<< - home - foto's ->>

Negende stapmoment

VAN MANTERNACH tot RUMELANGE van 8 tot 11 november 2003

De Moezel en wijngaardentocht…… 74,8 km

Planning:

za 08/11 Manternach - Ehnen 18 km

zo 09/11 Ehnen - Wintrange 18,6 km

ma 10/11 Wintrange - Frisange (Hellange) 20 km

di 11/11 Hellange - Rumelange 18,2 km

Wie: Micheline, Luc, Danny, Erik, Christian, Marco (1 dag), Rita, Heidi, Betty, Warre, Martine, Els, Miep, Mark en Kaat ( 2 dagen ) . En de honden groeien ook aan: Nel, Hector en Azou!

Zaterdag 8 november 2003 – van Manternach tot Ehnen – 18 km – 5u35 onderweg

Om 8u kunnen de auto’s starten, een half uur later dan gepland. Drie wagens gevuld met 12 personen en drie honden rijden tot in Ehnen om daar Marco’s wagen achter te laten. Hij kan maar een dagje mee wegens morele verplichting en engagement ten opzichte van de voetbalploeg Ganshoren. Voordeel is dat de meeste rugzakken achtergelaten kunnen worden. Om 11u bereiken we Manternach, verwelkomen Luc, Micheline en Danny en na een snelle dronk, kunnen we vertrekken. (Het plaatselijk café is weer gesloten.) Ons manneke is blij ons terug te zien, al heeft hij het in Manternach naar zijn zin gehad en leerde hij ondertussen Duits of liever Letzeburgs.

Al bijpratend komen de spieren los terwijl we ons voortbewegen over asfaltbanen. Dat valt uiteraard tegen. Iedereen kijkt uit naar de pure natuur, maar de beschaving manifesteert zich overal. Ook wandelpaden worden blijkbaar zo gemakkelijk mogelijk gehouden, zo lijkt het. Weerom kruisen we een autosnelweg (E 44). We ontmoeten het riviertje de Letieschbaach dat we oversteken en komen na een klein uurtje in Grevenmacher.

Het centrum wordt niet bezocht, ondanks het feit dat het boekje vermeldt dat het een bezoekje meer dan waard is. We volgen trouw de gele kleur en beklimmen de stenentrap langs de kruisweg naar de Kruiskapel. De trap werd veel gebruikt en we zijn wat blij dat we niet op onze blote knieën naar boven moeten…. Onze pelgrimstocht verloopt comfortabeler …

Eindelijk voelen we zachte ondergrond: langs de ene kant wijngaarden en aan de andere een boskant met daarachter velden. Een rechthoekig prieel met voldoende zitplaatsen staat ons op te wachten voor het middageten. Rita trakteert op vers gekookte bio eitjes met zoutvaatje: genieten van de kleine korrels des levens….

Een koppel wandelaars komt voorbij met GR5 boekje in de hand. Geen twijfel mogelijk dat zij dezelfde weg kiezen… (We zullen ze later nog zien …) Het doet opmerken dat we weinig wandelaars op onze tochten zijn tegengekomen.

De inwendige mens is versterkt en de fysieke arbeid kan terug beginnen. Een rij bomen versierd met maretakken omzoomt de weiden en trekt onze aandacht. Oef, we zijn dan toch op stap in de natuur…

Het valt op dat de natuur op dit onderdeel van het traject naar waarde wordt geschat: veel infopanelen die ons wijzen op fauna, flora en de landschappen. Ook de zitplaatsen en picknickplekjes zijn regelmatig voorhanden.

We blijven even op dezelfde hoogte tot we dalen langs een rotstrap. Beneden dwarsen we de Kelsbaach en op het brugje ontdekken we een inox pijpje, horizontaal gemonteerd op een verticale staaf. Op dit pijpje staat vermeld: bergeronette, of motacilla cinerea . (in het Letzeburgs "Wantenpanewippchen"). Onze Danny kan ons niet helpen met de vertaling, laat staan met de bedoeling van de montage. Het enige dat we kunnen bedenken is dat het een verloren kunstwerk is… Thuisgekomen, neemt onze jongste zijn verantwoordelijkheid en vindt dank zij het internet het antwoord: door het pijpje konden we kijken naar een nest van een "kwikstaartje" (http://www.naturimage.com/bergeronettedesruisseaux.htm) Met deze educatieve uitleg doet Danny zijn job van vertaler eer aan en zijn wij weer een stukje wijzer geworden.

Ongelofelijk die Luxemburgers: geen moeite is hen te veel om de stappende medemens zelfs te wijzen op kortstondige ornithologische fenomenen…

We bereiken het dorp Machtum, klimmen tot aan de bosrand en stappen verder richting wijngaarden. De herfstkleuren onder de herfstzon geven ons nog meer de overtuiging dat stappen louterend is (voor zover het lichaam meewil …)

Op een splitsing houden we halt en worden de honden gelaafd. Er ontstaat een ‘verhitte hondendiscussie’ tussen Nel en Azou, maar die wordt vakkundig beslecht door de laatste. Hij en hij alleen heeft het recht als eerste te drinken. Hector ziet het rustig aan en denkt er het zijne van …. Deze keer heeft Warre voor dikke lekstokken gezorgd die ons het zwijgen opleggen.

Onze groep blokkeert de doorgang voor het koppel GR5 wandelaars. We zien ze aarzelen: kunnen en mogen ze door? Nog een keer en we betalen hen een pint.

We bereiken rond 15u30 het gezellig dorpje Ahn met voetballende jongens en kerkhof. De asfaltweg wordt verder gevolgd en langzaam klimmen we hoger en bereiken de wijngaardenstreek. Her en der zien we wijnbouwers neerstrijken om de ranken vakkundig te snoeien. Een werk dat met liefde en vooral met veel geduld wordt uitgevoerd, onder ons wandelend oog.

De tocht doet ons enkele trappen nemen tussen de wijngaarden door. Een stevige klim die door de ene al verstandiger wordt aangevat dan door de andere … en door de ene goed wordt verteerd en de andere die zich bezeert. Verder het asfalt volgen tot aan de Sint-Donaatskapel die Miep probeert om te duwen … al stretchend om de spieren in conditie te houden.

Terug trappen af tot aan een baan richting Wormeldange en voorbij een oude wijnpers. Dan is het zoeken naar een gele driehoek. Dank zij het opnieuw herlezen van de tekst in het boekje vinden we de juiste route terug en steken de Hangelsbaach over. (Achteraf verneem ik dat ons koppel GR5 wandelaars ons hebben zien missen en stilletjes genoten van de chaos bij het zoeken naar de juiste weg …)

Door de wijngaarden volgen we het geel en ontdekken een eigenaardig verkeersbord: een helikopter doorkruist in het rood. Martine vindt dat het ‘nachtvocht’ al te voelen is. Marco vraagt meer verduidelijking …

De Moezel begeleidt ons trouw aan de linkerkant. Langzaam maar zeker dalen we richting het water en bereiken om 16u35 het dorp Ehnen. Ons hotel Simmer ziet er leuk uit, met zicht op de Moezel. De Taverne am keller nodigt ons uit voor een fris wit Moezelwijntje (pinot blanc). De rappe palmen de tafels in, de achterblijvers kunnen nog staren naar een groot schip dat voorbijvaart.

Wanneer iedereen verenigd is en vredig zijn drankje savoureert, verheft Warre zijn stem, want er moeten nog beslissingen genomen worden voor volgende tochten. Hij kan aan twee mobilhomes geraken, wat de volgende trajecten zal vergemakkelijken. Volgens de prospectie van Rita is er immers weinig beweging in die streek en is het dus moeilijk om overnachtingen te vinden. De periodes worden vastgelegd en het akkoord verkregen. We kunnen klinken op de toekomst.

Tijd voor een bezoekje aan het hotel. Kamers worden verdeeld en honden moeten betalen. Gelukkig kan Marco’s wagen dienst doen als slaapstede voor Hector en Nel. Azou mag bij baasje blijven. Om naar de kamers te gaan, moeten we een brugje nemen dat later op de avond wanneer we eronder doorlopen de "brug der zuchten" wordt genoemd.

Om 19u zitten 15 wandelaars met frisse kaken aan tafel. Het wordt een bijzondere lekkere wildmaaltijd, overgoten met plaatselijke wijn (wit oké, rood 1 goede fles - pinot noir - en dan rosé …).

22u en volgevreten kiezen we voor een avondwandeling met de honden rond het mooi en enig ronde kerkje opgelicht door een volle maan. De redactieverantwoordelijke begint te beseffen dat het andermaal een ingekorte tocht zou kunnen worden. De gevolgen van een nieuwe spierscheur opgelopen bij het afdalen vandaag laten zich voelen.

De maansverduistering is nog niet te merken, daarvoor moeten we nog 5 uur wachten. Uiteraard neemt niet iedereen de verstandige keuze om te gaan slapen en wordt de taverne vereerd met een avondbezoek.

We moeten trouwens ook afscheid nemen van Marco die ons de volgende ochtend verlaat. Het is zoeken naar een plaatsje in de maag voor een amaretto of biertje, maar het gaat er nog bij. De maansverduistering zal voor een andere keer zijn.

 

Zondag 9 november 2003 – van Ehnen tot Wintrange – 18,6 km – 6u36 onderweg

Om 8u30 zitten we aan de ontbijttafel onder het strenge oog van een of ander houten borststuk van een heilige. Slaapervaringen worden uitgewisseld. Pijnlijke lichaamsdelen komen ter sprake. Marco neemt snel afscheid en verdwijnt richting Brussel.

Ons manneke krijgt Theo flitser als nieuwe hoeder en verhuist van rugzak. Terwijl we wachten op de picknick, zien we opnieuw het koppel voorbij gaan. Deze keer houdt Erik hen tegen en verneemt dat ze dezelfde tocht doen, maar vertrokken zijn uit Bergen-op-Zoom. Ze zijn zoals wij gisteren vertrokken in Manternach en stoppen dinsdag in Rummelange waar ze met de trein terugkeren. Van toeval gesproken!

Onder klokkengeluid klimmen de 14 om 10u Ehnen uit en zien de Moezel in al haar pracht schitteren in de ochtendzon en onder de helblauwe lucht. De stramme spieren worden snel losgewerkt, want het is stijgen geblazen. De wandelstok moet ons naar boven helpen.

We bereiken Greiveldange en ondanks de aanwezigheid van een wijnkelder met zeer goede faam, stappen we lustig door. Het is het juiste seizoen niet … Rond 11u aan een kapel van de calvarieberg houden we een drankstop. Rita’s rug wordt psychologisch ontleed, althans de vochttekening wordt door de anderen geïnterpreteerd: een röntgenfoto, een vlinder, vleugeltje van een engel, een bekken …. de inbeelding verraadt de persoon …

De tocht blijft mooi en idyllisch blinkt water in de zon. Heidi denkt even dat het een lieflijk meertje is, maar het is onze trouwe metgezel van deze tocht: de Moezel.

Om 11u40 bereiken we Stadtbredimus, maar stappen flink verder. Eindelijk mogen we genieten van de mooie herfstkleuren in een oud beukenbos. De zon schijnt fel en wanneer we enkele minuten later een prachtig rustplaatsje vinden aan het beekje Heidbaach, lijkt het zomer te zijn. Heidi zet zich al snel in topje. Miep trekt de schoenen uit om haar voeten te laten ademen en legt uit dat dit de beste remedie zou zijn tegen blaren en dus volgen zeven paar voeten haar voorbeeld. De hongerige magen nopen tot het keuren van de picknickzak. Het valt best mee: appel, appelsien, water, twee broodjes met beleg en groenten, chocoladekoekje en chips! Over dit laatste heerst duidelijk verdeeldheid, alhoewel de zakjes met smaak zullen verorberd worden later die dag. Betty vraagt assistentie van slaperige Rita met compeed.

Vader en zoon joggers schrikken op door onze troep en hun border collie durft Azou niet passeren. Hij denkt dat het bos en de weg ook al zijn eigendom zijn.

Heidi ligt languit met een label aan haar voeten, ze oefent voor later … maar stil liggen en vooral zwijgen, lukt haar vooralsnog niet. De siësta treedt langzaam in … Onder een regen van bladeren en in volle novemberzon vallen de stemmen stil. Oude takken boven ons en een stevig windje zetten Danny tot denken en fantaseren met Azou in de hoofdrol. De bladerval inspireert Warre tot dichten, maar hij wil het niet luidop doen wegens misschien te schunnig. Nel vleit zich tegen Martine, bij gebrek aan Hector; en onze Mario is stilletjes vandaag.

Een kerkklok slaat 13u, het sein om alles bijeen te zamelen en zich terug te ‘berugzakken’ … Het paadje loopt leuk langs het droog beekje, over houten plankjes. Even later duikt Remich voor ons op en stappen we in een druk bezocht centrum naast de Moezel. Een witte koe met vleugels begroet de groep. Het hotel "Beau Séjour" waar we overnachten wordt gevonden en neemt de rugzakken onder zijn hoede. De eigenaar, kok en receptionist vindt Nel een prachthond, met Azou weet hij het zo niet…

Deugd doet dat zo zonder last op de rug. Om 14u vervolgen we onze route en verlaten Remich terwijl we de woningen in de gekende gele en roze Luxemburgse kleuren bekijken. Het geel voert ons naar boven en naar beneden, langs wijngaarden en tot op plaatsen met mooie vergezichten.

Al keuvelend bereiken we een bos en midden op de afdaling zien we opnieuw het koppel Belgen, Yves en Marianne. Zij doen de tocht in omgekeerde richting en hebben vanuit Remich de bus naar Witrange genomen. Zo kunnen ze niet voor verrassingen staan als ze toekomen.

Ze doen ons lichtjes twijfelen aan de kundige voorbereiding van ons Rita: komt de bus of komt ie niet??? In het bos vindt Azou het welletjes en rent ervan door. Heidi roept met weinig overtuiging, want een kleine hond met een sterk karakter zegt ‘foert’ tegen het baasje. Maar hij komt altijd terug … en zo geschiedt. Het paadje wordt drastisch onderbroken door een wegverzakking. Eén van de plastieken wegversperringen even verderop wordt door Warre omgetoverd tot een toeter die Azou tot de orde roept. Het bos ligt er vredig, maar stil bij … Bij het verlaten van het bos, vervolgen we de weg aan de rand van de laatste wijnvelden. Op het einde staart St-Donatius hoopvol over het dorp Witrange .. Hij moet de wijngaarden behoeden voor donder en bliksem. Nog een laatste inspanning: 500 trappen naar beneden … Voor mij 450 trappen te veel: het rechterbeen wil definitief niet meer mee zodat Mark mij naar beneden moet dragen. Van journalist tot rugzak, het zal je maar overkomen …

Het buskotje in Witrange wordt om 16u37 onmiddellijk ingepalmd en de groepsstretching kan beginnen. Spierpijnen en stijfheid worden aldus vermeden, al houdt Micheline er een andere mening op na… Om 17u stipt, zoals Rita voorspelde, brengt de bus ons terug naar het toeristische Remich.

De patron is blij ons te zien en wordt verleid zijn verleden bloot te geven. Als Fransman is hij in Luxemburg beland door de liefde. Hij werkte bij de drugbrigade van de politie te Luxemburg. En gezien zijn kookkunsten en zijn oude job beu zijnde, heeft hij een nieuwe uitdaging gevonden. Hij vindt dat het geweld is toegenomen. Vooral sinds de vrijere toegang van de Oost-Europeanen. Terwijl hij het vrouwvolk animeert, staren de mannen naar de grote poes van de nieuwe serveerster… ze zou een tatoo hebben op haar rug. Warre noemt haar de vrouw met twee poezen … Het plaatselijk donker bier valt flauw en zoet uit. Het blonde Bitburg bier gaat er gemakkelijker in. De chips komen nu goed van pas …en zijn hygiënischer dan de nootjes die in cafés worden geserveerd …

Om 20u zit ieder klaar aan de lange tafel om de kookkunsten van de kok te testen. Hij daagde Miep uit (of was het omgekeerd) om zijn sausjes te proeven… Hij had pronkerig gezegd dat zijn hotel goed draaide, omdat het eten er zo lekker is. Miep repliceerde daarop en zei dat de Franse genen nog steeds in hem zaten, ondanks zijn ettelijke jaren verblijf in Luxemburg …

Maar we moeten beamen, het eten was lekker! Eerst een pompoen roomsoepke, gevolgd door snoekpaté met een lekker sausje. Vervolgens werd parelhoen met wildfond, boontjes en aardappelkoek geserveerd en een huisgebakken cake met fruit en te veel slagroom als toetje.

Het eten moet weggespoeld worden en amaretto en ander lekkers worden genuttigd aan de toog. De plaatselijke schuimwijnboer wordt erbij gehaald en we krijgen elk een glas in ons handen geduwd. We moeten beloven om zijn wijnkelder de volgende dag te bezoeken….

maandag 10 november 2003 – Wintrange tot Frisange – 20 km – 7u onderweg

De dag is grijs en koud als 13 stappers de bus nemen om naar het eindpunt van de vorige avond te geraken. Kaat moeten we met pijn in het hart achterlaten. Het is duidelijk dat er werk aan de winkel is voor haar osteopaat.

In Wintrange vertrekken we andermaal met veel goede moed en, zoals gebruikelijk, een stevige klim om de stapdag in te zetten. De honden vinder er niets beters op dan de waterduikers van de wijngaarden in te kruipen, tot grote schrik van Heidi en Martine. Boven aangekomen, trekken we plots richting Oosten: de wijngaarden die we gedurende een drietal dagen hebben kunnen volgen, laten we achter ons. We lopen als het ware een nieuw decor in. Een geasfalteerde baan afgeboord door hoogstamfruitbomen leidt ons een ander landschap van weiden en velden in. Vluchtende vinken en roepende spechten begeleiden ons.

We doorkruisen het dorpje Elvange-les-Burmerange en blijven gezwind de gids volgen. Wanneer we enkele wegeltjes verder in een weide terechtkomen, blijkt dat er iets mis is. De tekst van het boekje klopt, maar de tekens zijn blijkbaar verlegd. Andere gids en betere! We keren terug op onze stappen en volgen de hoofdweg richting autostrade. De goede weg wordt gevonden en we stappen door het open landschap over de zoveelste autosnelweg.

In de verte lonkt Mondorf-les-bains. Onderweg wordt ge-smst om te weten of Kim Clijsters verder geraakt is in de Masters.

We komen in de buurt van het kuuroord en besluiten aan de rand van een park de knapzak aan te spreken. Azou heeft er niets beter op gevonden dan zich in een heerlijke drol te wentelen. Hij is het voorwerp van spot tot grote ergernis van zijn bazin. Ze besluit hem in een plaatselijke sloot onder te dompelen teneinde de geur en het gesar te doen ophouden.

Mondorf is een chique kuuroord waar men op zijn strepen staat: een stukje van een weg die door het park loopt wordt heraangelegd en dus moeten we via een ommetje, gesommeerd door de arbeiders die er aan het werk zijn, de weg terugvinden. Bij het binnenlopen van het dorp stoten we op de eerste baden. In het dampende water liggen enkele toeristen die zich waarschijnlijk afvragen waarom die 13 idioten zich in het zweet stappen terwijl men even goed kan vermageren door in de winter warmwater baden te gebruiken.

De weg voert langs een riviertje, de Ganger, waar een ijsvogel als een blauwe schicht ons vooraf gaat. Natuur in de stad, ook in het kuuroord, werkt dus. We verlaten het dorp en treden een bos in. Het is het eerste mooie stuk van de dag. We lopen op een paadje bezaaid met afgevallen herfstbladeren. De weg stijgt en komt uit op een kapel omzoomd met een 250 jaar oude ceder. Een korte rustpauze en de groep trekt zich terug op gang voorafgegaan door Mark en Christian die blijkbaar niet te houden zijn.

We dalen terug, om vervolgens te stijgen (kunnen ze die wegen niet gewoon op de kam houden?) en komen in een open veld waar de bewegwijzering andermaal problematisch is. De appelsienen die we meegekregen hebben, zijn niet te vreten! En dus worden ze gebruikt als speelbal in een petanquespelletje met de honden. Het hoeft geen betoog dat het spelletje rap afgelopen is wanneer Azou zijn blinkende tandjes in het oranje balletje heeft gezet.

We stappen door een zoveelste slaapdorp waar de enige opwinding blijkbaar bestaat in het uittesten van het zoveelste poetsmiddel voor de wagen. We doorkruisen Altwies en stellen vast dat het de dag is van de slecht aangeduide wegen. Ook van de minder mooie wegen want we moeten gedurende kilometers langs een vrij drukke weg lopen.

Op enkele kilometers van het volgende hotel, smsen we Kaat. Ze heeft de wagen opgehaald en zit nu moederziel alleen in het hotel. Ze meldt dat de bar gesloten is. Een paar kilometers later bereiken we het hotel La Frontière op de grens van Frankrijk en Luxemburg. Duidelijk een schizofreen bedoening: een modern ogende buitengevel met een moderne vleugel voor de kamers en een vergane glorie van een café.

Christian, Micheline, Danny en Mark rijden naar Manternach om de andere wagens te halen en komen in de geneugten van het filerijden tijdens de Luxemburgse spits terecht. Als ze terug in het hotel zijn, horen ze net de laatste woorden van de levensbelangrijke vraag: hoe plaats ik een zetpil…. Met deze vraag is de rest van de groep een dik uur zoet geweest (uiteraard ook met het proeven van het plaatselijk biertje). Rita blijft haar opleiding en beroep eveneens trouw en bezorgt later het adres van de website waar haarfijn wordt uitgelegd hoe de suppo moet worden gestoken! Alle mythes verdwijnen op slag: "…Plaats de zetpil met de platte kant op een vinger en ondersteun deze met een andere vinger. De punt steekt nu naar voren. Duw vervolgens de zetpil voorzichtig en langzaam…" (www.kring-apotheek.nl/geneesmiddelen/ga10.html)

Een bevriend koppel van Danny vervoegt de groep en eet mee. Het avondeten is omvangrijk en lekker: charcuterie en groenteschotel, spruiten, deegwaren en gemarineerd everzwijn (?) en heerlijke appeltaart! De sympathieke hoteldochter die samen met haar familie het avondmaal nuttigt (in het voor het overige verlaten hotel omdat het eigenlijk sluitingsdag is) heeft deze gebakken. Een nachtelijke wandeling laat toe om het eten een heel klein beetje te laten zakken en het plaatselijk kerkhofje te bezoeken onder het maanlicht.

De nacht verloopt verder zonder geschiedenis, ware het niet dat een maat van Warre het nodig vindt om rond 3u55 een sms te sturen om te melden dat de bok geslacht is of zoiets. Alsof dat de arme kamergenoten van Warre op dat uur van de nacht iets kan schelen.

 

dinsdag 11 november 2003 – Frisange tot Rummelange – 18,2 km – 6u stappen

De volgende ochtend is het weer omgeslagen en wordt er na een lekker ontbijt in grijs en koud weer naar de vertrekplaats gestapt. Terwijl brengen Danny, Micheline, Christian en Kaat de auto’s tot in Rummelange en worden de 4 chauffeurs teruggebracht naar de vertrekplaats. We nemen afscheid van Kaat en stappen een beukenbos in.

Aan een boom hangt het bericht dat loslopende honden in mei reeën hebben doodgebeten. De gebetenheid van Azou kennende als het op eten aankomt, houden we hem en Nel nauwlettend in de gaten. Langs een open vlakte en een verlaten asfaltbaan komen we in Hellange. Dit was de plaats waar we gisteren hadden moeten toekomen. We stappen het slapende dorp door en komen op een bepaald ogenblik op een lelijk grintpad met zicht op een nog lelijker onafgewerkte autostradeberm. De plek is wellicht slecht gekozen, maar ze is er: we zijn aan onze 500e km. Dit moet gevierd worden en de schuimwijn wordt tot verrassing van eenieder bovengehaald.

We klauteren over het stukje onafgewerkte snelweg en belanden in het zoveelste bos op ons parcours. Uit het bos wandelen we langs een weide met paarden. We slaan rechtsaf en stappen de autostrade (Luxemburg – Metz) over. Op de brug zien we de grenspost Luxemburg – Frankrijk. Ik denk daarbij aan de lange brede afzakkende autoweg die Frankrijk inleidt. Een symbool als het ware.

Het parcours is al mooier geweest. Maar het moet gezegd, soms zijn er verrassingen die goed van pas komen. Een houten kiosk met zitbanken biedt een goede gelegenheid om de boterhammen aan te spreken. Het is 12u47. De kiosk staat vol met graffitti. Een verliefde voorbijgangster heeft zelfs aan Marco gedacht: Marco I love You! Minder poëtisch is "coca-cola mit aroma, macht die opa auf die oma". De weg leidt naar Burange: duidelijk een mottig dorp waar de wegbepalers beter een andere route hadden gezocht. Als we een wegomleiding met druk verkeer in omgekeerde richting moeten doorstappen, is de pret er voor velen af.

Een steile klim via een kruisweg brengt ons andermaal het bos en gelukkig de stilte in. Een mooie smalle holle weg leidt naar een plateau met een verlaten steengroeve. De honden rollebollen voor ons uit. Het pad voert door een tapijt van beukenblaren. Op de kaart lezen we dat we Dudelange voorbij stappen, maar we zien het dorp niet. Enkelen zoeken inspiratie bij sneeuwwitje en de zeven dwergen, zetten zich op een rij en alras galmt het door het bos: hey ho, hey ho ….!

Voorbijrijdende vrachtwagenchauffeurs die uit het woud komen met zware opleggers trekken ogen bij het zien van het dol gedoe van deze would be dwergen op latere leeftijd. Het einde van deze vierdaagse en ook de grens met Frankrijk op de GR5 zijn in zicht. Er moet een plek gezocht worden voor het manneke. We besluiten hem voor de eerste keer niet toe te vertrouwen aan een autochtoon. Hij mag de winter doorkomen in de natuur, weliswaar ingepakt in fijne plastiek. Een holle boom op de grens wordt de verblijfplaats van ons blinkend ventje voor de volgende 5 maanden.

We laten hem achter en dalen de weg af naar Rummelange terwijl Azou voor de zoveelste maal door de hekel wordt gehaald. Het is 16u voorbij.

In het café du Rond Point komen we op verhaal en vernemen we eindelijk van de dienster wat die Luxemburgers ons onderweg alsmaar toewensten: ‘moyenne’. Het betekent ‘bonjour’.

In afwezigheid van de hoofdredactrice mag iedereen zijn hersentjes pijnigen om ook deze tocht met enkele kernbegrippen te typeren:

Betty: macadam bis

Rita: content dat ik in Frankrijk ben.

Adelheid: toch goed gelachen

Eddy: wandelen snel weg – Marco gemist

Martine: en al de rest heeft Kaat gemist

Mark: gastronomisch wandelen

Els: de Champagne was de parel op de macadam

Danny: op naar de volgende 500 en vive la France!

Erik: ik zorg voor de fietsen en voor de kano

Micheline: weidse wijnvelden en prikkelende herfstgeuren

Luc: ik wil een hond als Azou

Chris: heel af en toe liepen we in een plaatje

Miep: voor de eerste keer echt genoten

Later via e-mail:

Evaluatie Danny: "een schitterende stapvierdaagse, een weldaad voor het geestelijk evenwicht, maar een overdaad voor het menselijk gewicht."

Evaluatie Miep: "De 'hoogtestage' in het Groot Hertogdom Luxemburg heeft me deugd gedaan: ik voel me vandaag serieus in 'form'! Ik vond het dit keer ook echt ontspannend en tof. Wel bijgekomen... Merci aan de organisatoren!"

<< - home - foto's - >>