<< - home - foto's - >>

Vijfde stapmoment – In drie dagen van Stru naar Hamoir

Het weer:

Na een kletsnatte week belooft het weekend droog met zelfs zonnige periodes te worden…

De planning:

Donderdagavond: vertrek naar de chalet van de schoonvader van Marco in Gesves.

Vrijdag: eerste wandeling 31Km

Zaterdag: tweede wandeling 25Km

Zondag: derde wandeling 15Km

Deelnemers:

Erik, Christian, Marco, Rita, Quarrel (border Collie), Heidi, Warre, Martine, Els, Mark en Kaat

Donderdag 29 augustus 2002

Door ziekte geveld moeten we zonder Kaat en Mark vertrekken naar het buitenverblijf van de schoonvader van Marco. Zij zullen ons vrijdagavond vervoegen. Warre en Martine komen later op de avond. De chalet blijkt een super-de-luxe villa met alles er op en er aan. Zelfs een privé chalet voor Marco. Na de verdeling van de slaapplaatsen, wordt een heerlijke spaghetti klaargemaakt.

 

Dankzij de goede wegbeschrijving van Marco vonden ook Warre en Martine de chalet. Rond 1u ligt iedereen in dromenland.

Vrijdag 30 augustus 2002

Rond 7u beweegt het in de chalet. Marco zorgt voor vers brood terwijl Erik en Warre de camionette aan het eindpunt zetten. Er wordt vandaag minder gestapt dan gepland. Door de mist wordt het eindpunt daag gelegd in Marchin, op 28,5 km.

Na het klaarmaken van de picknick en het ontbijt vertrekken we voor de tocht. Aan de straat gekomen, denkt Martine er plots aan dat ze haar schoenen vergeten in te laden is. Dat Warre de schoenen ingeladen heeft, laat Marco niet blijken en hij laat haar terug naar boven lopen. Hilariteit alom.

Rond 9u45 zijn we aan het vertrekpunt in Stru. Marco gaat onze mascotte (Manneken Pis) ophalen. De vrouw van het huis staat hem ongeduldig op te wachten. Zij neemt Marco mee naar de keuken waar ze hem een klein manneken pis overhandigt terwijl ze zich verontschuldigt: "je l’ai lavé avec Dash." Marco kan zijn oren niet geloven. Wanneer ze even later toch met de echte mascotte aankomt, is het duidelijk: dit is een goed geslaagde grap! Ze had er zelf enorm plezier in.

We volgen nu GR575 van Stru richting Andenne. Het is mistig maar niet te fris en dus goed wandelweer.

Om 10u45 komen we voorbij een eerste café, maar aangezien het vroege uur lopen we die toch voorbij. In de daarop volgende veldweg kunnen we niet weerstaan aan rijpe bessen en pruimen. Ieder seizoen heeft zo zijn voordelen.

Van de ene veldweg via een straat naar de andere veldweg. Dit keer is de weg wel heel smal en begroeid met netels en doornen. Na 100m kunnen we niet meer door. Dan maar onder de prikkeldraad door en via de weide verder. Het landschap is afwisselend en mooi. De stemming zit er goed in. Dank zij de goede bewegwijzering (of is het omdat Marco de kaart heeft) zijn we spoedig in Andenne. De GR loopt er door kleine straatjes. Via een steile trap en een klein steil pad verlaten we het dorp. Eenmaal boven vinden we een oude vervallen Mariakapel waar we halt houden voor een koffiepauze. De mist is nu opgetrokken en de zon komt erdoor.

11u45. We hernemen de tocht. Tegen 12u30 komen we aan een grote opgeknapte hoeve: "la ferme de Grosse" in Coutisse. Hier nemen we de tijd om een bezoek te brengen aan de binnenplaats. Els en Heidi zijn zo druk aan het praten dat ze niet komen kijken.

De weg loopt nu door het bos en is drassig. Na een tijd komen we terug in de bewoonde wereld. Op de routebeschrijving staat een drankgelegenheid aangegeven, maar die vinden we niet. Wel een kleine kapel waar een zekere Saint Mort vereerd wordt. Als hoofd van het gezelschap wil Mario ons wel de mis lezen.

Om 13u 30 stoppen we op een groot grasveld in Haillot voor het middagmaal. De picknick en de warme dranken worden boven gehaald. De droge worstjes en de bokes met choco worden eerlijk verdeeld. Als de lege magen gevuld zijn, is het tijd voor een lange siësta. Even is er totale stilte.

De schoenen worden weer aangebonden. Tijd om weer eens verder te trekken. De stilte is verbroken.

Er wordt hardop gedroomd van een huisje in de Ardennen en elk huis dat te koop staat, wordt gewikt en gewogen.

Rond 16uur bereiken we het punt waar we de GR575 verlaten om over te gaan op de GR576. Hier houden we een kleine pauze.

De rust wordt plots verstoord door een gil van Heidi. Iets is in haar broek gekropen en heeft haar geneteld, gestoken of gebeten. Rita doet een eerste controle, maar Heidi is niet overtuigd en gaat een grondige controle uitvoeren achter een boom. Een saaie boel kan je deze tocht niet noemen.

Wat verder leest Marco voor uit de GRgids. Kwestie van een beetje cultuur op te steken.

We vorderen goed. Plots horen we een geluid van een poes in nood. De bron wordt vlug gevonden. Een klein zwart poesje zit op een grote baal en kan er niet meer af. Het diertje wordt op de grond gezet en moet het dan maar alleen verder redden.

Een tractor met mestkar die de weg verspert, kan ons niet tegenhouden. Ons einddoel is in zicht, dus stappen we door.

Een steile weg leidt naar het centrum van het dorp boven op de helling. Aan een bank net buiten het dorp kan er van het panorama genoten worden, maar lang blijven we niet, het eindpunt is te dichtbij.

17u30: we zijn aangekomen. Op het grasveld van het dorp wordt een kermis opgezet en er is een kleine markt. In de feesttent nemen we plaats aan een tafel om onze dorst te lessen. Op de markt worden nog enkele inkopen gedaan voor het avondeten.

Met de camionette van Warre en Martine gaat het terug richting chalet. Warre, Marco en Erik halen de auto’s aan het beginpunt op en brengen ze naar het eindpunt voor de volgende dag. Ondertussen wordt er gestretcht alvorens aan de bereiding van het avondmaal te beginnen. Het wordt een driegangen menu met hapjes, soep en barbecue. Els heeft voor de sausjes gezorgd. Het is heerlijk buiten, en dus wordt er op het terras gegeten en nagepraat. Kaat en Mark komen ons tussen de soep en de patatten vervoegen.

Vandaag kruipen we eveneens vroeg onder de wol. Rond 3u30 s’nachts wordt iedereen in het huis wakker gemaakt door een bieper. De bieper is verbonden met het optische oog dat op de oprit opgesteld staat. Warre had om ons niet wakker te maken besloten niet binnen te komen om te plassen, maar dat buiten te doen zonder ons te storen. Opzet mislukt.

Zaterdag 31 augustus 2002

Ook vandaag is het vroeg dag. Er staat 27,5 km wandelen op het programma. De stramme spieren worden losgewrikt, blaren en week geworden plekken ingebonden. De strijd kan worden aangevat. Om 9u30 staan we met pak en zak klaar bij de gesloten plaatselijke kermis in Marchin. Het weer is goed, maar voor hoelang?

Het lijkt wel een ezeltjestocht. Niet omwille van ons gezelschap; wel omdat we meerdere ezeltjes kunnen bewonderen in de weiden naast de weg. Een niet zo alledaags gezicht. Koeien zijn er eveneens in overvloed. En zelfs milka is er, weliswaar op twee benen. Na drie km op de GR 575 nemen we de splitsing en volgen verder de GR 576.

De vergelijking met de stapdag van gisteren wordt als volgt verwoord: glooiend gisteren, vandaag abrupter. We vorderen goed langs landerijen met vergezichten en bosgebiedjes. Om 11 uur is het koffie- en theepauze onder de zon op een bank aan de rand van een hoogte. We hebben zicht op een riante villa met zwembad en worden vergast op aanhoudend motorgeronk van op de weg. We hadden ons de rust anders voorgesteld. Compeed wordt bovengehaald en pijnlijke voeten verzorgd. Maar de sfeer zit er goed in. De Warre debiteert ze nogal vandaag: " met het hospice naar Nice" en "met de trein zouden we er al zijn" of nog: "na 20 meter spataders bereikten ze Nice".

Heidi vindt een hoefijzer en sleurt dit de hele tocht mee. Zou het daardoor zijn dat de blaar tijdens de tocht geneest? Of is het dankzij Dr. Scholl?

We vervolgen de tocht en flankeren gedurende geruime tijd het riviertje de Hoyoux aan de linkerkant en de oude spoorweg rechts. Op de spoorwegberm komt overvloedig tongvaren voor. Deze varen met ongedeelde bladen is vrij zeldzaam en komt bij voorkeur voor op oude vochtige muren, weet Mark later te vertellen. Ook Warre ontdekt zeldzame bloemen en planten (iets van een herfststijlroos ?), maar klaagt dat hij de tijd niet heeft om ze goed te bekijken, laat staan te tonen aan het gezelschap. Het ritme zou vandaag te hoog liggen.

Het rood-wit leidt ons verder langs mooie rotswanden in Pont de Bonne en park de la Cibe. Nog een flinke klim en na enkele kilometers komen we bij het kasteel van Modave. We nemen een kijkje op de binnenkoer en vereeuwigen dit. De tocht voert ons langs de kasteelmuren waar enorme bruine wijngaardslakken een onderkomen vinden en de lange klim naar de top van de muur hebben aangedurfd. De Hoyoux is een bron van waterwinning en wordt verderop gekanaliseerd.

Tijd om uit te zien naar een picknickplaats. De magen zijn leeg, de benen worden slap en de klachten dat er te snel wordt gestapt, stijgen. Aan de hoeve van Tibiémont steken we de Hoyoux over. Het is een mooi plekje, maar de rust wordt verstoord door een woest blaffende hond en dus vervolgen we de weg langs het water. Een geluk dat die hond blafte, want enkele meters verder ligt een idyllisch eilandje op ons te wachten met twee zitbanken. Ondertussen is het 13u40 en zijn we al 14,6 km onderweg. Mark die voorop loopt, vertrouwt me toe dat hij een ijsvogeltje heeft mogen aanschouwen. Het kwetterend gezelschap heeft dit moeten missen.

Het stromend water bevordert de eetlust en is een speelterrein voor onze jongste, nl. Quarrel. De worstjes, brood met versgemaakte kipcurry en ander lekkers worden snel verorberd. Een siëstje zit er vandaag niet in: het weer wordt somber en de sluizen worden opengezet. Gelukkig heeft ieder zijn regenjas in extremis meegeritst, behalve de Warre. Hij was ervan overtuigd dat het niet zou regenen ondanks driemaal aandringen van Martine. Maar de groep zorgt goed voor zijn leden. Christian haalt een flachy roze doorschijnend regenjasje uit dat Warre redt. Tot grote spijt van Martine. Want wie zijn gat verbrandt moet op de blaren zitten Gelukkig komen we op onze tocht niet veel volk tegen, want geef nu toe: het is geen zicht met een condoom op wandel te zijn….

De zomerdag is plots een druilerige herfstnamiddag geworden. Maar ook dit tempert de wandellust niet. Na een stevige klim, toegejuicht door het geblaf van enkele plaatselijke bewakers, bereiken we het mooie dorpje Les Avins. De waterspuwers aan de regenpijpen zijn meer dan het bewonderen waard: leuke koppen, een treintje, een poes en andere fantasierijke creaties werden geduldig uit de plaatselijke steengroeve gehouwen. Herinneringen aan vorige bezoeken aan het dorpje toen het nog ‘bezet’ was door beeldhouwers uit het Brusselse, worden bovengehaald.

De regen blijft volhouden, maar wij ook. En de constante van elke stapdag is ook hier aanwezig: een autostrade of zeer grote baan (de N 63 verbinding Luik – Marche) moeten we via een tunnel kruisen. Het zicht en de rust wordt erdoor deftig verstoord. Gelukkig wordt de sfeer opgevrolijkt door een kiekendief die geruisloos en laag over de weiden zweeft op zoek naar lekkers.

Het GR pad volgt nu geruime tijd een asfaltbaan die zich in de verte omhoog slingert tussen velden met weidse gezichten. Het doet Mark denken aan een kindertekening. De weg is plat en breed, de temperatuur koel en dus ideaal voor het opdrijven van het stapritme. Wat spontaan gebeurt. Een kort oponthoud aan ronde balen voor een tè korte speeltijd, breekt de stapcadens. Later blijkt dat meerderen wel op die baal hadden willen stappen en zelfs een koerske hadden willen wagen. Maar niemand heeft iets gezegd …

In de verte duikt het dorp Bois-et-Borsu op. Even later bewonderen we het kasteel van Vervoz en de huizen errond. Verbluffend zijn de stenen muren die als puzzels ineen zijn gehaakt en zonder mortel of cement stevig recht staan. Ook de kapel Saint-Lambert is als een puzzel ineengestoken. We houden er even halt, genieten van de architectuur en van de grote vijver aan de overkant met ontelbare Canadese ganzen en schapen. Tijd voor het verzorgen van de inwendige mens met een koekje en water.

We hebben nog 3,3 km voor de boeg en vatten die laatste loodjes dapper aan. Om 16u30 bereiken we het dorpje Ocquiez, passeren een oude watermolen en klimmen langs een verlaten voetgangerspad tot aan de Romaanse kerk. We zijn niet boos dat het eindpunt bereikt is.

Voor we inkopen doen en ons organiseren voor het avondeten, wordt de plaatselijke middenstand uiteraard vereerd met ons bezoek. Ook deze keer is het etablissement met weinig smaak ingericht. Chez Martin is een grote ruimte met enkele tafels aan de ene kant, leegte aan de andere, een lange toog met 1 bezoeker die verveeld voor zich uitstaart. De enige beweging is die van het leegdrinken van zijn pint. Aan de muur hangt veiligheidskleding voor de plaatselijke arbeiders, we dachten eerst dat het wandeluitrusting was. De bazin straalt al evenveel enthousiasme uit, al kunnen we niet klagen van de goede en snelle dienst. De Leffes worden bovengehaald, maar ook koffie en thee staan deze keer op de bestellijst.

Erik en Mark offeren zich op en halen de camionette aan het vertrekpunt op en kopen onderweg vers vlees bij de beenhouwer van Clavier. De rest van de bende praat nog verder na en bestormt dan de plaatselijke Delhaize. De verkoper weet niet waar hij het heeft, maar slaagt er al zwetend in om de bestellingen tot een goed einde te brengen. De wagens worden onmiddellijk op het eindpunt van de volgende dag te Hamoir geplaatst en de hele bende kan met de camionette naar Gesves voor een tweede BBQ-avond op het terras. De discussie gaat o.a. over het aantal kilometers dat te veel is en de snelheid waarmee het afgehaspeld wordt. Liever minder en trager en meer speel- en kijktijd, wordt gevraagd. De slogan van familie Fagot wordt bovengehaald: "Té is nooit goed, … behalve te-vreden".

Statistieken van vandaag, volgens nieuw uurwerk van Erik:

 

Zondag 1 september 2002

Wat later dan gisteren start het aanschuiven aan de toilet en badkamer, het klaarmaken van koffie en het ontbijt. Vandaag wordt spek met eieren geserveerd, kwestie van er stevig tegenaan te kunnen. Met vrouw en man wordt er gewerkt zodat het huis weer in de oorspronkelijke staat is hersteld. Om 10u10 is alles pikfijn in orde. (Later horen we dat de schoonvader van Marco zeer tevreden is met het resultaat. We mogen nog komen.)

Om 10u55 staan we eindelijk klaar voor het vertrek in Ocquiez voor een tocht van 13 km. Warre test de publieke pisbak vooraleer de klim aan te vatten. De vrouwen zullen even verder een maïsveld intrekken.

Onderwerp bij het vertrek is uiteraard de fysieke conditie: stramme spieren, de blaren op de voeten van Heidi en Christian, zere kuitspieren van Warre door problemen aan teenknobbel, zere tenen, bekkenstramheid, gevoelige schouders, enzovoort.

Maar de stemming blijft opperbest. Het hospies blijft gezellig in beweging, zij het aan een trager ritme. De zon is van de partij, samen met een fris windje. De regen zal vandaag uitblijven.

Eens het dorp verlaten, dalen we richting de vallei van de Néblon en komen in bosrijk gebied. We steken de oude stenen brug ‘pont d’Ombre’ over en stappen verder langs boswegen en fruitgaarden tot in het dorp Oneu. Het rood-wit voert ons verder naar het plateau waar mooie vergezichten het gezelschap even doet zwijgen. Even maar, want de tongen zijn nog niet moe na drie dagen.

Quarrel voelt zich duidelijk in zijn sas en wil volop genieten van de vrije natuur. Hij wentelt zich met alle plezier in een verse koeiendrol tot jolijt van zijn baasje.

Rond 11u30 is het tijd voor koffie en koekjes. We vleien ons onder een lindeboom en genieten van het prachtige zicht van de Condroz. De GR 576 wordt hier niet voor niets: "tour du Condroz Liégeois" genoemd. Een weide dient als natuurlijke badhanddoek voor onze jonge stinkerd. De stok houdt hem in het hoge gras en we hopen dat het rollen de drol van zijn witte vacht zal losmaken. Lang duurt de pauze niet, de frisse wind koelt de spieren af en dus wordt er ingepakt en verder gewandeld. Quarrel zal nog even moeten stinken tot we aan de rivier zijn.

Een troep motorrijders kruist ons en één van hen zwaait enthousiast als hij de voorhoede voorbijrijdt. Gelukkig loopt Erik achter en herkent hij de ogen van de beeldhouwer onder de zwarte helm. Het blijkt onze Charel uit Mechelen te zijn. Maar blijkbaar heeft hij geen tijd om te stoppen, ondanks het grote toeval om elkaar hier tegen het lijf te lopen.

De groep loopt verder op de kam die de valleien van de Néblon (linkerkant) en de Ourthe (rechts) van elkaar scheidt, richting Hamoir. De weidse gezichten inspireren tot een dierenverhaal: "een trekpaard overhaalt zonder moeite de breedsmoelkikker met mooie kuiten om samen een voettocht naar het Zuiden te wagen. De oproep voor medestappers, kent een snel succes. Van bij de start sluiten andere dieren zich aan. De leeuw is er als de kippen bij om mee te stappen en de bende op de goede weg te houden. De gazelle sluit zich gewillig met pen en papier aan en ook de panter laat een dergelijke uitdaging niet aan haar voorbij gaan. De oeran-oetang, de koala en bambi vinden dat ze ook hun soort moeten vertegenwoordigen en sociaal als ze zijn, helpen ze waar ze kunnen om de tocht zo aangenaam mogelijk te maken Uil en neushoorn volgen eveneens, de ene zorgt voor de verbale, de andere voor de virtuele communicatie. Hoempapampére zingt de aap uit volle borst wanneer hij een leuk paadje afdaalt en het vensterdeurtje achter zich gesloten heeft…".

In het gehucht Hermane (?) wordt een oude watertoren bewonderd voor zijn vorm. In een stal ontdekken we twee kalfjes die vol vliegen zitten: de vliegenziekte dus. De verhalen van de vliegenvangers worden bovengehaald: gewone, met bier, elektrische golven … De groep luistert vol aandacht naar deze nieuwtjes.

Normaal is het al paddestoelentijd, maar veel zien we er niet vandaag. Mark heeft een zwavelzwam gevonden die door Warre zwavelhanenkam wordt gedoopt. Hij verliest alvast een pint door zijn weddenschap, maar de demonstratie met de zwam doet hem er weer een winnen. Gelijke stand dan maar.

Er resten nog enkele kilometers in de weide natuur en dus zoeken we een picknickplaats op. Rond 13u50 doen we ons tegoed aan de lekkere boterhammen, een tasje soep of koffie en als toetje een stukje chocolade. Tijd voor platte rust en dat lukt gedurende een kwartiertje. De wind aait iedereen wakker en vermits de zon zich verstopt, is het weer tijd om te bewegen. We zijn nog maar net vertrokken of drie ruiters passeren waar wij de weg hadden geblokkeerd. Van timing gesproken!

De tocht loopt verder door velden tot we aan het bos ‘Hé de la Crête’ komen. We duiken naar beneden tot aan de Néblon. Hier kan Quarrel eindelijk worden gewassen en ook Erik zijn voeten. We volgen dit idyllisch wegeltje verder langs het water tot we over een namaak stenen brug moeten. Hierover vertelt Warre dat dergelijk materiaal (waarvan ook banken en tafels worden gemaakt) in de Verenigde Staten voor veel geld worden verkocht.

In het gemeentelijk park van Hamoir staan we stil bij twee in elkaar gestrengelde beuken die diverse benamingen krijgen: siamese tweelingboom of boom met tetjes of "l’union fait la force". Een mooie plek om de tocht te beëindigen. Maar we stappen nog even verder langs de Néblon tot we een leuk huis van 1870 ontdekken waar we onze mascotte willen achterlaten. De vrouw des huizes is zeer sympathiek en onmiddellijk bereid om het manneke gedurende enkele maanden een onderkomen te geven. We beloven op voorhand te bellen, maar er is al een verstopplaats afgesproken moest ze niet thuis zijn.

Ook deze wandeldag wordt afgesloten met een bezoekje aan een plaatselijk etablissement: restaurant du commerce. Deze keer is er keuze te over. Het terras nodigt uit, maar niet voor lang. De motorrijders werden losgelaten en maken een hels lawaai als ze voorbijrijden, net het circuit van Zolder. Gezellig is anders en dus verkiezen we de rust en stilte in de auto op weg naar de andere wagens. In Ocquiez nemen we afscheid en trekt ieder naar zijn eigen stek. We zijn een stuk natuur rijker, hebben onze spieren beter leren kennen en de geest is vrijgemaakt voor nieuwe stress.

De statistieken van vandaag:

4u36 onderweg op 13 km,

maximale hoogte 310 m,

gemiddelde temperatuur: 18°

180 meter gestegen

en Erik zou 177 Kcal hebben verbruikt …

Evaluatie van de drie dagen en fysieke conditie:

Els: een gastronomische tocht. Lichamelijk een beetje stijfheid in kuiten en dijbeen. Slechte enkels bevestigen zich. Reflexspray zal volgende keer meegenomen worden.

Marco: afwisselend en in het algemeen zeer mooi. Het meest onder de indruk van de vallei die zich achter de mesthoop uitstrekte, ergens tijdens de eerste wandeldag. Het was voor hem een persoonlijk ervaring om met zijn 1m60 al wandelend pruimen en bramen te kunnen plukken. Kortom: content en dolgelukkig met eenvoudige dingen: wat kan het leven mooi zijn. Geen enkel probleem met de fysieke conditie ondanks gevorderde leeftijd.

Warre: na plan A komt plan B. Voor de rest: kapot, perte totale door peesprobleem veroorzaakt door teenknobbel.

Martine: beetje stijf. knie goed hersteld. Mooie tocht.

Rita: goed opgewarmd, geen bobokes nu te voelen.

Heidi: eerste dag een blaar die genezen is tijdens de tocht dan zij Dr. Scholl en niet te vergeten de steunzolen en –kousen en de privé-verpleging verdient een speciale vermelding. Dank je Rita.

Chris: op linkervoet na (dikke blaar), is alles uitstekend.

Mark: alles ok op rechter kleine teen na

Erik: het gezelschap was zo goed dat ik vergat calorieën te verbruiken. Maar rechterenkel staat in brand.

Kaat: darmen zijn genezen door louterend effect van wandelen en keuvelen in de natuur.

Algemeen vindt de groep dat 22 tot 25 km per dag voldoende is. Meer moet het niet zijn.

Overzicht aantal kilometers:

van mannenke pis tot Nice

Datum

van

tot

stap km

tijdsduur

aantal

voor of na

27/01/02

Brussel

Ohain

27

7u00

10

3/03/02

Ohain

la Ronce

30,1

7u40

15

14/04/02

la Ronce

Flawinne

30,5

7u50

17

26/05/02

Flawinne

Stru

27

7u00

17

30/08/02

Sru

Marchin

28,5

7u30

8

3

31/08/02

Marchin

Ocquiez

27,5

7

10

3

1/09/02

Ocquiez

Hamoir

13

4u30

10

3

TOTAAL

183,6

<< - home - foto's - >>