<< - home - foto's - >>

Tiende stapmoment van Rumelange tot Ars sur Moselle

VAN RUMELANGE tot ARS sur MOSELLE - van 15 tot 18 april 2004

De bosanemonentocht ….79,6 km

Planning:

Do 15/04 Rumelange - Fontoy 24 km (boekje klopt niet ...)

vrij 16/04 Fontoy – Fonds Saint-Martin (voorbij) 24 km

zat 17/04 Fonds Saint-Martin – Lorry-les-Metz 19,4 km

zon 18/04 Lorry-les-Metz – Ars-sur Moselle 12,2 km

Wie: Micheline, Luc, Danny (1 dag) , Erik, Christian, Marco (3 dagen), Betty, Warre, Martine, Els, Miep, Mark, Kaat en de honden Nel en Hector.

 

Donderdag 15 april 04: van Rumelange tot Fontoy – 24 km – 7u30 onderweg

Erik brengt één mobilhome de avond ervoor al naar Tervuren. Warre en Martine komen stipt met de tweede mobilhome toe om 7u30.  De rest druppelt binnen met zakjes en de twee mobilhomes worden volgestouwd.  Het experiment kan beginnen.  Het begint goed, we ontdekken een lek onder 1 van de beide wagens.  Maar geen paniek, hij staat scheef, misschien is het waterreservoir te vol?  Tot ontdekt wordt dat het nieuwe rugzakje met camelback van Mark de boosdoener is.  Slecht toegedaan en het water sijpelt gewoon door de kussens langs de waterbak de straat terug op.

Eindelijk zit iedereen startklaar en vertrekken we met 11 naar Rummelange.

De spanningen tussen de chauffeur (Mark) en de convoyeur (Warre) zijn onderweg vriendelijk bijgelegd, wat de vrouwen achterin de opmerking ontlokt dat het anders zou zijn indien de respectievelijke partner ernaast zou zitten ….

Rond 11u komen we toe in Rummelange en vinden er Marco en Danny. De vrouwen en Christian mogen zich nestelen in het rokerige café de la gare, de mannen gaan de auto’s verzetten. De zon lokt ons snel buiten. Op een verhoogd pleintje wachten we gelaten tot Christian aankondigt dat hij zijn portefeuille niet meer vindt. Rugzak wordt door hem en onder spiedende blikken van Els en Miep meermaals doorzocht. Het traject van en naar en in het café wordt tweemaal ondernomen, maar niets te vinden … Lichte paniek bij Christian, aangewakkerd door de omringenden die het goed menen en hem aansporen om card stop te bellen. Hoe kan iemand de portefeuille gestolen hebben onder al die ogen ??? Maar zeker is zeker…

foto1

Om 12u38 zetten we ons eindelijk in beweging op weg naar ons manneke Pis dat popelt van ongeduld om bevrijd te worden.

De gele bollen veranderen terug in de vertrouwde wit rode strepen. Frankrijk wordt binnengewandeld. Een bord geeft aan dat het nog maar 1580 km is tot in Nice via de GR5!

Het traject is zacht, geen modderige paadjes zoals ons bevriend koppel die het traject vorige week heeft gestapt, aankondigde. Het is dan ook prachtig lenteweer! Overal bewonderen we bloemen waarbij de bosanemoon de kroon spant en alom statig wit aanwezig is, naast de helleboris euphorbium en het bosviooltje en nog talrijke andere.

Het weer, de bloemenpracht, het frisse groen, geeft iedereen vleugels, behalve onze Danny. De jongen sleept zich voort wegens darmproblemen en ziet er niet gelukkig uit. Het tegenovergestelde kan gezegd worden over Hector die met alle geweld en enthousiasme Nel probeert te verleiden en ons Betty meermaals in hachelijke situaties brengt. foto2

Om 13u45 wordt er gestopt om de inwendige mens te verlichten en te verzwaren.

Eureka, Christian ontdekt een nieuw zakje in zijn rugzak, met portefeuille erin! Card stop blijkt te betrouwen want een telefoontje om de blokkering op te heffen, volstaat niet… er zal naar de bank moeten gelopen worden …

Na een half uur terug op weg. We zien Escherange lieflijk in het dal blinken met de groene heuvels rondom. De nieuwe autostrade en de weg naar Thionville zorgen voor een verlegd GR5, weliswaar prima aangeduid en leuke paadjes volgend. Maar dat betekent dat de afstand verder is dan het boekje vermeldt.
foto3

Onderweg kunnen we een dode das bekijken. De doodsoorzaak wordt gegist, foto’s genomen en Hector in toom gehouden, maar Marco kan hem niet beletten om een dame in het wit gekleed te bespringen …

Om 18 u, na een leuke boswandeling de vallei van de Fensch volgend, bereiken we een Mariagrot.

Het is gebouwd aan de ingang van een verlaten mijngalerij (voor de staalnijverheid) als dank voor de nog in leven zijnde mijnwerkers na de oorlog. Op de banken wordt gerust in de avondzon en luisteren we naar de uitleg in het boekje. Danny legt zich uitgeput neer. Het plaatsje biedt een mooi zicht op het arbeidersdorp Algrange. Maar we hebben nog 4 km voor de boeg. Met frisse moed beginnen we eraan en ontdekken net achter de bidplaats een mooi plat stuk grasland, ideaal om te kamperen… .

De avondzon geeft de kleurrijke lentepracht nog een extra dimensie. Frisse ceders tussen oud bruin en nieuw groen doen de afstand vergeten. De stilte van de tocht van vandaag valt op. Slechts een moment was er autogeruis te horen. Nu horen we enkel het ruisen van blaren en het zuchten van onze adem.

Fontoy wordt bereikt om 19u30. Danny ziet het echt niet meer zitten en wil zo spoedig mogelijk zijn eigen bedje opzoeken.

Hij brengt Marco naar de wagen in Rummelange zodat de rest zijn dorst kan laven en de inspanningen van de eerste dag kan vieren met een frisse ‘Kronenbourg’ in ‘Le Palais de la bière’ (met slechts 1 biersoort).

Om 21u30 zitten we met zicht op Algrange onder een sterrenhemel en bij kaarslicht aan tafel tussen de twee mobilhomes. We genieten van de Indische Curry met rijst, op voorhand gemaakt door Mark. Druppelsgewijs zoekt ieder zijn slaapstede en dromenland op.

 

Vrijdag 16 april 04 – van Fontoy tot voorbij Fonds Saint-Martin: 24 km – 7u onderweg

Om 8u10 valt Christian met veel gekletter de mobilhome binnen en iedereen is wakker. Tijd trouwens om aan dag 2 te beginnen: verborgen bosplekje opzoeken voor de menselijke behoeftes, afwassen, ontbijten. De ochtendzon verwarmt en kleurt de heerlijke Gooikse eitjes met boerenbrood. Warre bakt ze kunstig en met smaak in zijn reuzenpan.

Plots beseffen we dat we nog wat kilometers voor de boeg hebben en wordt in versneld tempo opgeruimd, afgewassen en ingeladen.

Om 11u wachten 7 stappers in Fontoy terwijl de anderen de wagens aan het aankomstpunt zetten.

Het wachten duurt, maar geeft de gelegenheid om Rita en Heidi smsjes te sturen. Ze zijn tijdens de tocht virtueel aanwezig … het gemis is wederzijds…

Micheline verkent het café op koffie en krijgt spontaan uitleg over het dorp Fontoy: binnen 10 à 15 jaar zal een groot deel van het dorp instorten wegens de vele mijngangen die er gegraven zijn bij het winnen van ijzererts. De onteigening is al volop bezig. Volgend jaar zou er een gîte zijn en dus moeten we terugkomen. De inwoners zijn fier op hun streek.

Eindelijk zijn de andere stappers aangekomen. Tien minuten vroeger dan dag 1 starten we de tocht (12u24) en klimmen (klassiek) het dorp uit. De mensen zijn bijzonder vriendelijk. Jong tot oud groet ons vriendelijk. We voelen ons de zeldzame toeristen. Al snel bereiken we bospaadjes die gelegen zijn tussen de autowegen. Het is mooi en zonnig, maar niet al te stil… Toch blijft het heerlijk wandelen onder het stralend lentezonnetjes door het frisgroene bos met het bosanemonentapijt.

Weer moeten we een autostrade over (Longuy – Metz), maar algauw vertoeven we in bosrijke gebieden waar het rijke vogelgezang opvalt. Het idyllische van de plek wordt verstoord door het besef dat er geen leven is zonder dood: een hinde ligt in stukken naast het wandelpad…

Na 8,4 km bereiken we het dorp Neufchef (2u20). Het plaatselijk café met terras wordt niet gevonden. Wel een fontein op place François Mitterand waar Hector een badje neemt. Een dikke kilometer verder (15u) vinden we een prachtig picknick plaatsje tussen de bosanemonen en de zonnestralen. Voeten krijgen het daglicht te zien en de knobbels van Warre en Els worden vergeleken…

Na driekwartier rust trekken we verder en verkennen het Bois des Allemands (deel van Forêt Domaniale de Moyeuvre) Onderweg passeren we verscheidene grenspalen. Ook nu weer zien we een rijkdom aan verschillende kleuren: wit van de bosanemonen, de mei- of sleedoorn; paars van het bosviooltje en de maagdenpalm; geel van het speenkruid, de ranke sleutelbloemen en boterbloemen; frisgroen van de daslook, het ontluikend sneeuwklokje en salomonszegel, om de verse beukenblaadjes niet te vergeten. De namen van het groen ontlokken filosofische (of zijn het semantische ?) vragen. Waarom speenkruid ‘speenkruid’ noemt, komen we dank zij Martine te weten: de wortelknobbel lijkt op speen, het is geen kruid tegen het speen. Maar waarom maagdenpalm ‘maagdenpalm’ heet, daar hebben we het raden naar? Waarom noemen we een lepel ‘lepel’? Waarom stappen we en vindt het gezelschap dit automatische stapgedrag heilzaam? Mijmerend vervolgen we de paadjes ….

Bij het verlaten van het bos ontmoeten we een oudere man die ons graag wil vergezellen, maar het ritme ligt te hoog. Bij enkele boomstammen wordt een lekstok- en waterslok-stop gehouden. Mark voorspelt dat we rond 19u30 zullen aankomen … Een comité wordt in stilte opgericht. Warre, Miep en Els willen minder kilometers …

De tocht voert ons nu voorbij sociale woonblokken waar bewoners ons toeroepen. Als ze horen dat we van La Belgique zijn, is het oké. Die zien ze liever dan de Nederlanders …

Het wit rood brengt ons achter de tuintjes van le cité Bouswald, naast een waterpartijtje tot bij een oude wasplaats. Zo bereiken we Rosselange.

Via een drukkere weg gaan we over de rivier de Fensch, over de spoorweg en bekijken we de hoogovens van de ijzerindustrie. Ook de namaaktreintjes met bloemen in allerlei maten en vormen, kipwagentjes en kruiwagens die langs de wegen staan te pronken, maken duidelijk dat dit de mijnwerkersstreek is.

We klimmen langs de wijk Guisbonnes tot in Rombas. We worden het dorp doorgeloosd, langs een tatoozaak en andere kleine handelszaken, kwestie van de plaatselijke middenstand ter wille te zijn. Maar geen tijd voor een tatoo en vanavond staat een restaurantbezoek op het programma.

Dapper kuieren we verder op weg naar de uitkijktoren die in de verte blinkt en waarachter de wagens ons opwachten. Het parcours wil ons persé heel het Parc de Loisirs van Fond Saint Martin tonen en dus doen we een onnozele omtoer rond een parkvijver. Ook hier zal de plaatselijke kioskbaas zich hebben laten horen, maar het is er verdomd potdicht! Gelukkig is er de avondzon die het bos speciaal kleurt en doet geuren. De vogels kwetteren nog hun beste avondlied. Wij zwijgen. Rond 19u10 bereiken we het pad naar de Tour de Drince. Nu gelukkig dalen richting mobilhomes die we aantreffen onder hondengeblaf om 19u33!

Met pindanootjes en gekoelde biertjes vieren we de aankomst. De plaatselijke buur wordt gepolst naar een goed restaurantje, maar blijkbaar is er ’s avonds niet veel open. Op weg naar ons vertrouwd en mooi kampeerplaatsje eten we in "Moyeure petite restaurant routière" een koude schotel met frietjes, wijn en Irisch koffie met veel Whisky!

Moe en plezant zetten we de twee mobilhomes en de wagen terug dichtbij Maria en onder de sterrenhemel boven Algrange…

Dag 3: van Fond Saint-Martin (voorbij) tot Lorry-les-Metz: 19,4 km – 6u20

Tijd voor de blarenbalans: Betty, Christian en Miep. Marco staat op met allergische voeten en onderbenen. Warre nog altijd geen blaar ondanks (of dank zij) stapsandalen (en gummilaarzen!).

Vandaag wordt vroeger opgestaan en wordt de tijd efficiënter verdeeld. Bij het wegrijden zwaaien we de plaatselijke politie vriendelijk goedendag wanneer ze het kampterrein ad interim oprijden. Een mobilhome gaat inkopen doen, de andere wordt aan het eindpunt gezet, Marco brengt de chauffeurs terug. Het brengt op dat stapmanagement… Om 10u40 klimmen we zwijgend en langzaam naar de uitkijktoren Drince.

Erik heeft nog de moed om de 121 treden te beklimmen en foto’s te schieten. De rest pompt lucht bij en bekomt van de eerste klim. Ondanks een frissere wind en minder zon, kunnen we vandaag ook genieten van de bosanemonen en ander jong opgroeiend groen in het bos. De vogels zijn actief in de buurt en geven hun beste fluitconcert.

We schieten flink op, althans de eerste uren. Pas rond 12u10 (ongeveer 7 km) houden we een eerste voorschafttijd aan "la Croix David" een stervormige kruising van 8 wegen. Verzorger ad interim moet Warre verbinden, wegens kwetsuur aan de voet. Volgens de gegevens op de boom zou het nog 4u wandelen zijn tot Saulny en dan doen we er nog een half uur bij. Mark voorspelt dat we rond 17u op de eindbestemming zullen geraken.

20 min later zijn we weer op stap door een holle weg en uit het bos de velden in. Zo krijgen we weer zicht op de omgeving, de lentebloesem, dorpjes, autowegen, hoogspanningskabels en de Moesel in de verte.

Na 12 km bereiken we Feves. Een mooi proper en bloemrijk dorpje met kerktoren met leuke waterspuwers. Het is ondertussen 13u45 en de magen verlangen naar middageten. We vinden een uitnodigend grasveld tussen notelaars en andere bomen in bloei en vleien ons neer. De zon verwarmt en kleding wordt uitgespeeld, eten doorgegeven. Tijdens de rustpauze wordt gekeken naar vogeltjes: putter? kneu? Betty zal het opzoeken. En er wordt afgesproken om de volgende stapdagen een vogel- en plantenboek mee te sleuren!

Genoeg gerust na een uur. Langs velden en fruitbloesems komen we wat later in Norroy-le-Veneur aan. Sommigen merken op dat de wandeling deze versterkte kerk uit 1288 heel de tijd omcirkelt en hij zich van verschillende kanten laat zien. Ze noemen het: ‘het verhaal van de stappende kerk’. Het dorp oogt rijker dan de dorpen die we in de mijnstreek zijn tegengekomen.

In het dorpje Saulny stappen we gezwind een leuk cafeetje voorbij. Er staat nog een kleine 3 km op het programma. Het zijn leuke paadjes, dalend vooral. Voor Miep en Els wegen de laatste voetjes zwaar en is het niet meer comfortabel. Maar dapper stappen ze verder.

De klok slaat 5 keer: we zijn in Lorry-les-Metz, zoals voorspeld! Het enige café dat het dorpje rijk is, ligt er verlaten bij. De wind is fris, de dorst aanwezig en dus wordt er twee keer gereden naar het café "au p’tit Moquet" in Saulny om de chauffeurs toe te laten met een gerust geweten de auto’s te halen (of is het het tegendeel?).

Om 19u30 is iedereen terug herenigd en nemen we afscheid van Marco (die zijn ploeg Ganshoren naar het kampioenschap moet tillen). We zoeken een camping in Corroy sur Moselle (20 km verder). Via e-mail is ons verzekerd dat hij open is. De ene mobilhome heeft geen elektriciteit meer, de andere geen water. Maar de camping is potdicht. Gelukkig, want Mark vindt enkele kilometers verder een prachtig plaatsje aan een riviertje in het bos op 15 km van de baan.

In het donker en onder een lichte regen wordt de pan bovengehaald en het recept van Martine met "plofkieken" klaargemaakt. Het begrip ‘plofkieken’ komt van een reportage die Warre gezien heeft over hoe men kiekens volspuit met water en andere producten om ze dikker en dus zwaarder in gewicht te maken. Als je er dan in prikt, ploffen ze precies open. Maar plofkiekens of niet, het gerecht van Martine smaakt verrukkelijk:

Per persoon heb je nodig: 150 gr kippenfilet, ½ rode paprika, 1dl kippenbouillon, 100 gr champignons, room, maïzena sausbinder, olijfolie, peterselie, citroensap, kippekruiden en couscous.

Men bakt de stukjes kip in olijfolie licht bruin, dan voeg je de kruiden, de stukjes paprika eraan toe en de kippenbouillon. Je laat het wat sudderen tot het bijna gaar is, dan de champignons erbij. Even later room en de maïzena. Op het einde voeg je peterselie eraan toe en het citroensap.

Je maakt ondertussen ook de couscous klaar en lekker eten maar! Klaar in minder dan een half uur!

Miep en Betty komen hun beloftes van de avond ervoor na. Een heerlijke Irisch coffee wordt kundig klaargemaakt. De room is geduldig door menigeen met twee vorken opgeklopt. Moet er nog room zijn?

Rond middernacht ligt ieder met gevulde buik en vrolijke geest te luisteren naar de stilte van het kabbelend beekje of ver weg ergens in plofkiekenland. Nachtelijke bezoekers maken snel rechtsomkeer als ze de twee mobilhomes zien staan, we zijn met te veel…

 

Dag 4: van Lorry-les Metz tot Ars-sur-Moselle – 12,2 km – 4u30

Om 7u30 wordt onder leiding van Christian tussen de mobilhomes in het bos de rest van de avond voordien afgewassen. De rest kruipt langzaam maar zeker recht en bezoekt het bos alleen en in stilte. Om 8u rijden we naar de bakker. Onderweg naar het vertrekpunt vinden we een leuk maar niet rustig ontbijtplaatsje op een verzamelplaats aan de rand van een natuurgebied. Er is veel volk om naar te kijken: vogelwandelaars, mountainbikers en andere sportievelingen die de zondag gezond en fris willen inzetten.

Om 10u staan er 7 wandelaars paraat in Lorry-lès-Metz. Het cultuurbezoekje beperkt zich tot het kerkhof want de kerkdeur is gesloten. Rustig bewegen we ons al op het wit rood traject op zoek naar privacy. Micheline had het juist beoordeeld (een ladder tegen een boom, daar zou volk moeten zijn), maar vergeet de gezonde intuïtie. Met als gevolg dat twee mannen een volle maan te zien krijgen en stof om over te praten… en wij ook.

De wind steekt op, wolken dreigen met regen. Via sms lezen we dat het ook in het Zuiden bij Rita kloteweer is. Het voorhoedegroepje vertrekt rustig om warmer te krijgen. De vier mannen zullen ons wel snel inhalen.

Nel vindt een klein (gestreept) everzwijn dat zich uit alle macht probeert te redden. Martine vindt het ontroerend; Mark denkt aan culinaire hoogstandjes en Frankrijk inspireert hem daarbij.

Na 5,4 km en 1u20 bereiken we Scy-Chazelles, de plaats waar de vader van het verenigd Europa, Robert Shuman, begraven ligt. We zoeken zijn laatste rustplaats op een verkeerde plaats, maar vinden zijn woning die omgebouwd werd tot museum. Uit respect voor Europa wordt een groepsfoto ervoor genomen.

Het is een rustig dorpje met een gezellig winkeltje gecombineerd met café. De uitbaatster van de "Auberge aux petit tonneaux" verdient vandaag goed aan de Belgen: de 3 overblijvende stukken taart worden als 6 stukken verkocht. Maar ze smaken dan ook zo heerlijk, dat Els zelfs niet mag proeven … Warre doet zaken: een Kanterbrau plaat van de jaren 50 kan hij voor een gunstige prijs kopen. Zijn rugzak wordt een stuk zwaarder en hoger.

Van het ene dorpje duiken we in het andere: Moulins-lès-Metz, het gehucht Sainte Ruffine, tot in Jussy. Op het kruispunt in rue de la Traye wordt ons manneke even gelucht en naast een matroos op een vensterbankje geplaatst. (Een zoekplaatsje voor de 4 stappers die het traject ooit zouden inhalen?) Even verder wandelen we door een leuke smalle weg tussen afsluitingen, zien weer wijngaarden en komen aan in het dorpje Vaux met oude huizen, proper onderhouden.

We zien vandaag (en gisteren) verschillende publieke wasplaatsen die mooi gerestaureerd zijn. Hier wordt het patrimonium goed beheerd en verzorgd, stelt Micheline vast. Het is vandaag onbetwistbaar een rijkere regio dan die van eergisteren en gisteren. De forenzen van Metz hebben duidelijk bezit genomen van de streek.

Het contrast met Rumelange en Algrange is groot.

Nog enkele kilometers, waarvan een stukje langs een bospaadje en we komen aan in Ars sur Moselle (15u20). We hebben bijna 2 dagen op de flanken van de Moesel gelopen met quasi permant een zicht op de kathedraal van Metz en de stad er rond.

In Brasserie Au Lion D’or klinken we met Floreffe (ipv Leffe) op de aankomst. Ons manneke krijgt er een ereplaatsje en kan na zijn eenzame donkere tijd in de holle boom, genieten van het drinkend volk en de rook. Naast hem staat een Afrikaans beeldje. De tooghouder zegt dat men dat beeldje nooit is komen ophalen …

En na de droge periode, is het tijd voor de regen … De weg naar huis duurt langer dan verwacht wegens werken en files, maar in de mobilhome kan er worden geboggeld, gedronken en geslapen.

Nog een uurtje opkuisen en in orde zetten in Tervuren en de meeste kunnen hun thuisstede opzoeken. Warre, Martine en Erik moeten nog de voertuigen terugbrengen en kruipen pas rond 01u onder de wol… mersiekes voor alle moeite!

 

Tradities dienen in ere gehouden te worden. Sommigen hebben het al begrepen en bereiden hun zin al stappend voor …

Miep: de derde dag is duidelijk mijn dieptemoment. Voor de rest heel tof gezelschap, afwisselend landschap. Ik heb ervan genoten!

Els: Scy Schazelle die heerlijke appeltaart, weet ge nog wel … daarvoor ga ik nog eens terug.

Christian: crème de la crème voor de Franse koffie.

Micheline : tapijten van bosanemonen, stad en industrie steeds in de verte. Een aanrader: het pretpark van Fond Saint-Martin (bij Rombas)….

Martine: toffe afwisseling ondanks plofkiekens. Toch lekkere stapdagen. Dank zij toverzalf (goudbloem en kamille) werden menige balzakjes gezalfd.

Warre: Mooie natuur rond lelijke steden. Lekker gegeten en goed geslapen en tof cafeetje waar we hebben gegeten en gemarchandeerd.

Betty: Onze 4-daagse zonnige lentetocht werd schitterend gekleurd door eindeloze tapijten van de witte bosanemoon, witpaarse akelei, groene ontluikende beukenblaadjes en roodverbrande kaken.

Mark: heerlijk genieten van de vrijheid door te wandelen door kilometers boswegen omzoomd door bloementapijten van voorjaarsbloeiers onder een heerlijk lentezonnetje. De eerste zonneslag van het jaar is binnen!

Luc: Ik ben bijna vergeten hoe het was. Mobilhome, mooi weer en een das. We verbleven bij moeder Maria en in het woud. En toch bleef het de eerste dag maar koud .

Marco: Genoten van de 2 eenzame dagen en had schrik van de invasie van de 12 barbaren. Maar jullie sympathiek gedrag hebben me van het tegendeel overtuigd…

Erik: zou een camping in deze streek een gat in de markt zijn?…

Kaat: we omringen Metz (het geboortedorp van Paul Verlaine – vriend van Arthur Rimbaud) langs bosrijke gekleurde paadjes en genieten van de vrijheid met de mobilhomes … en de openlucht toiletten….

 

Wat we volgende stapdagen met de mobilhome best meenemen: afwasbak voor buiten, klopper voor room, bbq stelletje, koffiezet, pan en vuur van Warre, extra tafel en stoelen, iets om de vuile schoenen in te kunnen wegzetten, zonnecrème, lijst campings van de streek, vogelboek, plantenboek.

Voor de rest wordt het experiment als geslaagd beschouwd, vooral als het timemanagement wordt toegepast.

<< - home - foto's - >>