Twaalfde stapmoment Van Vic-sur-Seuille tot Schirmeck - van 6 tot 10 april 2005 – 97,8 km
Mp in memoriam …
Planning:
6/04 | Vic-sur-Seille tot ergens op de D999 | 17 km |
7/04 | tot Gondrexange | 26,4 km |
8/04 | tot Abreschviller | 23,4 km |
9/04 | tot Col du Donnon | 23 km |
10/04 | tot Schirmeck | 8 km |
Wie: Rita, Micheline, Luc, Danny, Erik, Christian, Betty, Martine, Els, Mark, Kaat en Nel.
Toen waren ze nog met …11 + 1 hond
De avond voordien vertrekken 8 stappers naar de startplaats en vinden een onderkomen in Auberge St-Christophe te Vic. Het is er gezellig en de eigenaar is een leuke knul. Hij vertelt over een Nederlander met een lange baard en zonder geld die in zijn herberg vroeg of hij gratis mocht eten. Hij had beloofd dat indien zijn vrouw zou genezen, hij een tocht tot in Rome zou ondernemen via de GR5. In ruil voor het eten heeft hij een tekening gemaakt van de auberge die nu op de menukaart prijkt. (Dringend gezocht: tekenpapier, potlood en een tekenaar …!)
We zijn argwanend wat ons manneke betreft, want de Taverne Lorraine blijkt potdicht en er liggen papiertjes voor de deur … De eigenaar van de Auberge vertelt dat het twee maanden geleden failliet is gegaan. De vorige huurster woont even verder, maar aan zijn non verbale communicatie te zien, moeten we niet veel verwachten. Voorlopig leven we nog op hoop, maken er een gezellige avond van, wandelen nog even in het kleine dorp en ontdekken het verlichte stadhuis en het historisch huis voor toerisme uit 1668 op de place du Palais. |
6 april 05: van Vic sur Seille tot ergens tussen Blanche-église en Assenoncourt aan de D999 – 17 km – 4u20 onderweg
Om 8u30 zitten we aan het ontbijt te genieten van ‘un grand café’. We beramen plannen voor het recupereren van ons manneke. De eigenaar heeft met ons te doen en geeft om het gemis te verlichten een nieuwe mascotte mee: een pluche paashaas met mandje gevuld met koekjes en chocolaatjes. Niet zo symbolisch, maar wel sympathiek. We zullen het beestje bij ons houden.
Mark en Christian gaan een wagen aan het eindpunt zetten. De anderen trachten het manneke te redden. De ex-huurster doet niet open ondanks herhaaldelijk langer drukken op de belknop. Dan maar naar de Taverne: onderzoek van ramen en deuren levert geen binnenkomen op. (Ze zijn goed beveiligd in Frankrijk.) Een oude buurvrouw is met ons begaan en raadt aan om de bovenburen te vragen naar de naam van de eigenares. We krijgen haar telefoonnummer te pakken, maar ze zegt dat er een curator aangesteld is en dat ze niet mag binnengaan. Ze noteert het e-mail adres van Erik en belooft ons te verwittigen als MP teruggevonden wordt. Mark belt later opnieuw om de naam van de curator te krijgen, maar ook dat brengt geen redding. Ons manneke zou er niet meer staan …. We dragen deze tocht aan hem op: MP in memoriam…
Ondertussen heeft Danny ons gevonden en om klokslag 11u stuift de blauwe Fiat Barretta de keitjesparking op. Veters worden aangesnoerd, getten of galoschen omgegespt, rugzakken dichtgeritst en stokken in de aanslag gehouden. We zijn er klaar voor. De nieuwe mascotte krijgt een nieuwe mascottedrager, want Marco is er deze keer niet bij (zou Mp dit geweten hebben ? …). Miep en Heidi zullen ons evenmin vergezellen. |
We zijn nog geen 5 min vertrokken of de groep moet al wachten. Mark koopt in de plaatselijke beenhouwer-drogist een vette gedroogde worst. Die zal later nog van pas komen als smaakmaker. We stappen het dorp uit en volgen terug ‘ons’ roodwit. De eerste 4 kilometers malen we vlot af, het is plat en gemakkelijk stappen op de asfaltweg. De omgeving biedt een glooiend landschap met weiden en een meanderende Seille. Langs harde wegen komen we in het dorpje Marsal (pays du Saulnois), bekend om de zoutwinning in de Oudheid. We stappen onder de resten van Gallo-romeinse vestingwerken, lezen wat over de geschiedenis en verlaten het stille dorpje.
Bijna 13u en dus tijd om te eten. Tafeltje strek je! En ja hoor een grote houten tafel met banken staat ons naast een tennisveld parmantig op te wachten. Het Frans brood met meegebracht beleg en de plaatselijke vette worst, smaken. De paashaas deelt zijn koekjes en chocolaatjes uit. Maar het is koud en kil en dus lang blijven naverteren, zit er deze keer niet in. Rita is wat blij met de meegebrachte wollen handschoenen … en dat in april! |
Opnieuw stuurt de GR 5 ons langs verharde wegen. Er is weinig variatie op het traject, jammer. Gelukkig zijn er vogels die de aandacht trekken: zwarte wouw, ooievaar, grote zilverreigers, blauwe reigers, zwaluwen, … Het weer zit niet echt mee, want regen en koud. Het ritme wordt dan ook vlot omhoog getrokken. We bereiken voor we het weten het volgende dorp Blanche-église en hebben een snelheid ontwikkeld van 5,6 km op 1 uur! Een record waarschijnlijk. In Blanche-église wil Mark zijn "blanche-neige" zien. Deze dame van de plaatselijke gîte had een sympathieke stem en beloofde Mark een tas koffie omdat er geen plaats meer was. Maar er blijkt niemand thuis.
Veel valt er in dit dorp niet te beleven en dus zetten we onze tocht voort. Gelukkig bereiken we na enkele kilometers het Domaine Forestière de St-Jean. Bosanemonen flankeren het bos en verzachten de hardheid van de asfaltbaan.
Eindelijk mogen we een zachtere bosweg inslaan, nat en sompig van de vele regenvlagen. Even verder steken we een baan over en mogen we de bosweg vervolgen. Maar een bord met: "Tirs en cours. Danger de mort. Lebensgefahr. Scharfschiessen." doet ons aarzelen. Er is echter geen andere keuze, het rood wit dwingt ons rechtdoor. Vooraleer we onze levens wagen, wordt de eerste blaar verzorgd. De hiel van Micheline heeft haar ‘klassieke’ blaar ontwikkeld. Maar de pijn kan worden verlicht door de assistentie van de twee bevallige eilandbewoners. Ze staan en knielen aan haar voeten … wat heeft zij, wat wij niet hebben ???? (juist ja, een blaar…) |
In de verte horen we het gedonder en gekletter van scherpschutters, maar onversaagd duiken we het bos in. We zullen wel zien. Het ‘oorlogje spelen’ gebeurt dieper in het bos en allicht niet op het wandelpad. Met een fiks tempo en oren op scherp, proberen we te genieten van de wandeling. Geruststellend is dat de vogels rondom vrolijk fluiten. Een half uurtje later zien we de wagen staan én een bank tussen de bosanemonen. De achterblijvers blazen uit, smikkelen appels en ander lekkers op. Erik doet noteren dat er een primeur is sinds de start uit Brussel: geen brandende enkel meer. Leve de nieuwe schoenen en de enkelsteun!
De impressie van deze eerste dag? Mc Adam, Mc Adam …
Net als de regen wil doorbreken, rijdt een colonne van vier blauwe wagens de bosweg op. Klaar om naar onze gîte in Abreschviller te gaan! Na 45 minuten het landschap van de volgende dagen te doorkruisen, bereiken we ons onderkomen voor drie nachten. Het is er gezellig en alles dik in orde: proper, ruime kamers, warme douches en warm. We zijn binnen en het begint te regenen. Donkergrijze wolken hangen dreigend in de lucht en het ziet ernaar uit dat het voor lang is … |
De fourage van dienst verdwijnt voor een uur en komt terug met lekkers. Het menu van de avond: crudité met spekjes en kip op zijn Oosters met rijst.
De bewoners van de slaapkamers achteraan zullen het gebulder van vallend water trotseren. De Sarre Rouge vloeit naast het dorp en biedt dus wat mogelijkheden om waterpartijen te creëren en vissers aan te trekken.
7 april 05: van D999 tot Gondrexange – 26,4 km – 6u40 onderweg (6u staptijd)
Om 8u15 staat de rijdende bakker voor de deur en kan hij 10 baguetten en 11 koffiekoeken aan ons verkopen. Zijn dag en de volgende 2 ochtenden kunnen geslaagd genoemd worden.
De lammetjes springen bij het voorbijrijden op weg naar de vertrekplaats zoals in de tekenfilmkes met de vier pootjes tegelijk de lucht in. Deze streek telt schapen bij de vleet, de mensen moeten hier goed kunnen slapen…
Om 10u20 staan we stappensklaar in regenkledij. Micheline heeft zich gehuld in plastiek tot en met (broek, jas, cape). Ze ontbreekt nog een paraplu, anders zou ze bij de eerste windstoot als Mary Poppens de lucht in vliegen. Gelukkig is de regen van korte duur.
De eerste 750 m moeten we langs de grote weg terwijl regelmatig vrachtwagens bulderend voorbijrazen. Maar dan mogen we met een elegante sprong de weg verlaten en een bosweg induiken. Jammer genoeg niet voor lang, want het oogt mooi. We lopen langs enkele uitlopers van de uitgestrekte "Etang de Lindre" (620 ha en een natuurlijk toevluchtsoord voor talrijke watervogels.), maar moeten dan naar links terug op asfalt verder. We komen langs het kleine gehucht Alteville waar de kasteelhoeve ons geen onderdak kon bezorgen. |
Twee jonge honden blijven ons volgen, ondanks de strenge uithalen (zowel verbaal als fysiek) van Martine. Een van de twee verschiet er zodanig van dat hij plompverloren midden op de weg blijft staan en pruilend kijkt omdat hij niet begrijpt waarom Nel wel mee mag en hij niet? Het andere hondje loopt vooraan en trekt zich van niets iets aan. Na 2 km bereiken we Assenoncourt (met un atelier d’art). De eigenaar van de hond haalt ons daar in, vraagt uitleg over ons stapdoel en bedankt ons vriendelijk voor het gezelschap voor zijn hondje. Het is duidelijk niet de eerste keer dat zijn ‘huisvrienden’ hem verlaten. Een ooievaarsnest trekt de aandacht van ons Betty, maar niet iedereen ziet het.
We verlaten het dorp, de lucht klaart even op en we mogen een veldweg inslaan. Na enkele 100-en meters verlangen we al terug naar asfalt: de veldweg bevat zware modder die blijft plakken aan onze schoenen zodat we met olifantenpoten ons een weg banen. Maar het bos brengt redding en lentepracht: gele sleutelbloemen, blauwe bosviooltjes, frisgroene blaadjes … lachende spechten. Kortom, het echte vrije natuurgevoel duikt eindelijk op… Enkele hongerige magen doen de voorlinie stoppen voor een hapje. Gelukkig, want blijkbaar zijn we uit koers geraakt: het rood wit heeft zich ergens verstopt. Omgehakte bomen liggen klaar als stoel of tafel.
Terug van waar we komen en ja het rood wit duikt een kleiner paadje in tussen oude eiken. Het zachte paadje slingert tussen bomen, verbreedt en leidt ons voorbij verdord riet en veel water (Etang de Villers), kortom: idyllisch. Vooraan moet je lopen om wild te zien: een vos steekt over, een kleine km verder springen 2 reetjes in paniek over de baan en tot slot zien we een ree die ons voorrent wanneer we nog een smaller paadje inslaan. Nel rent van de slag terug op en af, hoofd omhoog, enthousiaste ogen. Er zijn nog viervoeters, denkt ze, want zonder Hector of Azou is het saai: met die tweepoters valt er niet veel te beleven. |
Na het bos met de zompige ondergrond die leuke zuigende geluiden voortbrengt, komen we aan open velden met modder maar met mooie vergezichten. Het pad leidt ons in oostelijke richting naar Fribourg, loopt tussen weiden en langs oude boomgaarden. Wanneer we het dorpje bereiken, ondergaan we een zware regenvlaag. Maar we vinden dat we nog geluk hebben gehad gezien de grijze wolkenmassa’s van vandaag. Weer asfalt, maar misschien niet zo erg gezien de nattigheid. Aan de Ferme Les Bachats komt Micheline van een kale reis thuis: het is gesloten en dus kan er geen ontspannend drankje genomen worden. Met zicht op een meer (étang du Stock) ontbloot Christian zijn voet: een flinke blaar aan de horizon!
Verder dan maar door het "Finland van het Zuiden" of "het land van de rode aarde": rood gekleurde plassen langs een weg die diverse zijarmen van de étang du Stock flankeert. Vlakbij het dorp Diane-Capelle dalen we een kort steil pad af tot aan het jaagpad van het kanaal. Onder de brug houden we even halt. Kwestie van de inwendige mens wat lekkers te gunnen en de vermoeide benen even te laten rusten. Els installeert zich al, maar de groep vindt het te koud in de gure en vochtige wind. Nog een kleine 5 km te gaan. |
Nu volgt de GR 5 een lang recht stuk op asfalt naast het kanaal. De gure tegenwind trekt de snelheid ongewild op. We kunnen slechts naar 1 boot zwaaien. Volgens het boekje zouden in de zomer talrijke woonboten dit prachtige en rustig gebied verkennen.
Na 2 km bereiken we de samenvloeiing van het ‘Canal de la Marne au Rhin’ met het ‘Canal des Houillères de Sarre’ aan een uitgestrekte vijver die hoger ligt dan het kanaal en waarboven een zwarte wouw de aandacht trekt. Het geeft een raar gevoel, al dat water op verschillende hoogtes en kanten. We slaan links af en via een ijzeren brugje bereiken we de overkant. Nog 1,5 km recht op recht met zicht op water aan de linkerkant en rechts moerassig begroeid gebied. Vandaag ook veel gulden sleutelbloemen gezien: die zijn zeldzaam bij ons, maar hier veelvuldig aanwezig. Rond 17u bereiken we de sluis van Gondrexange en het eindpunt van vandaag.
De camping "Les Mouettes" of "La Plage" (de naam is niet zo duidelijk) blijkt open. De barman kijkt niet op van onze vuile schoenen en schenkt met plezier het plaatselijk "bière de Mars" in. De chauffeurs blijven lang weg en wijle dus maar wachten en het plaatselijk biertje proeven… De discussie over het voorstel van stapdagen van de volgende tochtperiode en vooral de stapdag van 9u30 laait op. Gezien de vermoeidheid van vandaag, ziet men dat niet zitten! Het was een behoorlijk zware stapdag met veel asfalt, een flink tempo en weinig stops wegens het slechte weer. Maar al bij al geluk gehad: het begint pas hevig te regenen als we op café zitten. |
Stappen brengt mensen dichterbij. Vandaag weer een nieuwtje ontdekt en hopelijk een bewustzijn groter gemaakt: oké bananen zijn ok, chiquita bananen niet! Onthouden Micheline!
De zoektocht naar MP wordt nog even voortgezet. Mark pleegt nog een telefoontje met Mme Houpin: geen succes. Het wordt niks dus. Ons manneke is verloren voor de groep … Maar dit kan het goede humeur van Erik niet aantasten. Hij bezorgt ons de nodige lachbuien zodat we glimlachend, voldaan en moe in bed kruipen. Ons Martine blijft het al hoestend doen…
8 april 05: van Gondrexange tot Abreschviller – 23,4 km – 6u30 onderweg
Dag 3: om 8u staan verse koffie en thee klaar dank zij de vroege vogel Christian. Het toeristisch stoomtreintje tuft voorbij, de bakker meldt zich aan en het groot bestelde brood van 2 kg kan worden aangesneden. Ingetogen en stil wordt het ontbijt genuttigd. (Heeft de begrafenis van de paus hier iets mee te maken?)
Het weer: grijs en koud (ongeveer 4°) en regen op vinkenslag.
Klokslag 10u zet de groep na de sluis van Grondexange de tocht langs het water voort. De zon verwarmt ons met voorzichtige stralen! Weer het water over en de GR 5 doet ons een asfaltweg volgen, weg van het kanaal. Klimmend en met zicht op weiden en schaapjes bereiken we de verkeersweg Nancy-Strasbourg. Truckers toeteren en zwaaien ons toe. Beiden zijn we (de groep en de chauffeur) immers onderweg. Na een dik half uur bereiken we het dorpje Landange. Het is er rustig en sereen. Een plaatselijke bewoner kijkt apathisch toe, we kunnen hem niet tot een glimlach of bonjour vermurwen. |
In een gehuchtje lopen we onzeker voorbij een leegstaand aandoend vervallen huis waaruit hondengeblaf komt. Fantasieën duiken op: bewoner dood of honden mishandeld of … Even verder houden we halt omdat zwarte wolken een zware regenvlaag aankondigen. We zetten er ons schrap tegen: plastieken broeken en jassen aan, paraplus in de aanslag. Maar de regengoden gaan de uitdaging niet aan. We blijven droog!
De tocht is vandaag al meer glooiend, een goede training voor de bergtocht van morgen. En eindelijk zien we de Vogezen in de verte onder een dun streepje zon. Schapenweiden flankeren onze route. We bereiken Fraquelfing en passeren het Niderhoffkerkje.
Na ongeveer 13 km en 2u30 onderweg is het tijd voor een middagstop. De zon schijnt net en een glooiende boomgaard rechts van de baan lonkt ons tot zitten. Vier oude appelbomen verdelen de groep en doen dienst als rugleuning. Maar de geneugten van de rust- en etenspauze zijn van korte duur: te koud en regen in aantocht. Het rechtstaan vindt Luc geen goed idee: te stramme spieren! Maar Erik beurt ons op. "As gij paast da de poas on a paast, paast dan agaa iet anders", zingt hij terwijl hij zijn plastiek opplooit.
We bereiken het dorp Métaire de saint Quirin waar de mountainbikers onder ons (opnieuw) de weg Lorquin tegenkomen en een kiekje nemen voor hun vriend Luc Lorquin. Een steil klimmende weg voert ons een mooi bos in. We volgen de route forestière de la Neuve Grange. De oude bomen zijn niet meer. Het bos is gerooid maar levert toch een mooi en rustig beeld op. De kleuren zijn bijzonder: grijsbruin van de oude gerooide bomen, fris groen van ontluikend groen, vlekjes blauwe lucht, grijze wolken, rode aarde, gele zonnestralen … De Vogezenkriebels komen boven.
We hebben tijd genoeg vandaag en dus kunnen we socialiseren en een koffie drinken in het plaatselijke
Om 14u komen we toe in St-Quirin, een bedevaartsoord voor huidziekten en waar Pinocchio ons opwacht. We bezoeken de plaatselijke barokke kloosterkerk van 1722 met zijn twee opvallende torens.
Elektronisch orgelmuziek (het echte historische orgel is gebouwd door een zekere Silbermann in 1746), een glazen luster, grote moderne glasramen, kortom de binnenzijde van de kerk levert een kakafonie van indrukken. Het gastenboek krijgt een berichtje over MP tot Nice... Erik zet zich denkbeeldig met zijn achterwerk (om het proper te zeggen) in de wonderbare bron van Quirinus, reeds gekend in de Romeinse tijd. Of het zijn aambeien of uitslag of wat dan ook heeft geholpen, moet je Erik vragen. |
hotel–restaurant–bar of de "hostellerie du Prieuré". Het barmeisje is geïnteresseerd in Erik, maar het blijkt niet wederzijds … of merkt hij het niet? In ieder geval ontsnappen we aan een ferme hagelbui!
Nog 5,6 km voor de boeg. We rapen alles samen en zetten ons in beweging. Nog even de volgende regenbui over laten waaien en weg zijn we. Weliswaar in de verkeerde richting waardoor we de bron nog eens bezoeken, een leuk paadje achter huizen vinden en lang discussiëren over de te volgen weg, terwijl de uitleg en de bewegwijzering samen eenvoudig de weg wijzen… Dus gewoon de richting naar de camping volgen en via de rue d’Alsace wandelen we het dorp uit. De bewoners spreken ons vriendelijk aan. En dan begint de test voor de volgende stapdagen. Een smalle bosweg in en klimmen maar. De stemmen verstommen, de zon is van de partij, we stijgen 100 m.
Na de klim bereiken we de point de vue op Abreschviller en zien ons verblijf blinken in de zon. Een visarend komt parmantig voorbijgevlogen en geeft ons een privé-vertoning. Een boomvalk nestelt zich even verder op oogafstand. Hij vliegt daarna enkel keren voorbij en laat de vogelliefhebbers (Betty, Mark en ik) genieten van zijn sierlijke vlucht. De groep is al vertrokken, maar omdat ik de sleutel heb, rep ik me naar beneden en bereik na een spurtje met Erik als eerste de gîte. Vandaag moeten we niet wachten op de chauffeurs, de auto’s wachten op ons. Ons café biedt thee, wijn of Leffe, chips en nootjes! 16u30, iedereen binnen en de regen kan zijn gangen gaan. |
De visarend bidt boven de vijvers achter ons verblijf en gunt iedereen een blik op zijn veren dank zij de superverrekijker. Zeggen dat deze vogel een vleugelwijdte kan bereiken van 2,40 m! Ons exemplaar is beduidend kleiner maar blijft een prachtige verschijning met zijn gemaskerde kop en melk met choco veren.
De auto’s worden erbij gehaald terwijl de kookploeg aan de slag gaat. We zetten een auto aan de col du Donon en gaan de reservatie voor de groep na. Kwestie van geen verrassingen tegen te komen. Onderweg echter verrassen sneeuw en gladde wegen ons! Het belooft voor de stapdag morgen!
Het afscheidmaal voor ons Betty (ze moet morgen huiswaarts keren om dochterlief te zien optreden) smaakt voortreffelijk: spaghetti en bonen/aubergine schotel of de ‘curry Abreschviller’ met als toetje: ijs met 3 smaken. Voor wie het nog culinairder wil, het ijs wordt geflambeerd met cognac. We doen goed ons best: we moeten morgen immers die col op kunnen! Ons Martine heeft nog steeds last van hoestbuien. Een cognac helpt misschien.
En als de alcohol zit in de mens … wordt de discussie hevig. Opnieuw gaat het over de volgende stapdagen, het voorstel van Luc, de mogelijkheden van vervoer, verblijf en het stappen. Kortom chaos en verdeeldheid. Verschillende mogelijkheden worden op tafel gesmeten van het meest comfortabele tot het primitieve…: met trein gaan en terug, bus huren voor terugreis, Chinese vrijwilligers vinden om ons op te halen, volgwagen, Eriks oude auto achterlaten bij vertrek en nieuwe klaarzetten bij terugkomst (en daar dan allemaal inspringen met zijn tienen?), … We moeten het dus nog uitzoeken. Maar de standpunten zijn verduidelijkt.
Micheline debiteert nog een formule om de afstand en de hoogte en de tijd van het stappen in kaart te kunnen brengen. Oefeningen worden gemaakt door haar en Erik. Maar ook hier is er geen eensgezindheid. We zullen er deskundigen moeten bijhalen.
Toch lukt het iedereen om moe en voldaan, zijn bed en droom in te kruipen. Betty krijgt nog een afscheidszoen, want zij moet om 6u de deur uit.
9 april 05 : van Abreschviller tot col du Donnon – 23 km – 7u onderweg – temperaturen tussen -2° en 0°
Om 9u30 zijn de wagens volgestouwd, de gîte leeggehaald en opgekuist. De gerant (een vriendelijke oudere dame) en de nieuwe bewoners zwaaien ons enthousiast uit. Vanavond is er een 40-ers fuif in onze ex-gîte
We volgen de hoofdstraat onder een gure wind en tikken met de wandelsticks op de harde asfalt. De Abreschvillerbewoners zijn lolbroeken: ze zeggen ons dat we de ski’s vergeten zijn… We verlaten het charmante dorpje en bereiken al snel Letenbach, een klein dorpje met aan het einde van de vallei een klooster. Voor we dat zien, jaagt het rood-wit-rood (vanaf nu is het Rood Wit vervangen door r-w-r vierkantjes) ons een smal klimmend pad op. De regen verandert langzaam maar zeker van smeltende sneeuw tot kleine sneeuwvlokken. Het oogt mooi, sereen en voelt leuker aan dan regenbuien! Maar het is natuurlijk kouder! |
We zijn de eersten die vandaag de GR 5 volgen: het onbetreden sneeuwtapijt bewijst het. Ondertussen ligt het al een kleine 10 cm dik op grond en boomtakken. De groep vordert flink, geniet van de omgeving en puft bij het klimmen. We rusten even uit op een uitkijkpunt (La belle Roche 537m), maar wegens de grijze mistige en sneeuwvolle lucht wordt ons zicht belemmerd. Nel ziet zelfs de gevaarlijke afgrond niet en wordt net gered door de nieuwe hondenvriend Luc.
Onderweg op 550m hoogte bevindt zich een uitgeholde rots op de Chemin de Pierre Saint-Quirin waarvan de legende vertelt dat het een fauteuil is van de heilige. Verder zien we oude Romeinse grensstenen. Tegen het middaguur staat de refuge van Paul Bechler op 615m hoogte klaar met tafel en banken voor het middagmaal. De warme soep of koffie of thee en de bokes smaken heerlijk onder het met graffiti bedekte plafond. Maar we koelen snel af en dat is niet goed voor de zwakke longskes. Dus trekken we alle ritsen terug dicht en vervolgen de mooie tocht.
Het pad stijgt langzaam, niet te bruusk. Om 14u48 staan we op de Col Entre-Deux-Donons op 822m.
Nu begint pas de echte sportieve klim: rotsachtig en zigzaggend steil omhoog. We moeten goed zoeken naar de aanduidingen, want met die sneeuw is het rood-wit-rood vaak bedekt. We staan versteld van de klimkunst van onze Erik die nu eens onderaan staat, dan weer boven je een foto neemt. Hij voelt zich duidelijk in zijn nopjes. Om 15u26 staan we op de top van de Donon. De oriëntatietafel is met ijs en sneeuw bedekt en vraagt wat werk om het vrij te maken. Het zicht moet nog grandiozer zijn wanneer het een open hemel is. Het unieke uitzicht over de Vogezen en de Moezelvallei, zoals het boekje zegt, denken we er bij… Boven staat een gereconstrueerde Romeins aandoende tempel die aangeeft dat deze plek een belangrijk heiligdom was van de Kelten. |
Een vrouw zit moederziel alleen ingetogen te kijken en te mediteren. We gunnen haar wat privacy. De weg naar beneden wordt dank zij haar voetsporen gemakkelijker gevonden. Enkele meters verder vinden we de grondvesten van een Gallo-Romeinse nederzetting. Een halve kring met half verminkte beelden, inspireert Erik tot een originele groepsfoto. Minpunt is de 20eeuwse televisiemast die ernaast staat… En nu is het dalen tot de col du Donon (730m) waar het hotel op ons wacht. Het pad is bezaaid met roodachtige rotsen en aarde. De sneeuw begint te smelten.
Onderweg smst Betty nog om te vragen of ze jaloers moet zijn? Zij zit nog steeds op de trein om 16u11!!! Meer dan 10 uur onderweg… wij zijn alvast niet jaloers!
De tocht van vandaag is een unieke belevenis: verse sneeuw, takken vol ijspegels, bomen zwanger van het witte gewicht, rust en stilte door de gedempte stappen op de zachte witte ondergrond.
In het hotel valt de hobby van de dame des huizes onmiddellijk op: beschilderen van ijsemmers en kolenkits. "Les oies des chouchous": handgeverfd en genummerd! Het handgeschilderde kunstwerk is te koop. Maar enkel de honing en bosbessenconfituur zullen worden gekocht. We leren weer een nieuw plaatselijk biertje kennen: Pelforth Brune. Of het aan het bier ligt of aan de fantasie, het bedachte kamerruilspelletje heeft ons aangenaam bezig gehouden… maar het is bij dromen gebleven. En tja, auto’s halen of zetten, het geeft kansen tot groepsvorming en geroddel… daar moeten we dringend vanaf! |
Op een drafje maken zeven stappers gebruik van de luxe van het hotel: sauna en zwembad. Het is leuk eens te zweten al zittend!
Het eten wordt geserveerd om 20u en smaakt voortreffelijk. Om te beginnen savoureren we een aperitiefje met rillette de thon. Lekker!!! Dan jambon fumé met groenten. De hoofdschotel wordt voor sommigen canard met cèpes: een mooi met groenten versierd bord. En dan nog het dessert! Keuze tussen: mousse au chocolat, tarte au mirtille, sorbets of crème caramel… (daar gaan de afgestapte vetten…) De ober ‘Anatol’ is goud waard: gestreept kostuum, enigszins corpulent maar zeer gedienstig en vriendelijk. Hij heeft alles onder controle! (behalve de zweetdruppels…) Terwijl we eten, horen we dat ons Betty eindelijk thuis is geraakt om 20u30 ….
We krijgen ook telefoon over ons MP: het spoor is bijster. We moeten ons erbij neerleggen. We zijn hem voorgoed verloren. Les 1: laat hem niet achter in een café waar twijfel bestaat over de standvastigheid ervan bij het achterlaten! Onze "lapin" moet het even overnemen tot we een nieuwe MP2 aankopen. Rita zal hiervoor zorgen.
10 april 05 : van col du Donnon tot Schirmeck – 8 km – 1u40 onderweg
dag 5: Rita staat scheef, rugprobleem door een verkeerde beweging gisteren. Maar doorbijten zal ze, het is maar 8 km en dalen. Om 10u30 zijn we vertrekkensklaar. We merken op dat het landschap vandaag groen is geworden. Het wit is gesmolten. Via leuke smalle paadjes tussen bomen beginnen we aan de afdaling. Onderweg lopen we door het dorpje Wackenbach. Het is er lieflijk en stil. In een eenzaam open afdak staat een oude Diane met opschrift: "ceci n’est pas une voiture. C’est un art de vivre!" Die moeten we onthouden! |
Het stille dorp gelegen op een helling lijkt uiterst ideaal voor sociale controle (ieder hoger gelegen huis, kijkt neer op een lagere woning). Ik vraag me af hoe het hier zit met intra-familiaal of intra relationeel geweld? Zou het hier minder voorkomen door het sociale weefsel dat kan ontlasten en ontmijnen? We zouden het eens moeten laten onderzoeken … Wanneer ik die mijmeringen luidop verkondig aan mijn buur-stapper Luc, kom ik tot het besef dat het onderzoek over de politiezones opgesteld was door het Rekenhof, ook tijdens het stappen in natuurlijke oorden kan worden besproken…
Het paadje voert de groep langs de helling naar beneden. We ontmoeten een plaatselijke wandelaar met hond Suzy, die blij is met nieuw gezelschap.
1u30 later staan we aan het begin van ons einddorp Schirmeck. We moeten het nog doorkruisen, de spoorweg oversteken en kijken naar oude treinstellen die wachten … Aan de overkant blijkt een loopwedstrijd te zijn gepasseerd. De drankstalletjes liggen er al verlaten en opgeruimd bij. Met 10 vleien we ons in restaurant des Vosges aan de dis om de plaatselijke kaart te proeven. En ze smaakt fantastisch. Duidelijk een streekrestaurantje waar vooral de locals de weg naartoe kennen. Ons Danny keert sneller terug, want moeder heeft gezondheidsproblemen. |
Luc wordt door Martine nog eens warm gemaakt voor een jonge puppy. Is hij een hondenvriend of is hij het niet? De hoestbeestjes zijn ondertussen ook goed verspreid geraakt, we zullen allemaal nog geruime tijd aan de stapdagen en aan Martine denken…
Onder de slogan van de affiche in het restaurant: "C KiKi conduit?", vertrekken we huiswaarts. De reis duurt langer dan gehoopt. Maar iedereen geraakt heelhuids thuis!
En wat zijn de indrukken?
Erik: hoe hoger, hoe sneeuwer
Martine: kort van asem, kort van stof. Almachtig, prachtig in de sneeuw!
Els: toffe sneeuw calvarie
Luc: 3 dagen regen en dan eindelijk sneeuw. Nog geen ruzie in de groep, maar met de plannen van de volgende tocht, laaiden de gemoederen hoog op tussen de sissies en de die hards.
Rita: tof spelidee na mooie sneeuwwandeling.
Micheline: diepgaande inspanningen brachten ons tot magische hoogtes
Danny: schitterende tocht en eindelijk bergjes!
Christian: zeer afwisselend van de zwarte asfalt tot de witte sneeuw.
Mark: biddende visarend bekroont sneeuw- en waterrijke tocht
Kaat: ik mis ons manneke... Maar toch vlotte vijf dagen met de Donon als kers op de staptaart. Vogezen: ik kan amper wachten!
Kostprijs per persoon: ongeveer 214 euro per persoon (alles in behalve eerste nacht)
Volgende stapdagen van 2006 zijn vastgelegd in het hotel du Donon:
zaterdag 29 april tot woensdag 3 mei 2006
Maandag 21 tot zondag 27 augustus 2006