Achtste stapmoment
VAN STOLZEMBOURG tot MANTERNACH ….. van 28 tot 31 augustus 2003
Deelnemers:
Danny, Micheline, Luc, Erik, Christian, Marco, Rita, Heidi, Betty, Warre,
Martine, Els, Mark, Kaat en Nel (border Collie)
De pruimentocht…
WAT VOORAF GAAT ….
Na een prachtige hete zomer met sublieme zwoele avonden, kondigt de regen zich aan (eindelijk denken boer en tuinder). Niet zomaar een bui maar zeer natte regenstriemen. Vooral in Luxemburg, zo heeft Erik opgevangen.
Rita besluit een aantal mensen te bellen (Martine en Warre, Marco, Betty, die Heidi net aan telefoon had gehad, Chris en Luc) om te horen of de medestappers het zien zitten met zulk een vooruitzicht. En the results are: we vertrekken, als we mogen zagen (Martine), eventueel tochten wat inkorten (Luc), slapen in hotelleke indien te gortig (Chris), vervroegd terugkomen (Betty), tocht is sowieso tof als ik erbij ben (Marco), kortom, alles kan, we zien wel!
Oef, geen regen die ons kan tegenhouden!(Kaat)
Nog enkele instructies via mail:
Ieder zorgt voor zijn/haar beleg van de broodmaaltijden voor de vier dagen, de versnaperingen, fruit en drank (koffie, thee, frisdrank ...) We eten iedere dag ergens een warme maaltijd. Er worden drie vuurtjes meegenomen (Rita, Marco en Danny) en drie keteltjes of zoiets om water te koken (Kaat, Luc en Christian) zodat we met koffie en thee kunnen ontbijten ...
DONDERDAG 28 AUGUSTUS – Stolzembourg – Bleesbrück – 24,3 km
Voor het gemak en om de auto's veilig achter te laten, verzamelen 10 dapperen rond 7u15 in de Hanssenslaan te Tervuren. Zuchtend maar gelukkig, met zware rugzakken, aangevuld met stukken tent, vertrekken we in 2 auto’s. Marco en Christian zijn de chauffeurs van dienst. Om 7u40 is de start naar Ettelbruck voor een autorit van 187 km.
Onderweg wordt Heidi’s rugzak kundig onderzocht en van meer dan 2 kg ballast ontdaan. De zalfkes hoeven echt niet mee. Ondanks het feit dat iedere wagen zijn eigen koers volgt, bereiken we tegelijk om 10 u het station! Nog tijd voor een lekkere tas koffie en afdokken aan de penningmeester van 125 euro voor de kosten van verblijf en verteren. |
De adembenauwende geur van rode lijm die werkmannen net tussen het zebrapad aanbrengen, doet ons naar de bossen verlangen.
Om 10u44 staat de bus klaar om ons naar Stolzembourg te brengen. Mijn rugzak wordt op de bus tot driemaal toe leeggehaald en weer gevuld tot hij mij uiteindelijk niet meer uit evenwicht brengt. Op tijd in Stolzembourg en de drie rk’s (Micheline, Luc en Danny van het Rekenhof) verwelkomen ons. Nog ons manneke bij de plaatselijke dochter ophalen en we kunnen vertrekken.
Mark heeft enkele weken terug deze eerste stapdag onder een verhittende zon verkend. Hij verhaalt dat het andermaal een prachtwandeling is, met alles erop en eraan: "een voormiddag met enkele serieuze kuitenbijters, een parcours dat ongeveer 70 % in bos loopt en voor het overige enkele prachtige vergezichten in petto heeft. 24 km in 6 uur. Eens zien of jullie het even goed doen. Ik kan mij zo al de plekken indenken waar Marco tot lyrische ontboezemingen zal overgaan en Luc verkeerd zal lopen. Of was het dan toch omgekeerd? Weinig volk gezien onderweg op de hordes Nederlanders na die je in Vianden en omgeving tegen het lijf loopt. En Warre, een goede raad. Als het even warm is als vandaag, suggereer ik de sandalen. In dezelfde temperaturen voorzie ik minimum 10 cm water in de botten."
Klokslag 11u30 vertrekt de meute (13 plus hond) met de stokken in de aanslag en de rugzak op de rug. Het aantal wandelstokgebruikers neemt toe (Betty, Martine en Kaat). De wandelstokken worden geëvalueerd als een onmisbaar instrument, vooral in de afdalingen. Warre draagt zijn sandalen. Nog geen 100 meter verder vallen de tongen stil om de ademhaling te kunnen controleren en de kuiten de kans te geven ons met rugzak en al naar boven te duwen. |
Als opwarming kunnen deze eerste kilometers wel tellen, omhoog langs het asfalt, dan verder langs kleine bospaadjes. Na een stevige klim langs een breed zacht pad, bereiken we de top van de berg Neklosbierg of Mont Saint-Nicolas (470 m). Trappen brengen ons nog tot 511,3 m hoger met zicht op een immense kunstmatige spaarbekken. (zonder rugzak natuurlijk). We stellen vast dat er niet veel te bezien valt, maar Mark was er ook opgegaan… Een horde Engelse jongeren stormt naar boven met de corpulente leider als laatste om hetzelfde vast te stellen.
Rugzakken terug op en volgen maar die gele bollen langs de baan tot we het bos ingaan en weer eens stijgen langs een mooi groen pad. De adem stokt, de spieren spannen zich en ieder bereikt de kapel Bildchen of het eindpunt van een kruisweg. Oudere koppels kijken ons aan en hebben gauw door dat we geen religieuze bedoelingen hebben. Wij beperken de activiteit tot het versterken en verfrissen van de inwendige mens. Onze fotografen Erik en Christian schieten nog enkele plaatjes. Niet lang wordt er gerust, want de staptocht roept. Het geel lonkt ons opnieuw op een smal zigzag paadje, stijl omhoog tot aan een uitkijkhut met zicht over de OUR en haar vallei Bovengekomen horen we Micheline stevig vloeken omdat ze haar adem niet vindt. Maar het prachtig uitzicht verzacht onmiddellijk de geleverde inspanning en geeft ieder nieuwe moed om de tocht verder te zetten.
De weg voert ons dalwaarts tot we onder de stoeltjeslift passeren die de niet mobiele en luie toeristen naar boven brengt voor het uitzicht. Marco roept de mensen boven onze hoofden toe dat ze hun ski’s vergeten zijn. Ze begrijpen er niets van, tenzij dat Marco de plezante van de familie is. Een stenen trap neemt ons zigzag naar beneden tot we eindelijk Vianden of de ‘Parel van de Ardennen’ bereiken. Een cultureel historisch bezoek zit er echter niet in…
Om half vier zetten we ons aan tafel voor lasagne, quiche of hamburger friet. Om de tijd in te halen, wordt geopperd het eten al lopend te verorberen, maar dat is nogal moeilijk. En dus vleien we ons neer op de harde banken, genieten van spijs en drank en verzorgen de brandende voeten met het onmisbare compeed. Sanitair bezoek en zoektocht van enkelen naar een plaatselijke bakker en ander proviand… Dit alles inspireert de wachtenden voor de jeugdherberg tot de stunt van wandelstok op neus. Warre lukt hier wonderwel in en zal zijn geld wel verdienen; Heidi heeft bijna een pleister nodig. De rest speelt toekijker en wacht op de inkopers. De klok slaat 17u hoog tijd om de tocht verder te zetten. We hebben nog meer dan de helft voor de boeg!
Nu volgt er veel asfalt, mooie vergezichten, weiden en pruimenbomen langs de weg. Een legitieme reden om even te stoppen, het lichaam uit te strekken en lekker te smikkelen van moeder natuur.
Het spoor dat Mark voor ons had achtergelaten, vinden we niet. Wel zien we op een ondertussen geasfalteerde treinspoor een vrolijke jogger voor ons huppelen alsof hij heel de tijd had staan wachten op onze komst. Een prachtidee van Mark vinden we.
We passeren enkele huizen aan de rand van het bos versierd met kabouters en andere stillevens en een betonnen constructie midden in de natuur opgebouwd als platform voor een ondertussen verlaten caravan. De plaatselijk milieubeweging heeft werk voor de boeg.
De bende stapt gestaag verder in stilte langs weiden en zonnebloemvelden; sommigen vinden dat er gezongen moet worden. Enkele pogingen worden snel opgegeven en de mond gesnoerd met pruimen.
Een zoveelste hereniging van de groep gebeurt aan een prachtig houten prieeltje. Het nodigt uit tot rust en verhalen. De bergbeklimmer die zijn eigen arm met een bot mes afsnijdt omdat deze gekneld zit onder een rots en hierdoor zijn leven redt, geeft iedereen moed. Als dat allemaal kan, dan zijn onze bobokes klein bier en het zagen niet waard! |
Met vernieuwde energie (o.m. dank zij de zoethoudertjes van Danny) wandelen we verder en genieten van het prachtig avondlicht en de mooie omgeving. De achterhoede ziet wiegende rugzaktopjes boven een maïsveld voortbewegen om dan een groen loofbos in te duiken. Het is er inderdaad idyllisch en stil. Een gele bol wordt niet gezien en even wijken we van de route af. Mark had nochtans verwittigd. Snel wordt het opgemerkt en enkele reeën door ons lawaai opgeschrikt, laten zich zien. Een gelukkig toeval!
Om 18u30 bereiken we het gehucht Marxberg waar de honden bij onze intrede hun avondconcert inzetten. Erik krijgt van de plaatselijke bevolking water. Nog twee uur te gaan… Het gezelschap sleept zich voort, niet echt meer in troep, maar in een lange sliert. Ieder overtuigt zichzelf van de geneugtes van het stappen en probeert de omgeving in te prenten. De lichte regen geneert niet; het dalen des te meer.
De laatste 500 meters in de schemer langs een drukke baan, gebeurt in ganzenpas. Een verkeersslachtoffer, een dode vos, gaapt ons na. Om 20u30 duikt eindelijk camping Bleesbruck op. Het is terug droog, net goed om de tenten op te zetten. Jammer genoeg is alles gesloten (bureel, café en winkel van benzinestation) en kan er niets lekkers meer gekocht worden. We zetten ons tenten waar er plaats is en die is er voldoende. De campinguitbaters zullen ons morgen wel zien. Het avondeten gebeurt noodgedwongen in het donker op de grond met soep en thee. Niemand zal hier een kater aan overhouden!
We evalueren de dagtocht vandaag als te lang en zwaar. Om 23 uur kruipt ieder in zijn slaapzak want weerlichten beloven weinig goeds. Even later tikt de regen gezellig op de tentzeilen en lijken we net aan een hevig onweer te ontsnappen!
VRIJDAG 29 AUGUSTUS 2003 – BLEESBRUCK tot GRUNDHOF – 21,7 km
Ongelooflijk maar waar, de tenten zijn relatief droog als we rond 8u uit de slaapzakken kruipen. Alles wordt kundig ingepakt. Rita betaalt ons verblijf en moet haar man Marco mee laten tekenen voor de 11 kinderen. Ontbijt op de grasmat, het waterketeltje fluit, de ochtendkoffie of thee is klaar en het warm water voor onderweg wordt in de thermossen gegoten. Het begint te rommelen hoog boven ons en de lucht kleurt donkerder … Hoog tijd dus om de laatste spullen weg te steken.
Enkele tellen later staan we onder het afdak aan de wc en doucheruimtes te kijken naar de hevige regenvlaag. Het belooft nat te worden vandaag… Jassen, capes, gamachen (of hoe noemt zo’n beenbeschermer) en ander waterwerend materiaal worden bovengehaald en opnieuw kan het herinpakken beginnen. Erik spant de kroon: bruine stapschoenen, zwarte beenbeschermers, grijze short hoog opgetrokken, oranje T-shirt, witte zweetband, gedrapeerd met een groene cape over de rugzak met slippen aan de zijkant …. sexy … |
Via gsm horen we dat onze 14de medestapper later toekomt dan gepland omwille van regenbuien onderweg en dus spreken we 8 km verder af… Mark mag nog eerst vuile wasgoed en ander materiaal in de camping ophalen, kwestie dat onze lasten iets lichter wegen.
We vertrekken in regentenue rond 10 u. Christian met zijn lichtgewicht paraplu open. Tien minuten verder in Gilsdorf stelt de groep vast dat er geen bakker in de buurt is en dat er meer regen klaar hangt. Een terras lonkt en dus zetten we ons neer voor een echte koffie in café Aguiarence. Mark wordt verwittigd dat we daar op hem wachten, in ruil voor brood. De Portugese uitbaatster ziet ons graag komen, ondanks de vuile schoenen en 14 vuile koffietassen. Het luifel boven het terras houdt gelukkig stand onder de stortende regen. 10u50 is het ondertussen en we zijn nauwelijks 1,5 km ver geraakt! Oorspronkelijke plannen worden gewijzigd: Micheline en Danny zoeken naar een droge overnachtingsplaats, Marco mag telefoneren. Het wordt hotel Ferrine. Van de ene nieuwe wending komt de andere. Wandelen met rugzak gevuld met kampeermateriaal dat we niet zullen gebruiken en nat van de regen, waarom niet alles in de wagen steken? Veel wordt daarover niet gediscussieerd en prompt wordt weer herpakt en herstoken. Slechts 4 rugzakken met proviand worden gedragen.
11u39: nieuwe start en stijgen. Eerst volgen we de baan, dan tussen twee weiden naar boven tot we een nat bos bereiken. Bij een steengroeve nog even klimmen om dan een mooi smal paadje te volgen. Het kronkelt langs loofbomen die ons beschutten tegen de striemende regen. Het gezelschap oogt feeëriek met de zwarte, groene of blauwe lange regencapes. Het zijn sprookjesfiguren in een sprookjesbos en we kunnen fantaseren.
Na een afdaling langs de baan, klaart het gelukkig op. Nat maar gelukkig zetten we er flink de pas in. Ook langs deze baan hangen pruimen op ons te wachten, maar ze worden minder gretig geplukt dan gisteren (hoe zou dat komen?). Na twee uren stappen, houden we halt op een brugje over het riviertje Ernz Blanch. Proviand en drank worden bovengehaald. Allerlei lekkers wordt aangeboden, onze jongste Danny heeft zelfs een hele zak met dikke ronde rode, groene en gele lekstokken mee. Ook Nel geniet van koekjes, brood en peperkoek. De zon piept door de wolken en komt ons op tijd verwarmen. In totaal hebben we 9 km in de benen, nog 12,7 km te gaan … en het is al voorbij 14u.
Vanaf hier start de schilderachtige streek ‘Klein Zwitserland’. In mei heeft de helft van het gezelschap al een deel van deze mooie regio verkend en gezien dat het de moeite is. Met een lekker gevulde buik moeten we onmiddellijk flink bergopwaarts tussen velden. Een enthousiaste pony loopt af en aan tot de troep volledig is gepasseerd. Een idee voor later misschien, een pony om al de lasten te dragen?
Het glooiend landschap voert ons via het asfalt naar het dorpje Eppeldorf. Gelukkig hadden we de afspraak met Mark veranderd of de jongen had hier ettelijke uren kunnen wachten. Het is weliswaar een mooi dorpje met oude huizen en boerderijen, maar voor de rest niet veel vertier. Tenzij de dorpskraan die alles natspuit in plaats van de flesjes te vullen, als vermaak kan worden beschouwd…
We verlaten het dorp en klimmen tot aan de bosrand en volgen die verder. Een zacht paadje neemt ons mee langs weiden en bosrand, bramen lachen ons toe. We plukken ze hoger dan een meter, kwestie van de vossenworm buiten ons lijf te houden. De geuren zijn heerlijk. We zakken naar het brongebied van de Huschbaach en volgen die stroomafwaarts tot aan een stuwmeertje. Een open plek in het bos met overblijfselen van vroegere wasbekkens wordt voorbijgegaan. Het ligt hier godverlaten en ontlokt de opmerking dat dit vroeger een goed idee was, dan waren de vrouwen een hele dag weg en hingen ze niet de hele dag in huis… (dixit een man, maar als vrouw kan het ook leuk zijn om het huis te mogen verlaten …) Het geel duwt ons langs een smal modderig pad naar boven tot op de asfaltweg en we kunnen het kasteel van Beaufort (bouw gestart in 1200) bewonderen.
Snel verlaten we de bewoonde wereld en volgen een veelgebruikt wandelpad aangegeven nu met groene driehoeken (het pad ‘Ardennen – Eifel). De gele bollen behoren tot de verleden tijd.
We volgen de vallei van de Haupeschbaach met langs beide kanten hoge rotsformaties bekleed met licht en donkergroene (beschermde) mossoorten. Het is klauteren geblazen tussen stenen en over bruggetjes. We genieten van de sereniteit en stilte, van de lichte regen en de zonnestralen erna, van de vrijgekomen zuurstof en van de groene tinten.
Uiteindelijk bereiken we een open vallei en de baan naar Grundhof. Naast de baan ligt een ander verkeersslachtoffer dat ons noodgedwongen moet aanstaren: een mooie (dooie) das. We zien onze gereserveerde camping, maar verkiezen het hotel eerst te bekijken. We hebben trouwens onze tenten nog niet.
Om 17u30 staan onze natte stinkende schoenen in de hotelgang. Mark gaat kijken naar de bushalte en kan mits een ultiem sprintje net de langsrijdende bus opspringen naar Gilsdorf om de auto met rugzakken op te halen. Het openbaar vervoer blijkt heel goed georganiseerd. (Hij is al terug om 18u40)
Enkele minuten later zitten we languit in de bar om ons eerste biertje te savoureren. Slimme Warre neemt het bier van de streek: Grand Cru Diekirch Ambrée. De rest drinkt eerst getrouw bier van eigen bodem om dan de geneugtes van de Luxemburgse bodem te proeven. De smaak is raak, de zweetvoet geuren anders … Aan de andere bezoekers zien we dat het onaangenaam ruikt. |
Moeder Rita zorgt voor onze kamers en papa Marco voor de reservatie van 14 couverts in het restaurant van hotel Brimmer aan de overkant. Om 19u30 worden we er verwacht. Zeven (bad)kamers worden bezet op recordtempo. Nel wordt in de auto gedropt, want mag niet binnen en ook Warre ondergaat van de directie bijna hetzelfde lot. Slechts nadat hij bereid is zijn lange broek aan te trekken wordt hij geduld aan tafel.
Rond 20u zitten we met zijn 14 aan twee ronde tafels de menukaart te bestuderen. Het is er chique met attente en snelle kelners die nog voor je vork de vloer raakt al een ander hebben gebracht. Van uitersten gesproken! Maar we laten ons bedienen en het kabeljauwmenu smaakt voortreffelijk. De wijn wordt geoffreerd door schrijfster omdat ze weer een jaartje ouder is geworden. Of we nu in het bos en de modder strompelen of deftig aan de dis zitten, het blijft gezellig!
Nog een nachtmutsje in ons hotel en voor middernacht onze bedjes in, want om 8u30 staat het ontbijt klaar.
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 2003 – GRUNDHOF tot BORN – 27 km -
De voorbije dagtochten blijken zwaar door te wegen voor Nels rechtervoorpootje. Haar kwetsuur wordt door verpleegster/dierenarts Rita en assistente Heidi vakkundig verpakt met tape. Zien of ze dat verdraagt.
Om 9u50 vertrekken we voor een stevig tochtje. Onmiddellijk neemt het driehoekig groen ons naar een stijgend paadje. Mooie zwarte koeien ontwaken naast ons op glooiende weiden omhuld door nevelslierten.
Langs een slingerend pad winnen we snel hoogte en bereiken de rots Kasselt. Het uitzicht wordt evenwel belemmerd door de bomen rondom. De eerste kledingstukken worden uitgetrokken, we zweten alweer volop. Warre speelt de zwangere heer: zijn cape wordt bij gebrek aan een rugzak onder zijn T-shirt op buikhoogte weggestoken. Als hij maar zijn handen vrij heeft.
Het groen neemt ons naar beneden terug tussen kloven tot bij het watertje met de vrolijke naam: Sieweschloeff. Hier is het volop klein Zwitserland: wandelen tussen rotswanden, klauteren over uit rotsen gehouwen trappen, kijkend naar de hoogten en genieten van de kleuren en geuren. We stappen door imposante rotsgangen en nemen de brugjes. Nel vindt het bijzonder leuk, de poot genereert haar niet. Gelukkig kan ze haar enthousiasme net op tijd intomen of ze gleed enkele meters naar beneden. Warre en Mark vinden een kersverse goudgele zwavelzwam. Vermits we geen peper en zout bijhebben en vanavond uit eten gaan, krijgt hij de kans verder te groeien en als voedsel van slakken, muizen en andere bosbewoners te dienen.
Na 4 km aan het einde van de vallei bereiken we het dorpje Berdorf. We posteren ons aan de kerk voor een laat elfuurtje. De plaatselijke bakker ziet 28 pistoletjes en een brood de deur uitgaan, maar kan Micheline niet een bezoekje aan het sanitair toelaten. Gelukkig is er een vriendelijke hotelhoudster die het damespubliek wel toelaat.
Een half uur later zijn we alweer op stap en al snel het dorp uit. In een mum van tijd staan we aan een soort grot, genaamd de Pileschkummer en doorlopen we een spelonk. Het boekje wijst op de cirkelvormige uithollingen in het plafond die ontstaan zijn door het uithakken van molenstenen. We zakken af naar het riviertje de Aesbech en volgen dat langs kloven en bruggetjes. Het is een prachtige omgeving, heel sereen en bijzonder stil. Geen blad dat beweegt, enkel het ruisen van de Aesbech en het stapgeluid van onze groep of van andere wandelaars. Rustig vervolgen we onze weg, langs rotsen en trappen omhoog en omlaag tot de magen te veel knorren, het is trouwens al 13u15.
Langs de wandelweg zien we een open plekje met bank en plaats genoeg voor de picknick. Een groen plastieken zeil doet dienst als tafel en tafelkleed en wordt op de grond gespreid.
Het eten wordt bovengehaald, de broodjes gesneden en verdeeld. Zeven vrouwen zittend op een rij, ( een vrouwelijke versie van de rij met grote communistische koppen? ) stil etend, kijken naar de mannen rondom die zich tegoed doen o.a. aan worst en kaas. Een leuk zicht, ook de voorbijgangers kunnen een glimlach niet onderdrukken. |
We hebben al een kleine 10 km in de benen, maar nog veel meer te gaan. Om 14 u is alles weer opgeborgen en trekken we naar Echternach. We wandelen door het zonnige en toeristische dorp. Warre en Martine kopen lange zwarte kousen om de kuiten te beschermen tegen het schuren van de laarsranden. 8 anderen willen een koffie drinken, 4 overigen willen de tocht verder zetten, we hebben net gerust! Met moeite wordt de groep bewegend gehouden, maar het traject lonkt ons over pleintje en op die pleintje staan terrasjes in de zon te blinken. Geen ontkomen aan. Democratisch als we zijn, wordt tot de stemming overgegaan. Hollanders op een terras stemmen mee en dus vleien we ons neer op het terras van café de la Poste voor koffie, frisdrank of pinten. Het beste Frans of Duits hoeft niet te worden bovengehaald, want de horeca heeft begrepen dat er Nederlands moet worden gesproken met die Hollanders. We leven maar een keer is het moto… Nieuws uit België via de krant in de rugzak en slurpend aan het drankje in de zon. We verdringen even de gedachte aan de kilometers die ons nog wachten. Els valt prompt in slaap, maar schrikt wakker tijdens onze poging om stil weg te sluipen…
Om 14u50 laten we Echternach met zijn Hollanders achter ons en volgen de oevers van de Süre. Gedaan met de groene driehoek, nu moeten we de gele rechthoek volgen. Mark wijst op een boomklever die in de vlucht wordt bekeken. Tijd moet worden ingehaald en met een flinke cadans lopen we langs het water. Na 1,5 km is het terug klimmen in het bos en wordt het avontuurlijker door omgevallen bomen die de weg versperren.
Het geel brengt ons opnieuw naar een prachtig stukje groene natuur tussen rotsformaties door. Gelukkig moeten we ze niet beklimmen en blijven we ongeveer op hetzelfde niveau. De voorhoede heeft blijkbaar een roedel reeën opgeschrikt, die de achterhoede heeft mogen aanschouwen. Het loofbos ziet er geweldig fris en monter uit, de regen blijft nog achterwege, maar kondigt zich aan. Aan de rand van het bos wordt verzameld en de dorstige gelaafd. De donkere wolken hangen verlangend boven ons. Net als we langs een veldweg volgen, begint het stevig te regenen. |
Na enkele minuten lopen we doornat het stille dorp Rosport binnen. Gelukkig vinden we een overdekte ‘laatste-groet-ruimte’ aan een kerkhof om te bekomen. De jassen en capes hebben hun test op waterproof gehad. De ene doorstaat hem al beter dan de andere. Warre is nat tot op zijn vel en het water druipt in zijn botten ( net geen 10cm water en ook niet van het zweet Mark…). Chris is fier op zijn paraplu, die heeft tenminste geen water doorgelaten. Sommigen hebben een doornatte broek, anderen natte voeten of een vochtige rug en nek. Maar het klaart alweer op en we troosten ons met hapjes: gedroogde abrikozen, nootjes, chocolade, snoepjes en koekjes. Het drinkwater geraakt schaars en dat terwijl we in het dorpje zijn beland met de enige bron met mineraalwater van Luxemburg! Gelukkig maakt het regenweer ons minder dorstig. Nog 8 km te gaan!
Moesten de inwoners ons beter gade slaan, ze zouden hun lach niet kunnen inhouden. Blote knieën met de kuiten eronder ingesnoerd in zwart of bruine beenbeschermers en daarboven een short die net niet te zien is onder een cape of poncho, en natte haren die in slierten hangen, …
De tocht voert ons langs het Tudor slot (vroeger een klooster – nadien bewoond door Henri Tudor gekend voor de Tudoraccu’s – en nu gemeentehuis en vakantieheem) en neemt ons de mooie tuin in. We ruilen de tuin voor een brede bosweg tot we in het gehucht Girsterklaus zijn beland. Dit zou een bekend bedevaartsoord zijn, maar niet voor ons.
We dalen naar de vallei van de Ginsterbaach, dwarsen het beekje om dan weer te klimmen. Vooral Els heeft het bijzonder lastig door haar pijnlijke voeten en gewrichten. Maar dapper als ze is, stapt ze flink voort. Bij een open veld zien we enkele reeën ons aanstaren en een kiekendief laag boven het groen zweven. De avond valt langzaam, maar we zijn er nog niet. De vallei van de Ginstergriech doet onze adem stokken: de regen en nevel geeft de smalle vallei een bijzondere sfeer. We steken het riviertje enkele malen over, maar de vermoeidheid laat zich zien. Heidi kan zich net redden of ze lag languit op de stenen in het water. Haar stok heeft op een paar centimeters na het hoofd van Els gemist. Een betere afgelegen plaats om zich te kwetsen, is er niet. Maar geluk moet je hebben of verdienen… In ieder geval kruipt ieder (weliswaar minder gezwind) de vallei terug uit langs enkele rotstrappen. We belanden op de asfaltweg richting Born. Het einde is eindelijk in zicht. Dank zij de deskundige uitleg van de kok van het restaurant (bien nourri par soi-même) vinden we om 19u45 de camping offical moeiteloos. Het café/restaurant is gelukkig open en de chauffage brandt. |
We palmen alles onmiddellijk in: schoenen uit, op natte voeten rondlopen, natte kousen, stukken broek en jassen over de verwarming en twee tafels onmiddellijk bezet met grote glazen bier. Mark en Marco offeren zich op om de bus naar Grundhof te nemen en de auto op te halen. De tenten zullen in het donker moeten opgezet worden. De rest eet wat de plaatselijke keuken serveert: Thaise soep of goulachesoep – spaghetti of lasagne. Veel onderscheid tussen de 4 genoemde gerechten is er niet, maar goed, honger doet eten. Via sms laat Mark weten dat ze pas in de bus zijn, terwijl het al 45 minuten verder is. Buiten het feit dat we geen droge kleren aan kunnen trekken, zitten we daar goed. Plots komen ze binnengewandeld. Grapje niet echt gelukt…
De plaatselijke vakantiegangers zijn het bekijken waard. De twee heerschappen aan de tafel achter ons hebben plezier in ons bezoek en lachen honderduit. Hun taaltje is niet te verstaan. Ze drinken 33-ers met smaak en kennen iedereen die zijn hoofd even binnensteekt. Camping Casa Blanca achterna…
Rond 22uur worden de tenten rechtgezet, naast elkaar aan de oever van de Süre. Een mooi plaatsje, maar lang zullen we er niet van genieten. Het douchen en alles in orde zetten voor de nacht, gebeurt in een recordtempo. Uiteraard wordt er nog een slaapmutsje gedronken. Heidi durft het aan in haar wit doorschijnend nachtjapon het café binnen te gaan tot jolijt van statler en waldorf. Ze heeft hun dag perfect gemaakt!
Moe maar tevreden kruipen we de tenten en de slaapzak in en rond middernacht is het muisstil op het ruisen van de rivier na…
ZONDAG 31 AUGUSTUS 2003 BORN TOT MANTERNACH – 18,4
De gsm wekker piept ons wakker om 7u15. Moeizaam komt overal beweging in en begint het af en aan geloop naar wc en wasplaats. Het ontbijt wordt verzameld op een stukje gereserveerde parking. Echt gezellig is het niet, maar wel handig om de vuurtjes waterpas te zetten.
Om 9u15 staat alles klaar: de auto met bagage achter de bareel, 14 paar voeten in stapschoenen en drie rugzakken met het laatste eten. Onmiddellijk is het klimmen van waar we gisteren kwamen, tot we afslaan en verder lopen tussen de rand van weide en bos. Ook de vogels zijn van de partij. De tocht voert ons langs leuke paadjes in holle wegen met mos en oude stenen, trappen af en op. We bereiken de rand van het dorpje Moersdorf, maar zien het nauwelijks liggen. Omhoog moeten we weer, langs paadjes en terug naar beneden via stenen trappen.
Zwijgzaam genietend en denkend aan van alles en nog wat stappen we alsmaar dichter naar Nice. Marco die vooraan loopt heeft de eer even oog in oog te staan met een ree. Maar het lawaai van de volgers doet het dier wegsprinten. We lopen op een breed pad door een loofwoud. Het tempo is hoger dan gisteren. Roept de stal misschien? Terwijl we op elkaar wachten, wordt doorgeboomd over het logo. We vinden dat onze naam met de tekening moet gedeponeerd worden. Het wordt tijd dat iemand van de groep werkloos wordt en meer tijd krijgt om het een en ander te commercialiseren of te zoeken naar sponsors. We dromen weer luidop. Wat als we Nice bereiken? Welke tocht gaan we dan doen? En zeggen dat we nog niet in de Vogezen geraakt zijn…
Mijmerend vervolgen we onze weg. Uit het bos gekomen, wacht ons een ware cultuurschok. De autostrade met een van de benzinestations knipoogt in de verte naar ons. Wagens worden als het ware over een band door het landschap getrokken. Een ware doorn in het oog na dagen van natuur en rust. Maar dat is de vooruitgang zeker…
Vandaag wordt het een trofeeëndag. Warre vindt een fietspomp en ik een ijzeren pin voor aanhangwagen die Warre voor zijn collectie mag meenemen. We duiken onder de hoge pilonen van de autostrade en volgen verder een weinig sfeervolle bosweg. Uit het bos gekomen, zien we rijpe druiven hangen. Verwaarloosd is het ene veld en dus allicht niet bespoten. Wijnboer Warre plukt het een en ander voor de wachtenden.
De weg loopt verder naar beneden langs wijnranken, bramenstruiken en pruimenbomen.
Het stapt niet vlot als je je mond vol bramen wil stoppen zonder onder de schrammen te zitten. Even verder loopt het pad vlak langs een wijngaard in een modderig stuk. Het uitzicht over de vallei is groots en Warre en Nel zitten er stil naar te kijken. Een idyllisch moment. |
Gelukkig is er Erik (of was het Chris?) om dit vast te leggen. Een steile trap naar beneden om dan terug naar boven via een smal paadje langs bramen en evenwijdig met de baan te stappen. Het is er gezellig. Ook boven hangen zoete druiven, zelfs verweven tussen een pruimenboom. Ze blijven ons lokken en we laten ons verleiden ze te plukken. Ondertussen schijnt de zon met warme zonnestralen en worden te warme kleren uitgespeeld…
Aangekomen ter hoogte van Wasserbillig wachten we elkaar op langs de kant van de baan; het centrum ligt een 800 m lager, de laagst gelegen gemeente van het Groothertogdom Luxemburg. Daar zou de samenvloeiing van de Süre en de Moezel plaatsvinden en het beginpunt van de Luxemburgse wijnroute. Kort overleg of we brood halen of niet. Fruit hebben we al gehad, dus zullen we wel genoeg hebben aan de rest van het proviand. Verder wandelen we langs de baan en over de E44. De magen knorren van al dat zoet en de voorhoede wordt geappelleerd om een mooi picknick plaatsje te zoeken.
Ondanks de autostrade in de verte en het stille gezoem van motoren, nodigt een glooiende weide uit tot de middagstop. Aan de overzijde van de vallei wenken rijen wijnranken. De Moezel is niet ver. Mark belooft zich goed te informeren over de Luxemburgse wijnen zodat we volgende stapdagen weten wat drinken! Het groene tafelkleed wordt neergelegd en al wat eetbaar is erop geëtaleerd.
Een chaos van kleuren, smaken en vormen lacht ons toe: gedroogde mango, peperkoek, chocolade, verschillende kaassoorten (babybel - het rood is ideaal speelgoed voor Warre …-, kaas met noten, jonge en smeerkaas, Kiri, …), dadels, salami, gedroogde worstjes, appels, druiven, krakkotten, oud brood (bestemd voor de hond maar toch nog goed genoeg voor ons), paté, slaatjes met makreel à la Parisienne, koekjes, soep, koffie … |
Genoeg om ieders buikje opnieuw vol te krijgen. Na dit eetfestijn wordt op zijn Romeins, een halve draai genomen en i.p.v. gretig graaiende handen, liggen hoofden aan de rand van onze ‘tafel’. Languit liggend op de rug in het gras, verteren ze in alle rust en genieten van de warme zonnestralen. Ons Nel was al vroeger uitgeteld. Gemor naast mij omdat ze te dicht bijeen liggen en de ene zijn voeten de ander haar hoofd raakt. En dan te weten dat de weide meer dan groot genoeg is om ieder meer dan 50 lengtes en breedtes te gunnen. Ook Nel vindt het gezellig. Ze ruilt haar eenzaam plaatsje in voor een plekje tussen de lijven. In de schaduw van Theo Flitser vleit ze zich neer, terwijl hij dit rustgevend moment op de digitale plaat vastlegt. Zucht, meer is niet nodig om je gelukkig te voelen. Micheline beaamt deze gedachte door te zeggen dat het de eerste keer is in de vier dagen dat ze kan genieten. Ze vond haar adem niet (en wij maar zoeken…).
Dappere Els ligt knock out. Haar voeten en gewrichten zijn wat blij even niets meer te hoeven dragen of te bewegen. Ze is blij met de beslissing om deze dag ook nog uit te stappen, ondanks de moeilijke voeten en de spierpijnen deze morgen.
Het plekje biedt een mooi panorama, alleen de autostrade zet een domper op 100% genot. Maar zonder die vooruitgang zouden we hier niet liggen en zou MP tot Nice moeilijker realiseerbaar zijn (ondanks onze verwoede poging om met het openbaar vervoer te reizen).
De wind steekt op en de plicht roept. We trekken ons recht en zo snel als de tafel ‘gedekt’ werd, zo snel is ze weer afgeruimd.
Onzekerheid over de juiste weg, want de gele vierkantjes zijn hier niet kwistig aanwezig. Na discussie en oriëntatiepogingen zetten we gewoon de weg voort en ontmoeten het gele ding even verder opnieuw. De weg is verlegd, de uitleg in het boekje dus verouderd. We volgen het asfalt tussen weiden met paarden en koeien. Er cirkelen verschillende roofvogels boven ons, ze doorbreken de stilte met hun geschreeuw.
Aan de laatste weide, voor we het bos induiken, bewonderen we een bronstige stier die verlangend zijn koeien roept. De MP groep klimt onder het stierengeloei het bos in. Onduidelijkheid over hoe we moeten lopen, maar we volgen het geel. Blijkt dat we een ommetje voor niets doen om de brug over de ‘kolkende’ rivier de Schlambaach (van enkele centimeters hoog) te bereiken... Nog een steile klim in de benen en dan is het even plat. Tijd voor een praatje over de botten van Warre, merk Duyn, die het nog altijd goed doen. Dank zij de lange zwarte kousen uit Echternach en de nieuwe look (een bot omgeplooid, de andere gewoon) is het goed te dragen. Maar voor de eerste keer klinkt er twijfel door.
Een gezellige wandeling door het loofbos van Michielslay brengt ons tot aan de baan richting Manternach. Aan het einde van het bos staat een wc-huisje ons op te wachten: proper en met wc-papier! De laatste kuisbeurt is er zelfs genoteerd. Het krijgt algauw de afval van het Luxemburgs fruit te verwerken … De wachtenden zien de ruïnes van een oude (houten) molen aan de Syre, die dienst deed om papier te vervaardigen. |
Met lege darmen stappen we fiks verder onder de spoorwegbrug om dan een geïmproviseerde brug over de Syre te nemen. Degene die zijn schoenen proper had gehouden, is eraan voor de moeite. Een zachte cementachtige modderbrij is niet te vermijden. Het nieuwe paadje neemt ons mee naast het water door een loofwoud met af en toe een hindernis door een omgevallen boom. Maar niets kan ons deren, ook Nel vindt het leuk, ondanks de gekwetste poot. De lucht kleurt donkerder en als we het bos uitgaan, plenst de regen neer. Gelukkig niet voor lang. We bereiken Manternach en de plaatselijke viervoeters blaffen ons weer welkom toe. Het dorp ligt er nogal stil bij en de MP tot Nicegroep zet zijn laatste passen richting station. We zijn een uur te vroeg, volgens de planning. De voorhoede holt ons tegemoet om tot spoed aan te manen: het plaatselijk café is toe en de trein komt binnen enkele minuten.
In sneltempo wordt een bewoner die het geluk heeft buiten te staan, aangeklampt en ons manneken pis in de handen geduwd. Veel uitleg krijgt hij niet, maar we noteren wel zijn adres. Hopelijk is het in goede handen… |
Onze trein komt snel toe. Het is 15u34, nauwelijks vijf minuten hebben we in Manternach gedwaald en we zijn al weer weg naar de bewoonde wereld… De conducteur blijkt een vrolijke en vriendelijke man die in het beste Duits uitlegt dat de trein van Luxemburg naar Ettelbruck voor het eerste stuk vervangen is door een bus. Dank zij zijn haarfijne uitleg, vinden we na 25 minuten in Luxemburg moeiteloos de bus naar Dommeldange die ons enkele minuten later aan de trein afzet. ‘Lekstok’ Danny heeft nog zoethouders en die geraken eindelijk volledig uitgedeeld. Gedaan met sleuren…
Een uurtje later staan we terug waar we vertrokken zijn, in Ettelbruck. En nog steeds hebben we niets anders gedronken dan water… Hoge nood dus voor een afscheidsdronk in het Portugees café Nicola. Zonder boe of ba worden tafels bijeen geschoven en de bestelling opgenomen. We hebben het weer gehaald. Buiten de blaren en pijnlijke voeten, valt het voor de meeste wel mee. Els heeft het moeilijker en zal zich moeten beraden over andere schoenen of inkrimpen van de pijnlijke voetknobbel. Ook Warre is aan evaluatie toe wat zijn schoeisel betreft.
Ze dachten eraan te ontsnappen, maar niet gelukt. Hier is de eindevaluatie van 4 augustusdagen in Luxemburg:
Warre: met "Duyn" … druiven waren lekker
Heidi: wreed afgezien voor het goede doel
Betty: prachtige loofwouden, lekkere pruimen, maar vele gladde, glibberige, bemoste stenen paadjes
Martine: ah nee hé, het is ons toch weer gelukt.
Rita: pittig en mooi
Marco: …dat heet dan gelukkig zijn ….
Micheline: het vat was af…
Christian: te veel regen beloofd, maar alles kwam op zijn pootjes terecht
Erik: bitte ein Bitt
Luk: goede organisatie met perfecte gids, klein Zwitserland waardig
Danny: mag het iets meer zijn?
Els: de voeten vol, mijn kop is leeg.
Mark: schreeuwende buizerds stijgen samen met mistige nevelslierten, uit het land gehouwen in graniet door de goulach reuzen.
Kaat: van gele bollen over groene driehoeken tot gele rechthoek … ik mis het rood wit.
Nel: woef, waf, bekaf en pootje af…
En dan rijdt ieder naar zijn of haar thuisfront, vol gedachten en vermoeide ledematen … weer enkele maanden rust en oefenen. In november nemen we het manneken terug mee!
Hieronder nog een overzicht van wat we tot nog toe hebben afgestapt. Aan km 500 moet een speciale attentie komen …
Datum |
van |
tot |
afstand km |
tijdsduur |
27/01/02 |
Brussel |
Ohain |
27 |
7:00 |
3/03/02 |
Ohain |
la Ronce |
30,1 |
7:40 |
14/04/02 |
la Ronce |
Flawinne |
30,5 |
7:50 |
26/05/02 |
Flawinne |
Stru |
27 |
7:00 |
30/08/02 |
Sru |
Marchin |
28,5 |
7:30 |
31/08/02 |
Marchin |
Ocquiez |
27,5 |
7:00 |
1/09/02 |
Ocquiez |
Hamoir |
13 |
4:30 |
9/11/02 |
Hamoir |
Aywaille |
33,4 |
10:00 |
10/11/02 |
Aywaille |
Spa |
24,7 |
8:00 |
11/11/02 |
Spa |
Stavelot |
17,6 |
5:00 |
5/04/03 |
Stavelot |
Beche |
20,7 |
6:15 |
6/04/03 |
Beche |
Burg Reuland |
21,9 |
6:30 |
7/04/03 |
Burg Reuland |
Dasburg |
25,8 |
8:30 |
8/04/03 |
Dasburg |
Stolzemburg |
20,2 |
6:15 |
28/08/03 |
Stolzemburg |
Bleesbruck |
24,3 |
9:00 |
29/08/03 |
Bleesbruck |
Grundhof |
21,7 |
7:30 |
30/08/03 |
Grundhof |
Born |
27 |
9:30 |
31/08/03 |
Born |
Manternach |
18,4 |
6:30 |
18 dagen |
Brussel |
Manternach |
439,3 km |
131u30' |