<< - home - foto's ->>

Zesde stapmoment – In drie dagen van Hamoir naar Stavelot

Het weer:
Eerst droog maar daarna veel regen en wind en koud.

De planning: 75,7 km stappen
Zaterdag 9 november 2002: 33,4 km van Hamoir tot Aywaille
Zondag 10 november 2002: 24,7 km van Aywaille tot Spa
Maandag 11 november 2002: 17,6 km van Spa tot Stavelot

Deelnemers:
Danny, Micheline, Luc, Erik, Christian, Marco, Rita, Heidi, Betty, Warre, Martine, Els, Michelle, Miep, Mark, Kaat en Quarrel (border Collie),

DAG 1: zaterdag 9 november – 33,4 km

Met pak en zak staan 11 wandelaars te blinken op het perron te Leuven om 7u29. De trein richting Koln HBF D komt stipt binnengereden en zo kunnen we de vier andere companen begroeten. Zij zijn vroeger moeten opstaan voor de trein van 6u56 in Brussel-Centraal. De sfeer komt er langzaam maar zeker in. Warre moet nog het hoofd bieden aan een rugzak die naar beneden stort, maar gelukkig zonder veel erg.

De overstap in Luik op de boemeltrein richting Jemelle verloopt vlot. We staan ervan versteld hoeveel wandelaars met het openbaar vervoer op stap gaan en we zien met plezier dat we niet de oudsten zijn…. er wacht ons nog een mooie toekomst.

De treincontroleur controleert op zijn typisch Waals de groep van 15 die verspreid zit en hoeft zelfs het ticket van de hond niet te zien. Maar Rita wil de moeite die ze gedaan heeft niet voor niets voorbij laten gaan en een gaatje zal hij zetten in dat hondenticket!

Aan de voorlaatste halte (naam vergeten) stapt de 16° deelnemer Danny op. Dit betekent dat de hele bende stipt de afspraken is nagekomen. Alvast een goed begin!

Op basis van de uitrusting wordt een prospectie gedaan van de medestappers:

Els: zal last hebben van schouders, want geen tussenstukje tussen de riemen te bespeuren en de rugzak lijkt behoorlijk gevuld te zijn;

Warre: rugzak met een ‘klakkebuis’ die eruit steekt … wat wil dat zeggen??? En een ander speciaal attribuut: rubberen laarzen!

Erik: grote lege rugzak, hij heeft dus nog plaats ….

Rita: grote rugzak, draagt beter en niet te vol gestoken. Dus ziet er goed uit. Er hangen twee wandelsticks op …?

Miep: uitrusting ziet er ok uit

Betty: goede rugzak met ervaring. Zal ook goed gaan.

Micheline: geen rugzak wegens rugpijn … gelukzak of toch niet?

Luc: grote stevige gevulde rugzak … blijkt voor twee personen gevuld. Duidelijk een rugzak met ervaring op een stevige rug vastgeankerd, dat moet dus gaan.

Mark: nieuwe kleine goed gevulde rugzak – ziet er ok uit – maar slecht aangepast en er mist een stevige buikriem …

Kaat: slechte gewone zwarte rugzak – schouders en rug zullen afzien (was het dat maar … de hamstring baart me meer zorgen)

Martine: grote rugzak goed gevuld, maar hij hangt scheef …

Christian: goed uitgerust: zakje voor gsm, voor fototoestel hangend aan de rugzak – grote paraplu rond de schouders – ziet er in orde uit.

Marco: nieuwe rugzak met flashy oranje kleuren – kan geen probleem worden.

Michelle: rugzak ziet er goed uit en klaar voor de stapuitdaging

Heidi: duidelijk een rugzak met trekkerservaring!

Rond 9u staan we klaar in het station van Hamoir voor de tocht tot in Aywaille (33 km). Warre trekt nog snel zijn zevenmijlslaarzen aan en we kunnen starten.

Onze mannekenpishoedster heeft ons zien aankomen en overhandigt onze kleine. Ze voegt eraan toe dat als hij kon spreken, hij wel wat te vertellen zou hebben…

Vol goede moed vertrekt de groep en algauw is het stijgen en dalen op modderige paden. Een bruuske opwarming die niet door iedereen onmiddellijk wordt verteerd. Soms vraag je je wel af waarmee de routeplanners bezig geweest zijn: net nadat we Hamoir verlaten hebben leidt het pad recht een helling op. Wie gedacht had dat dit het begin was van een fikse tocht op de top met zicht op de vallei is er aan voor de moeite. Amper 100 meter gaat het pad weer recht naar beneden om enkele tientallen meters verder van de plaats waar we naar boven zijn getrokken uit te komen.

Ons Michelle mag als eerste de bodem voelen en haar broek bruin kleuren. Maar ze blijft hierin niet alleen. Het ritme ligt trager wegens het moeilijk begaanbaar terrein.

Aanvankelijk volgen we regelmatig de Ourthe. Het is duidelijk ook het jachtseizoen want we worden regelmatig opgeschrikt door geknal in de verte.

Na 2 uur hebben we er 6,7 km opzitten en kunnen Micheline, Luk en Danny eindelijk aan een nieuw stuk beginnen.

Aan de Lembrée houden we een drankpauze en genieten na van het mooie stukje natuur dat we zojuist al klimmend en dalend doorkruist hebben. Opvallend deze keer is dat we niet alleen zijn. We komen veel Vlaamse wandelaars met hond tegen. Een ander opvallend punt is dat er nieuwe attributen zijn meegebracht, die - het moet gezegd - hun nut bewijzen. Namelijk de wandelstokken of wandelsticks (ze lijken op de skistokken) geven inderdaad een goede bijkomende steun, vooral voor de moeilijke afdalingen. Micheline is uitgerust met twee stuks, nodig om haar rug en knieën te ontzien. En de sticks van Rita worden door de vrouwen getest op hun degelijkheid. Ik moet mijn mening herzien: wandelstokken zijn ook goed voor veertigers en niet alleen voor ‘oude’ mensen…

We volgen regelmatig de Lembrée soms even stroomafwaarts, dan weer stroomopwaarts en toch vorderen we richting eindbestemming. De route vandaag wordt gezegend door de heilige Sint Rochus. We komen hem (of althans een kapel of iets anders) meermaals tegen, zelfs midden in het bos.

De blaaspijp van Warre inspireert tot fantasie, maar het geheim krijgen we pas later te zien. Een eerste tip van de sluier wordt opgelicht. Na weer een stevige klim die Warre als eerst opsprint, zien we hem in zitstaking: NEEN AAN DE 33, JA AAN DE 22 km. Warre probeert leden te werven voor zijn protestorganisatie. Hij wil een groep die rustigere activiteiten organiseert, aangepast aan de leeftijd en voor iedereen toegankelijk. Voorlopig heeft hij geen succes. Er is geen ontkomen aan, we moet verder… anders geen hotel om te overnachten.

Het rood wit voert ons vandaag zonder medelijden door berg en dal, langs prachtige bossen met de gekende bruinrode novemberkleuren. Niet altijd zijn de wegmarkeringen goed aangegeven en moeten kompas, boekje en discussie de tocht in de goede richting duwen.

Om 12u20 komt eindelijk de zon piepen Tijd om te denken aan de middagpauze. Om 12u45, na 11,3 km om precies te zijn stoppen we aan de route Izier-My met zicht op een vallei. De picknick in de zon op afgekapte boomstammen kunnen we snel op onze buik schrijven, want algauw trekt Christian zijn grote paraplu open. Het eten wordt met smaak verorberd en met plezier uitgedeeld, kwestie van die rugzak lichter te krijgen.

Om 14u45 zijn we eindelijk halfweg. Het lijkt de streek van de ‘Jack Russel’ honden: jong en oud komen we tegen, hun geblaf is haast ondraaglijk. Gippie wil met ons mee en Heidi is onmiddellijk aan haar verknocht. Maar de eigenaar gaat niet akkoord…

We wandelen door een prachtige dreef ‘La Brulée’ en bereiken Grimonster. De eerste blaar dient dringend verzorgd. Rita snelt ter hulp. De GR 576 loopt verder langs de rivier de Pouhon die in een natuurreservaat ligt. Even verder passeren we het seminariecollege van St Roche en worden we prompt getrakteerd op koude wind en een lichte hagelbui. De regen heeft geen zin om te stoppen en dus wordt het regenequipement verder in het bos uitgehaald. De ene verandert in een wandelend spook, de ander trekt een fel geel jasje over de rugzak, iemand haalt de plastieken broek uit de rugzak … het roze pakje is er vandaag niet bij.

De tocht loopt na het bos langs open weiden. We worden getrakteerd op een prachtig zicht: rode avondschemer, de zon die tussen de wolken piept en een klein gedeelte van een dorpje op de heuvelrug belicht. De beenspieren worden slapper, zo erg zelfs dat ons Betty in de prikkeldraad belandt. Water en druivensuiker worden uitgedeeld en blijken nodig om iedereen op de been te houden.

De schemer valt: 17u en na 25 km bereiken we Harzé Bas. Het eindpunt dat we aanvankelijk dachten te houden, maar wegens het wegvallen van de enige slaapmogelijkheid en het traject van de komende dagen, moeten we nog 8 km voort.

Eindelijk wordt ook het tweede geheim van de plastieken buis van Warre ontluikt: hij hangt voor zijn neus een flesje Leffe zoals je een wortel voor de ezel hangt…. kwestie van voort te blijven stappen. De Leffe wordt met mate(n) opgedronken, de spieren zijn toch al slap.

Er is een kortere weg van 4 km, weliswaar langs de weg. Aangezien een derde van de groep het niet meer ziet zitten en doodmoe is, zullen we ons opsplitsen. Miep, Els, Betty, Christian en Michelle vervolgen hun weg langs de straat. Leuke baan is het niet, want gevaarlijk en zonder voetpad op vele plaatsen. Na meer dan een uur, komt eindelijk Aywaille voor deze groep in zicht. Het blijkt tijd dat Miep een zitplaats vindt en vooral zich kan tegoed doen aan een oxo: zout tekort dus.

De anderen bijten door en willen het traject verder uitstappen. Harzé wordt snel doorkruist om dan weer de natuur in te trekken, stijgend uiteraard. Stappen in de avondschemer, op modderige paadjes, met het geroep van uilen in de buurt, het klinkt romantisch. Al ploeterend vordert de groep zijn weg. Pillampen worden bovengehaald, want van een maan is er niet veel sprake. Het begint zelfs te regenen. Het verhaal van Luc over een meegebrachte jeneverfles tijdens een nachtwandeling brengt ons op ideeën. Maar het slot van het verhaal en de moraal is toch: best niet drinken tijdens een fysieke inspanning. En inspannend is het wel. Pijnlijk ook voor sommigen en het begin van het einde van dit stapmoment voor verslaggeefster. De spierkwetsuur wordt verkeerd getest in het donker door onvoorziene bewegingen. Om 19u bereiken we het afgesproken punt in Aywaille.

De hoogtemeter van Erik leert dat we vandaag in totaal 1000 meter gestegen zijn en 10 uur en 20 minuten onderweg zijn geweest. Een gemiddelde dus van 3,4 km per uur.

In Aywaille vinden we onze stapcollega’s in café Le scotch. Het busje van 'the outsider cvba' komt een eerste groep van 8 personen ophalen. De blonde chauffeuse krijgt onmiddellijk onze sympathie en nog veel meer vanwege de mannelijke deelnemers. We slapen in Comblain-au-Pont. Het is een gezellig verblijf met ruime kamers en warme douches. De Chauffeuse blijkt ook nog barmeisje te zijn en opdienster voor het eten. Ze heeft een sappig Oost-Vlaams accent. We krijgen witloofsoep en spaghetti. De nodige drank laten we aanrukken en het feestmaal kan beginnen. De klachten regenen richting organisatoren, wegens het te lange traject. Maar het is niet zonder fierheid dat iedereen rond de tafel zit. We hebben het toch maar gehaald, met pak en zak en in het donker!

Marco voelt zich verplicht zijn diensten van kinesist aan te bieden. Gelukkig voor hem doen er maar enkelen hierop een beroep. Nochtans, het doet deugd… De meeste kruipen vroeg onder zeil. Zes diehards moeten natuurlijk nog kennis maken met de plaatselijke jeugd in café les sports. Niet zonder lawaai vinden zij uiteindelijk hun bedstede…

(Totaal per persoon voor deze nacht + vervoer + eten (gerekend aan 16 personen) = 41,79 euro

 

DAG 2: zondag 10 november – 24,7 km

Om 8 uur zit iedereen aan het ontbijt en geniet van de stilte, de koffie en het lekkers. Het eerste onderwerp is de evaluatie van spieren, voeten, blaren en andere lichamelijke mankementen. Zalfkes voor enkel, kuit of andere spieren worden doorgegeven, blaren worden vakkundig verzorgd en zwakke plekken op voorhand ingepakt.

De leuke blondine legt nog uit dat we onze eigen middaglunch mogen klaarmaken: brood met beleg, twee juutjes (fruitsapjes dus) en een wafel. Thermossen worden gevuld met warm water en langzaam maar zeker geraakt iedereen opnieuw ingepakt en de tafel afgeruimd.

Erik waagt het om enkele rugzakken te onderwerpen aan een weegtest. Tot 12 kg wordt er al meegesleurd… wat zal dat zijn als we tent en slaapzak mee moeten nemen?

De eerste lading van 8 mensen vertrekt rond 9u en kan dan bij een temperatuur van 7° een half uurtje wachten in de winkelstraat van Aywaille. Om 9u45 is de groep verenigd, Quarrel incluis. Die heeft er ook een heerlijk nachtje opzitten in de verwarmde kelder van het gebouw van the outsider.

De tocht vertrekt door Aywaille. Achter een mooie spoorwegbrug ligt een verborgen trap die ons onmiddellijk de hoogte in duwt, weliswaar niet zonder moeite. Bovengekomen lopen we langs de rand en kunnen we het dorp beter bekijken. We staan nog even stil (letterlijk en figuurlijk) bij de wereldoorlog: een Engelse piloot is hier in het bos boven het dorp met zijn lading bommen bestemd voor Duitsland neergestort. Op die manier kunnen we ook op adem komen natuurlijk. Even verder worden we getrakteerd op een zicht op de vallei van de Amblève en de kerk van Dieupart. Opvallend is de bloemenpracht op het kerkhof dankzij 1 en 2 november... Maar de tocht gaat voort. En na klimmen, volgt uiteraard een flinke afdaling. Gelukkig hangt er een koord en komt Erik ter hulp. Iedereen komt er zonder veel kleer- en ander scheuren vanaf, zij het niet allemaal pijnloos.

We bewonderen beneden de carrière waar we zonet bovenop liepen. Het rood wit geleid ons even verder op trappen voorbij de grotten van een zekere doctor Thiry en dan opnieuw de hoogte in. Nu zijn de spieren goed opgewarmd en de lichamen ook. Het bos oogt mooi, maar nat en vooral heel rustig. Na een nieuwe glibberige afdaling, bereiken we het open veld en volgen dat tot in Hénumont.

De groep volgt gezwind een asfaltweg die de vallei van de Amblève induikt. Deze afdaling is er te veel aan. Ik moet haar in achteruit nemen, gesteund door bereidwillige vooruitstappers. De spierpijn is te hevig, het rechterbeen wil niet meer mee… Gelukkig wil Warre nog steeds zijn nieuwe groep stichten en tracht hij leden te werven met activiteiten zoals macramé, verhalen vertellen en breien. Ik maak me lid.

We bereiken het dorp Sougné en steken er de Amblève over. Wegens een te koude wind, wordt de vooropgestelde halte uitgesteld. Even later bereiken we Remouchamps. We bekijken de brugpoten van de autostrade die hoog boven het dorp uittroont en terwijl we eronder wandelen fantaseren we een klimpartij tot boven. Toen wisten we nog niet wat ons te wachten stond, want een onopvallend wegeltje neemt ons in een steile opgang tot hoog boven het dorp. Dit is rapper geschreven dan gestapt. De fysieke conditie wordt helemaal op de proef gesteld. Betty’s knieën willen niet goed mee. Michelle puft dat het een lieve lust is. Miep en Els vorderen gestadig… en ikzelf mank koppig voort.

De drankpauze na 7,8 km om 12u11 is nodig. Tijd om de inwendige mens te versterken en wat mij betreft een definitieve beslissing te nemen. (Achteraf blijkt dat ik een nieuwe spierscheur heb opgelopen.)

Rita vindt het nodig om de wet van de zwaartekracht te testen en buigt zich voorover naar haar rugzak zonder het open flesje met plakkerige aquarius in de juiste stand te brengen…vervelend opkuiswerk ….

(Het verslag wordt overgenomen door Mark)

De laatste helling – als automobilist zou ik er in de winter niet graag wonen – is er voor Kaat teveel aan. Betty sukkelt wat met de knieën en is bereid om haar te vergezellen. Zij haken met zeer veel spijt in het hart af en keren strompelend terug naar Remouchamps. Een leuke chauffeur (na een korte liftperiode) brengt hen tot in het centrum van Spa. In plaats van sport, wordt de tijd met cultuur doorgebracht en leren ze het leven en het karakter van Marie-Henriette, vrouw van onze Leopold II, kennen.

De overige veertien vervolgen hun weg. Een pad tussen twee weiden is quasi onbegaanbaar door het veelvuldig gebruik door het plaatselijke vee. Zowat iedereen kruipt over of onder de prikkeldraad om niet in de modder te moeten dabberen. We dalen af naar de Ourthe en komen aan het vakantiecentrum van de BGJG aan de Neglinspo. Dit is bekend terrein en dat is ook te zien aan de drukte die er heerst. We volgen het riviertje stroomopwaarts. Voorwaar een mooi stukje natuur. Er zullen er nog meer volgen dit weekend. De streepjes leiden ons op een bepaald ogenblik naar een steile klim. Eenieder kruipt op zijn of haar ritme naar de top. Met een kleine 10 kg op de rug is dit al een voorsmaakje van wat ons meer Zuidwaarts te wachten staat. Het pad kronkelt door het bos op de top van de kam. Bij de afdaling is er enige twijfel over de te volgen richting. Gelukkig is er het kompas van Erik en Micheline om ons te behoeden naar ons beginpunt terug te keren.

De voorbije dagen en nachten is er behoorlijk wat water uit de hemel komen vallen. Resultaat zijn kleine stroompjes die zich langs de hellingen naar beneden storten en waterlopen die zich plots heuse bergriviertjes wanen. Ook de Neglinspo heeft een gezwollen bedding. We moeten regelmatig het water oversteken om over rotsen en bruggetjes onze weg te kunnen volgen.

De Warre schrijft geschiedenis met zijn laarzen: als ik mijn podoloog vertel dat ik iemand ken die 78 km gewandeld heeft met rubberen laarzen, doet hij meteen zijn boetiek toe en gaat paddestoelen verkopen. Maar het moet gezegd, ze zijn ons goed van pas gekomen. Regelmatig kan onze "rubberen" (waar is die roze overtrek gebleven?) het water in om iedereen te helpen bij het oversteken.

Rond 14 u worden de boterhammetjes verorberd aan de rand van ons would-be bergriviertje. We bereiken de top van de vallei en wandelen het plateau op. De wind blaast in ons gezicht en test de recent aangekochte kledij op zijn efficiëntie. De vergezichten zijn indrukwekkend. We voelen dat de hoogteverschillen – hoe bescheiden ook – alsmaar belangrijker worden. De weg vervolgt via een afdaling langs een sparrenbos tot aan het zoveelste modderpad. Dit loopt parallel met de vallei. Een ree schiet verschrikt het struikgewas in. Het water zoekt overal zijn weg naar het laatst gelegen punt. En heel wat wegeltjes en paden komen aldus als verharde oppervlakten in aanmerking voor de afwatering. Zo ook de weg die naar Winanplanche leidt; het dorp dat de aansluiting belooft met de GR waarom het allemaal te doen is, het Koninginnestuk onder de randonnées: de GR 5.

En ja hoor: ze ligt er en loopt als een witrode draad door het dorp. Een groepsfoto onder het bordje met o.a. de afstand tot Spa mag niet ontbreken. Luc, de dagleider van dienst, is dermate van streek dat hij ons enkele 100 meters in de verkeerde richting loodst. We vinden gelukkig op tijd de juiste route en stappen Winanplanche uit. Niet zonder nog even gestoord te worden door behoorlijke zichtvervuiling, zijnde de stort- en stapelplaats van wat vermoedelijk de gemeentelijke technische dienst is.

We stijgen richting heuvelrug voor Spa en komen langs een bos dat aan de militaire overheden toebehoort. Een klimmende asfaltweg leidt ons naar de zoveelste vlakte met weiden en mooie houtkanten. De GR vervolgt haar weg tussen deze houtkanten maar is bij momenten totaal onbegaanbaar wegens de overvloedige modder. Het begint te schemeren als we een bos bereiken. We dalen naast een kronkelend riviertje en versnellen de pas, want Spa wenkt. Maar de afstand is toch nog langer dan gedacht. Lichtjes tussen de bomen geven aan dat we zeker in de buurt van Spa moeten zijn. Na de zoveelste beklimming en een weg met afdaling in slechte staat, komen we eindelijk omstreeks 18u en in het pikkedonker toe in de voorstraten van het kuuroord. Enkelen onder ons zijn stikdood en snakken letterlijk naar adem. 58 km gepakt en gezakt op een golvend parcours is duidelijk voor de niet getrainde onder ons, en dat zijn we bijna allemaal, geen sinecure.

Ook vandaag krijgen we statistieken van de hoogtemeter van Erik: 780 meter gestegen en 7u30 onderweg.

Kaat en Betty zitten ons op te wachten in het café naast het hotel. We laten de Leffes aanrukken alvorens het avondmaal te nuttigen in het hotel ‘Le Relais’ (Place du Monument 22 - 087/77.11.08). Dit adres, ons aangereikt door de Trotter, blijkt een voltreffer te zijn. van de guide du routard hadden we niet anders verwacht. Een groot in vierkant opgestelde tafel trakteert ons vanaf 20 uur op aperitief en een jachtmenu aan 20 €: La terrine de gibier - Le givet de biche à l'ancienne, airelles et pommes croquette - la glace aux fruits rouges. Meer moet dat niet zijn om de meesten onder ons pompaf naar hun bed te krijgen. Uiteraard zijn er altijd de onverlaten die toch nog een stapje in de wereld moeten zetten om de dag af te sluiten. Naar verluidt hebben Erik, Marco, Heidi, Rita, Betty en Kaat het evenmin lang uitgehouden, want omstreeks 23u30 lagen zij ook onder zeil.

DAG 3: Maandag 11 november 2002 – 17,6 km

Vijf na negen: Kaat ziet het niet zitten en haakt definitief af voor de laatste 17 km. Niemand, ik dus ook niet, besef ten volle hoe zwaar dit haar valt. We beloven haar plechtig dat we deze km met haar zullen overdoen. Micheline moet om familiale redenen ook afzien van deze derde stapdag en neemt de trein rond 8u51. Aan het einde van de dag beseffen we wat ze gemist hebben en met hoeveel plezier we dit stukje opnieuw zullen stappen.

De groep trekt zich op gang en doorkruist het stadje dat ontwaakt. De honden worden uitgelaten, de bakkers worden bezocht. Een man met een stompje zelfgerolde sigaret in de mond, hangt uit het raam van zijn kamer gelegen boven de gelagzaal van een café. Of hij de ochtend als rustbrenger begroet, dan wel zelf het café heeft gesloten, is niet duidelijk. Vergeleken met onze aankomst, beschrijven we een V waarbij het laagste punt van de letter ons hotel in Spa is. Blijkbaar zijn we gisteren bij aankomst, even het spoor bijster geraakt. Desondanks hebben we het pad terug opgepikt aan onze slaapplaats en klimmen we nu Spa uit. De villa’s en monumenten die we zien bij het verlaten van de stad, doen mij bij momenten denken aan de huizen in de Hoogvorstwijk in Tervuren. Grote imposante oud herenhuizen. Hier en daar is er een teken van verval. Huizen die te koop staan of zelfs uitzonderlijk een verkrotte woning. Een kuuroord op zijn retour? We laten het niet aan ons hart komen en stappen het "stade des sports" voorbij alvorens het bos in te duiken.

Een riviertje met schuimend witte koppen en duidelijk goed gevoed van de regen van de voorbije nacht, begroet ons. Het pad leidt langs en bij tijd en wijlen over het water, tot aan een geasfalteerde weg. Het loofbos ligt er rustig in volle roodbruine herfstooi bij. Gekomen aan de overkant van onze geasfalteerde weg moeten we het riviertje overspringen. De Warre dus weer het water in om iedereen, ( enfin bijna iedereen hé Michelle ), droog over te helpen.

De natuur vertoont alsmaar meer de kernmerken van een hoge venenlandschap. Veel watertjes, open dennenbossen, tot en met de echte Venen. De hoogtemeter van Erik geeft aan dat we blijven stijgen. Wat we ook voelen met onze 10 kg op de rug en een kleine 60 km in de kuiten. Een duidelijk goed getrainde jogger loopt ons voorbij. De GR laat aan het rand van het Venengebied de keuze: ofwel een mooiere tocht door de Venen, maar wel 1 km langer, ofwel een kortere. Het laat zich raden voor welke optie we kiezen. Waarvoor zijn we anders hier? De groep trekt zich dus op gang en loopt even later op een paadje met dolomiet, afgewisseld met stukken knuppelpad, door een prachtige venenvlakte. Plukjes heide en een schaarse boom in herfstkledij brengen afwisseling in de beige zee van helmgras. De zon en een blauwe hemel zijn ook van de partij. De dag kan duidelijk niet meer stuk. We laten een uitkijktoren voor wat hij is en trekken richting Pruisische Franse grens.

Onze gids van dienst, Marco, weet te vertellen dat hier een Romeinse heirweg liep. Het verhaal van de Pruisische grens moet hij verschillende malen herbeginnen omdat de groep zo uitgerokken is en sommigen zowaar stilaan hardhorig worden. De oorverdovende stilte van de venen zal hier wel voor iets tussenzitten…

Aangezien we aan de toren op het hoogste punt van onze tocht zitten, moet er weer gedaald worden. Het overvloedige regenwater van de voorbije nacht stroomt langs geïmproviseerde beddingen naar de vallei. We stappen quasi permanent in het water en bereiken we het dorpje Andrimont. Het is 12 uur. Tijd voor een stukje worst, restjes van boterhammen en een heuse cappuccino. Dank u Nescafé en zijn leverancier Martine. De vallei is heel breed. We ontwaren in de verte een verlaten skipiste. De breedte van de vallei maakt dat de helling ook veel langer is. We sleuren ons richting top door goed onderhouden hagen van meidoorn en houden halt voor het zoveelste vergezicht. Bij de afdaling naar Stavelot is er enige twijfel wanneer een bos helemaal gekapt blijkt te zijn. De roodwitte streepjes zijn nergens te bekennen. De tocht wordt verder gezet via het pad afgaande op de kaart in de GR gids. Het blijkt de goede te zijn.

Regen en modder eisen hun tol. Luk gaat onderuit en belandt in de gracht. De bagage van Micheline zal er te veel aan geweest zijn …

Stavelot is nog nergens te bespeuren, alhoewel we niet veraf meer kunnen zijn. Het betekent dat we nog een ferm stuk zullen mogen zakken. Een weide aan de rand van het bos zou in de winter menig skiliefhebber doen watertanden. Een baan onderaan de weide geeft ons de indruk dat we aan de rand van ons eindpunt moeten zijn.

Wie denkt dat er nu enkel nog een vlakke eindsprint moet afgelegd worden, is eraan voor de moeite. De route loopt via een tunnel die tevens dienst doet als kanaal voor een riviertje. Het water staat dermate hoog dat al diegene die nog droge voeten hebben, het nu wel kunnen schudden. Bij het verlaten van de tunnel kolkt het water zo hard dat niemand droog kan blijven. We trekken Stavelot dus binnen met natte voeten.

De statistieken: stijging met 560 meter en 5 uur onderweg.

Het is bijna 14u. De bus naar Trois Ponts vertrekt om 14u59. Er kan nog gezocht worden naar een standplaats voor ons manneken. En we kunnen de belevenissen van de voorbije dag doorspoelen met de klassieke Leffe. We combineren een en ander en vallen binnen in café La Chaumière, waar we de enige vroege stamgasten zijn. De bazin kan eerst haar oren niet geloven wanneer haar wordt gevraagd onze mascotte zes maanden bij te houden. Maar ze heeft aan haar toog al wel grotere zever horen verkopen. Ze slikt het verhaal dat Marco haar opdist en belooft goed op het beeldje te passen. Het krijgt meteen in het zicht van alle bezoekers een prominente plaats tussen de glazen. Als dit maar geen stamgast op verkeerde ideeën brengt.

De terugtocht met bus, trein en camionette of wagen, verloopt voorspoedig. Zeker nu onze plaatsen in de treinen gereserveerd zijn. De aanplakkingen (De Boodt Rita / Réservé) laten ons toe enkele onverlaten die het gewaagd hebben onze plaats in te nemen, vriendelijk te verzoeken op te hoepelen. Onze modderkleren laten duidelijk verstaan dat er met ons niet te spotten valt en dus kiezen ze spontaan eieren voor hun geld. Het laat ons toe uitgezakt naar Leuven en Brussel te sporen. Omstreeks 19u stappen we af in Leuven. Voor mij staat er nog een werkvergadering op het programma tot 23u30. Gelukkig laten drie dagen zuurstofkuur toe te relativeren.

 

Mark Van Roy

Kaat Boon

<< - home - foto's - >>