zijn we in Spy beland en wijst de gids ons op een typisch huis van 1778.

Vooraleer we richting Zuid-Oosten inslaan wordt overlegd over de middagpauze. We komen overeen om in Soye een eethuis te bezoeken na een kleine 3 km stappen. We volgen vol goede moed en met lege magen de rand van het bos ‘des Terres Holles’. Een bed van dotterbloemen vertoont zich in al zijn pracht en even verder zien we een ideale picknickplaats naast de oude Samber. De zon schijnt en de uitnodiging van het groene gras en het prachtig decor is sterker dan een onbekend etablissement in Soye. We vleien ons neer en de lunch kan starten. Het is ondertussen al 13u20. De jongste van het gezelschap zit er nog altijd even kalm en rustig bij. Hij wacht geduldig op het opwarmen van zijn ‘patatjes’ (moeder heeft niet één maar twee gasstelletjes bij).

De broodjes en ander lekkers smaken uiteraard gezien de inspanning, de buitenlucht, het decor en niet te vergeten, het gezelschap. Quarrel krijgt ook de nodige aandacht en kan kauwen op grote stokken. Maar de plicht roept, er moet nog 14 km worden afgelegd.

Teneinde de spijsvertering te stimuleren, klimt de tocht onmiddellijk via een stijl pad recht naar het plateau en loopt boven verder langs de rand van het bos van Soye. We zien een glimp van het kasteel van Soye dat in 1692 gebruikt werd als garnizoen bij het beleg van Namur.

Het GR pad loopt gedurende een kleine kilometers zigzaggend langs omheinde privé-eigendommen, langs een privé plas, dan weer langs tuinen en oude boomgaarden of verwilderde stukken.

Uiteindelijk geraken we in het ‘bois de Namur’ na een klein uurtje. Een korte pauze laat toe de conditie van het gezelschap te bevragen. Iedereen stelt het beter dan de andere dagen (althans zij die al ervaring hebben). Seppe begint zich voort te slepen, wegens slechte schoenen, maar de wilskracht is aanwezig. Erik is eveneens zijn soepele tred verloren. Betty ontdekt eenzelfde blaar aan een teen. Marco is zeer tevreden over zijn nieuwe schoenen en de rest over de oude.

Vanaf nu loopt de tocht meer in bosrijke gebieden, daar waar de voormiddag eerder gekenmerkt wordt door agrarisch en bebouwde oorden. We lopen een tijd op een bebost plateau waar de GR ons in een lus doet stappen om dan af te dalen naar Floriffoux. Aan de kerk gekomen neemt de grote groep een kortere weg, terwijl vijf ‘die hards’ het wit rood halsstarrig volgen. We stijgen terug terwijl we aan de rechterkant andermaal tekenen zien van oude en nog steeds aan de gang zijnde industriële activiteiten (Materne en Remacle).

Na het kerkhof moeten we stijl naar beneden (18% op sommige plaatsen) een waar genoegen voor de buggy-trekker. De kuiten doen er zeer van, maar de gedroogde abrikozen verzachten de pijn. We worden gadegeslagen door enkele kinderen vanachter een hoog raam in een opmerkelijk huis, dat door sommigen in een flits aan een horrorhuis van De Palma doet denken. Nochtans zijn we niet in la Vacherie maar in Flawinne.

We dalen verder richting de vallei van de Samber. Beneden volgen we de spoorlijn en steken die over alsook de ingebedde Samber. Beide transportmogelijkheden ogen verlaten en ongebruikt. Er zijn duidelijk tekenen van vervlogen industriële activiteiten. De trappen naar het water zorgen voor een welgekomen spierontspanning. Het water wordt gevolgd en eindelijk zien we om 17u20 de wagens trouw staan wachten. De derde stapdag zit erop en we zijn 30,50 km dichter bij Nice! Seppe vertrouwt me nog toe dat zijn hielen uitgerokken zijn door de nieuwe steunzolen in de oude schoenen… hij is wat blij dat zijn voeten de buitenlucht mogen proeven.

De mascotte wordt toevertrouwd aan een jonge dertiger in de rue La Bauce nr. 33 te Flawinne. Hij zal ons opwachten op 26 mei rond 9 uur en is er zeker van dat manneke pis "nous portera bonheur".

Samen met ons komt ook Johan Museeuw toe en hij wint, naast Parijs-Roubaix van vandaag, voor de tiende keer de wereldbeker! Wilskracht is wat telt en goeie benen natuurlijk.

De beloofde drank wordt genuttigd in het centrum van Flawinne. We hebben zelfs keuze tussen drie cafés en het wordt "Chez Margot". De stilte door vermoeiendheid gedurende de eerste minuten is opvallend, maar naarmate de godendrank binnenvloeit, komen de tongen los. En eindelijk laat ook Pieter van zich horen. Zo een brave kleine, daar droomt iedereen van, behalve Ilse…

 

Beknopte evaluatie door de deelnemers (alfabetisch)

Betty: weer diezelfde blaren - maar prachtige bloesemlandschappen

Christian: we hebben de zon gezien

Erik: zeer mooi, maar te veel pijn aan mijn voeten

Heidi: ik kijk al uit naar de volgende keer, want mijn voeten doen geen zeer.

Ilse: mooie bloemen onderweg …

Hilde: … een herbarium vol!

Kaat: leuke stiekeme paadjes tussen privé-terreinen; gekleurde tocht met lentebloesems als begeleiding

Luk: goed zeker?

Marco: mooier dan verwacht. Met mijn nieuwe schoenen van Garmont, nergens blaren, zelfs niet op mijn …

Mark: eilandjes van ontluikende natuur tussen industriële archeologie.

Martine: mooie bloementocht; al meer heuvelachtig.

Michèle: … weinig woorden … moe … maar gelukkig

Micheline:

Pieter: ba ba … met de maxi taxi en de maxi duwers, liep ik eens achteraan, middenin en vooraan …

Rita: schone bloesems

Seppe: kan altijd beter, dan 30 kilometer.

Warre: minder mooie tocht dan vorige keer, toch mooie bloesems onderweg.

Quarrel: dank u Luk voor het gooien van de grote stok …. en Micheline, die volg ik graag …

 

Samengevat:

aantal: 17 personen: 8 mannen en 9 vrouwen en één hond

snelheid: 30,5 kilometer op 7u50 of 4 km per uur (met de pauzes inbegrepen)

leerpunten: we hebben rekening gehouden met de opmerkingen van dag 2. Het resultaat is dat iedereen zich minder vermoeid voelt en er minder blaren zijn. Maar dit laatste kan natuurlijk ook te maken hebben met de betere schoenen, kousen en gerodeerde voeten…

De afstand was oké.

beloningsdrank: een best gezellig café en er was genoeg Leffe voor een tweede ronde…

resterende pot: € 18,10

 

groetjes en tot op 26 mei: vierde stapdag! Kaat en Mark

P.S. Wie nog graag aanvullingen wil maken: geef een mailtje!

<< - home - foto's - >>