VIERDE STAPDAG 26 mei 2002 - 27 km
Van jong naar oud: Khadija (°67), Tinne (°66), Danny (°64), Michèle (°60), Kaat (°58), Erik (°58), Rita (°58), Luc (°58), Betty (°56), Heidi (°56), Marco (°56), Chris (°56), Els (°56), Mark (°55), Martine (°54), Micheline (°53) en Luc (°48)
Afspraak om 8u30 aan afrit 15 van de E 411. De afrit leent zich niet echt tot een duidelijke stopplaats. Vijf auto’s vinden elkaar aan de rand van de baan ergens op het gras. Nog twee wagens zijn vermist. Gelukkig bestaat er gsm en blijkt dat de vermisten enkele 100 meters verderop staan te wachten. Al snel is de groep verenigd en maken we kennis met drie nieuwe gezichten. Twee volle wagens rijden naar het beginpunt en de andere vijf zoeken het eindpunt op.
Ons manneke pis heeft het goed gehad bij de familie Richevaux en mag met de dochter des huizes op de foto voor het vertrek. Hij ziet nog steeds blauw, het is dan ook koud deze morgen (10°) ...
Foto’s worden bekeken, we praten bij, het nabijgelegen bosje wordt bevochtigd en bemest … en we wachten op de chauffeurs. Eindelijk zet de groep van 17 (met een gemiddelde leeftijd van 43 jaar) zich om 9u50 in beweging richting Stru voor een tocht van 27 km. Marco mag vandaag de weg tonen …
De koude wind wordt snel vergeten wanneer we een modderig bospaadje beklimmen. De verkilde lichamen zijn al vlug bezweet en er wordt het een en ander uitgespeeld. De wit rode streepjes doen weer hun werk en leiden de groep hogerop het ‘bois de la Vêcquée door. Het blijft gelukkig droog, want de natte bosweg zou anders nog moeilijker te betreden zijn.
Enorme residenties omringd met oude eiken, een stukje weide met koeien tussen twee riante villa’s in, verbazen. Er blijkt kapitaal aanwezig aan de rand van Namen. Het stappende gezelschap laat het allemaal al keuvelend aan zich voorbij gaan.
De eerste groepsfoto van vandaag wordt getrokken aan ‘la chapelle Canadienne’. Er is geen uitleg te krijgen over de geschiedenis van dit weinig opvallend bouwwerk. Erachter volgen we een pad (of is het een riviertje?) naar beneden. Het pad daalt verder en verder en biedt een riant zicht tussen de huizen op Namen-aan-de-Maas. De spieren spannen, de losse kasseien lopen over in een betonpad tussen huizen en we eindigen beneden in het gehucht La Plante. We hebben ondertussen de GR 126 verlaten en volgen een verbindingsweg naar de GR 575.
De groep loopt nu stroomopwaarts langs de Maas. De jeugdherberg met kantine wordt links gelaten. Micheline zag een bezoekje anders wel zitten. Hongerige magen zorgen ervoor dat we een bank of oever vinden voor het ondertussen 11 uurtje. Aan de ene kant ligt het stadspark La Plante, aan de andere kant geven ganzen en kajakkers kleur aan het bruine Maaswater. Algauw jaagt de strakke wind ons na een kwartier terug op stap de Maas over. |
De trip door de stad Namen wordt opgevrolijkt door een rommelmarkt. Erik vraagt zich af of we op het einde van de markt nog met 17 zullen zijn. Het eerste gedeelte geraken we voorbij zonder halt te houden, maar dan wordt het sommigen toch te machtig. Een stand met oude fototoestellen moet bekeken worden, maar een tweedehands hoes voor de Pentax is er niet. Martine kan zaken doen of is het Betty die een geschenk voor Tony heeft gekocht? Dat moet nog worden uitgemaakt. In ieder geval worden rugzakken zwaarder door drie dikke ingebonden stripverhalen van Becassin die volgens kenners voor een prikje zijn aangekocht. Ook hier bewijst de gsm zijn onmisbaarheid…
We volgen verder de Maas, gluren naar woon- en andere boten en zetten er de pas in, kwestie van de tijd aan de rommelmarkt terug in te halen. Wanneer we de Maas achter ons laten, wordt de nood aan een ander PMD beleid zichtbaar. De wegeltjes liggen bezaaid met plastiek en vooral met blikken drankbusjes. Een opruimactie is ook hier hard nodig. Onze schepen van milieu Mark denkt hardop aan het invoeren van statiegeld op blik.
Door al dat stadsgedoe kunnen de dames van het gezelschap aan een luxetoilet in de Green garden niet weerstaan. De toiletheer van dienst glimlacht breed als een breedsmoelkikker wanneer hij acht vrouwen ziet binnenstappen en … ook betalen.
Tijd nu om de stopmomenten in te halen. We hebben nog maar 8 km in de benen en dus nog 19 te gaan. We laten de lege jupiler en ander bierblikjes van de plaatselijke jeugd (?) achter ons liggen en klimmen weg uit Namen. Het traject door de stad viel al bij al goed mee en was korter dan gevreesd. Al snel lopen we door het hoge gras tussen weiden het landelijke landschap in en bereiken we het bos van Erpent. We bewonderen een gerenoveerde hoeve waar ondertussen advocaat Buysse zijn intrek heeft genomen en fantaseren om er eens een weekendje door te brengen.
De nieuwe gids van vandaag heeft het tot nog toe goed gedaan. De vorige gids wil hem een nieuwe kans gegeven (fouten zoals na twee uur terug op dezelfde plek aankomen, moeten nu eenmaal kunnen vergeten worden). Het vertrouwen is er nog niet helemaal, want de weg die Marco volgt, wordt nauwlettend geverifieerd.
Ook op deze etappe is ondergaan we een autostrade. Even verder duikt een prachtige vierkante hoeve op: ferme Bossimé. Het boekje vertelt dat de hoeve behoorde tot de familie d’Harscamp in het Ancien Régime. De toren dateert van de 18° eeuw. |
Ondertussen is het 13u20 en 15 km afgelegd. Een open hangar staat te wachten op volk, en dus vleien we er ons neer om de inwendige mens te versterken. Het is een grappig gezicht: 17 mensen in een plusminus grote kring rommelend in de rugzakjes op zoek naar lekkers.
In ieder geval is de lunchplek zeer goed gekozen, want even later worden we getrakteerd op een stevige regenvlaag. Het ‘venster’ of liever het vierkant gat in het dak, is niet dicht en sommigen moeten hun middagdutje staken… Quarrel profiteert van de verjonging en Tinne moet (willen of niet) een enorme stok gooien |
De spieren worden stram, tijd om verder te gaan, regen of geen regen. Maar ze hebben het daarboven begrepen en de regenwolken maken plaats voor de zon om ons op te warmen en af te drogen. We bezoeken nog in een flits een verbouwde hoeve die dienst doet als vakantieverblijf en bereiken na 2 km Limoy.
Van eentonigheid kan deze tocht niet beticht worden. Na bos, achterbuurt, rommelmarkt, horecazaken, kunnen we nu genieten van een zacht glooiend landschap of zoals Micheline het mooi zei: "weiden als wiegende zeeën". De grassen geuren vandaag enorm dank zij de frisse regenvlaag van daarstraks.
We genieten met alle zintuigen en vinden zo de aansluiting met de GR 575. Het landschap hier is enorm mooi en de lentebloesems van allerhande veldbloemen kleuren onze dag. Tijd voor een korte snack en om even rond te kijken. We wandelen vandaag niet alleen. Even later blijkt dat er een tocht is uitgestippeld van de ‘Adeps’ (Bloso). Als toetje op de wandeldag duikt een tent op met vers gebakken rabarber, abrikozen of suikertaarten en koffie en frisdranken voor de Adeps wandelaars, maar wij mogen ook sponsoren. Een culinaire tocht, noemt Danny het terecht. Michèle vindt de stopmomenten geen enkel probleem, dan kan ze ook genieten van haar sigaretje…
De Naamse Condroz mag er zijn. De gemeente Mozet met zijn typische huizen ("village condruzien") wordt met verliefde blikken bekeken, vooral door ons Betty. Ik moet me bedwingen om niet te trekken aan de uitnodigende koordjes van de bellen die aan de huizen hangen. Het is een rustig dorpje, goed verzorgd, kortom ideaal voor als we terug zijn uit Nice en gezellig samen willen wonen om te kunnen buurten... Maar wellicht vinden we in het Zuiden iets beters en warmers.
Na de Maas, bereiken we het riviertje Samson in Goyet. De Samson is gekend door de kalksteen, waarvan ook het station van Antwerpen is gemaakt. Rechtover lonkt een leeg terrasje met voldoende tafeltjes in de zon. Wat wil een vermoeide mens nog meer … Maar neen zegt de gids, we stappen door, eerst inspannen, dan ontspannen. Er ontstaat een lichte verdeeldheid in de groep, maar zonder en met gemor wordt de klim van de ‘Tri de Goyet’ aangevat.
Boven krijgen we tussen de sparren door, zicht op de Condroz. De GR loopt verder langs een leuk maar stijl paadje tussen struiken naar beneden. De stappers bereiken nu het gehucht Strouvia. Nog 2,8 km te gaan. Voor we het bos Miller bereiken, wordt de opmerking van Danny nog eens eer aangedaan. De bosaardbeitjes zijn reeds gerijpt en smaken zoet. De huisjesslak of ‘escargot’ krijgen we niet meer op...
Het laatste stuk van de stapdag is eveneens mooi. Na het bos (Spémont) lopen we in de velden en zien in de verte het dorpje Stru liggen. De jongsten van het gezelschap Khadisja en Tinne, volgen nog dapper. Het wolkendek is mooi, de zon schijnt, de spieren doen bijna geen pijn, de pijnlijke ruggen van Heidi, Rita en Betty hebben het goed uitgehouden en niemand heeft blaren. Wat wil een stappersvolk nog meer?
Om 16u50 bereiken we het eindpunt Stru, een klein gehucht met een drukke hoofdstraat. Marco zoekt een verblijfplaats voor de mascotte voor de volgende drie maanden. Buren raden een vriendelijke overbuurvrouw aan voor de overnachtingen. De deur staat eerst op een kier, maar naarmate de uitleg vordert, draait ze langzaam maar zeker helemaal open. De zoon (?) komt er ook bij staan. Manneke pis zal zorgen voor geluk, dat wordt verzekerd. De familie Balthazar zal het manneke goed verzorgen. Of de vrouw des huizes in zal gaan op de suggestie om hem wekelijks af te stoffen, zullen we binnen drie maanden zien… (La rue de Stru nr. 14, Haltinne (Stru).
Na de inspanning volgt de beloning en kruipt iedereen in de wagens op zoek naar een gezellig etablissement. We moeten deze keer niet lang zoeken. De zon is ondertussen weg en dus geen weer voor het terrasje dat enkele uren geleden zo lonkte... De overrompeling door 17 dorstige wandelaars laat zich merken: tafeltje stuk, stoelen verschoven, modder en zand op de vloer, vaste klanten verdwijnen en dus hebben we de gedistingeerde bazin van Le petit Pont voor ons alleen.
Betty: desalniettemin deed Martine, met Becassin een kanjer van een occasie op de Naamse rommelmarkt!
Chris: zonder woorden
Danny: een culinaire tocht!
Els: ik heb een ree gezien en niemand gelooft mij … (met bril zou ik een boomstronk hebben gezien …)
Erik: De Leffe smaakt even goed als de wandeling mooi was.
Heidi: vol afwisseling, zowel qua landschap, qua weer en qua mensen.
Kaat: langs bos, stad en idyllische gehuchten; door modder en langs pmd paadjes; bij zon, wind en regen; kortom afwisselend, maar mooi!
Luk P: mooie wandeling … verfrissende lunch
Luk V: geen inspiratie
Marco: voor alle duidelijkheid, Sabine Hagendoren is niet zwanger!
Mark: Van Samber naar Samson, over berg en dal en langs de Maas.
Martine: We mochten niet markten, niet rondkijken, niet terrassen, geen fraisekes eten … maar de boterhammen met ei maken alles goed.
Michèle: geen terras en roken mag ook al niet …
Micheline: Aanlokkelijke smokkelaarspaadjes leiden naar weiden als wiegende zeeën
Rita: ik ben fier op mijn rug
Tinne en Khadija: in onze toestand smaken koffie met chips heerlijk en we zijn te moe om een zin te bedenken.
Samengevat:
aantal stappers: 7 mannen, 10 vrouwen en één hond
snelheid: 27 kilometer op 7u
verwijderd van Brussel: 114,6 km
leerpunten: De drie vorige stapdagen hebben veel bijgeleerd: geen blaren, de groep blijft goed samen, weinig klachten van spier en andere pijnen. Zelfs rugpijnleiders kunnen mee!
beloningsdrank: een best gezellig café en er was genoeg Leffe voor een tweede ronde…