la douce france
<< - home - foto's - >>

Vijftiende stapmoment Evette-Salbert bij Belfort tot (juist voor) Grand Mont van
zondag 20 augustus tot en met zaterdag 26 augustus 2006

Onbekende, nu beminde Doubsvallei en een fel viruske!

En toen waren ze nog met ….

Planning:

Zondag 20/08: vertrek en stappen Evette-Salbert (397m) – Chalonvillars (390) (2u10)

Maandag 21/08: Chalonvillars – Vandoncourt (400m) (7u45)

Dinsdag 22/08: Vandoncourt – St-Hippolyte (370m) (6u30)

Woensdag 23/08: St-Hippolyte – Goumois (800m?)(7u)

Donderdag 24/08: Goumois – La Rasse (5u15)

Vrijdag 25/08: La Rasse - Prerelot (1003m) (6u45) (plus 25 min hors GR naar gîtes)

Zaterdag 26/08: Prerelot - Grand Mont (1034) (5u)

Wie zijn de stappers:

Dag 1 en 2: Rita, Erik, Christian, Mark, Kaat en Heidi en 1 hond (border collie - BC) Wabbe

Vanaf dag 3: Martine en BC Nel komen erbij en een groepje fietsers

Vanaf dag 4: Bernard en BC Quarrel sluiten aan

Vanaf dag 6: gaststapster Chris Goeman, wonende in Zwitserland komt vrijdagavond op bezoek en stapt de laatste dag mee..

MP II vertelt …

Dag 1: Evette-Salbert (397m) – Chalonvillars (390) – staptijd: 2u10

Om 10u is het afspraak ten huize Van Roy. Met twee wagens, 6 stappers en een hond vatten ze de autotocht aan. In de gietende regen, mist en slechts 13° vertrekken ze. Maar over de Belgische grens piept de zon door de wolken. Ze verwarmt de stappers tijdens het oppeuzelen van de boterhammen aan ‘air de Capellen’. Een wesp heeft ook interesse in het beleg op Chris’ boterham. Hij merkt het pas als de wesp hem in de mond te stekken heeft, letterlijk dan, bij het doorknabbelen …Een pijnlijke ervaring, ook voor Christian.

Om 16u komen les belges toe in de ‘base nautique herbégement’. Ze mogen hun tent neerpoten waar ze maar willen. Er wordt gekozen voor het grasveld met zicht op het meer. Een auto wordt in Chalonvillars gezet en rond 17u15 kan de eerste opwarmingstocht van een dikke 2u beginnen. Het wordt een mooie tocht, vertellen ze me achteraf… Ze stappen door het dorp Evette, de Vogezen achterlatend en beklimmen een plaatselijke heuvel van 647 m tot fort de Salbert (625 m).

Het is een stevige klim van meer dan 200m en ze zijn wat blij dat het zonder rugzak mag. Het paadje is glibberig en niet stapvriendelijk omdat het door de regen stevig is uitgehold. De zon en de klim verwarmen zodanig dat ze in T-shirt kunnen lopen. Zalig! Bovengekomen krijgen ze een immens zicht op de omgeving: Belfort, de Vogezen, het Zwarte Woud, de Jura en de Alpen. De stappers genieten van het panorama en zoeken waar wat ligt.

De GR5 brengt het groepje door een donker bos naar beneden. Er zijn geen teken (die waren er blijkbaar wel in juli), wel kleine vliegjes die het zweet weten te appreciëren! Uit het bos gekomen, moet een brug overgestoken worden. Het overbrugd een kanaal en is idyllisch getooid met hanggeraniums. Theo flitser zet het op de digitale plaat vast. De N19 oversteken en het dorpje Chalonvillars wordt doorkruist. Erik wijst op een ondertussen verlaten restaurant waar hij met mountainbikers nog heeft gegeten en in de tuin mogen slapen.

De eerste groep wordt huiswaarts gebracht, de volgende zet de wandeling terug richting tentplaatsen de bereidwillige chauffeur tegemoet stappend.

Na de inspanning en de verfrissing, wacht de inwendige mens op verzorging. In het restaurant van de auberge du lac is het een blij weerzien. Ik sta al enkele uurtjes te wachten op de eettafel en te popelen om terug op stap te mogen gaan. Ze zijn blij om me terug te zien en ik poseer gewillig voor de fotograaf Erik. Ze bewonderen echter al snel een koppel zwanen met jong die parmantig over het meer schuiven bij het roodgloeiende avondlicht. Het eten lijkt hen te smaken: "médaillon de Lotte au Morilles" en ander lekkers, zoals wijn en dessert… Om 22u40 wordt de tent ingekropen onder gietende regenbuien. We slapen net naast de spoorlijn. Denderende voorbij razende treinen maken dat het behoorlijk schrikken is bij momenten tijdens de nacht.

Dag 2: Chalonvillars – Vandoncourt (400m) – staptijd: 7u45

Om 7u lopen de gsm-wekkers af. We hebben ongeveer 8u staptijd of 32 km voor de boeg. Het opstaan en opruimen gebeurt op een ochtendtempo. Het ontbijt tussen de twee wagens aan een opklapbaar kampeertafeltje kan droog starten. Maar de regen gooit water in het eten… Gelukkig heeft Christian zijn grote paraplu mee om alles enigszins droog te houden. Om 8u25 trekken we weg van de campingplaats richting kerk Chalonvillars met de wagens. De zon schijnt gelukkig op het moment dat Heidi, Christian en Kaat wachten op het dorpsplein aan een oude wasplaats, terwijl de 3 anderen een wagen zetten op het eindpunt.

Om 10u15 zijn we weer verenigd. We klimmen het dorp uit richting bos en velden, zo tot Echenans. Onderweg blijkt dat den Erik krijgertje zal spelen of kunstjes moet doen. Hij heeft geen toespijs meegebracht, zoals was afgesproken. Maar het geluk is met den Erik en met ons. In Brévilliers vinden we naast een mooie oude overdekte wasplaats, ook de enige kruidenier en café van het dorp. En hij is open! De charmante ober serveert soep en koffie en we kunnen er vers brood, chocolade, worst, kaas en ander lekkers kopen.

Het weer valt tot nog toe mee, ze hadden volop regen voorspeld. De cafébaas zegt dat we geluk hebben gehad: "vous avez passé à côté les gouttes!". Deze kruidenier is de GR5 stappers zeer genegen. Het is duidelijk dat het hem niet voor de wind gaat en hij de eindjes met moeite aan elkaar kan knopen. Voor GR5 stappers: een kleine moeite om te stoppen! Hij is bereid om voor je een BBQ te organiseren. Je kan er ook in de tuin slapen als je dat vraagt. Doen dus!

Om 13u15 stappen we het dorp uit. Nog 6u te gaan… De stappers volgen mooie paadjes, maar het loopt hard over het vele asfalt. Ook in het bos is ‘de beschaving’ aanwezig. Er ligt een gigantisch bouwwerf van een fabriek in opbouw. "Hoe heeft Frankrijk dit kunnen toestaan?", vragen de stappers zich af. En ja hoor, even verder aan de baan, zien ze sporen van protestacties over de schande of "la honte"!

We doorkruisen gekleurde groenrode velden met zicht op het land van de Montbéliard en de Jura in de verte. Het loopt vlot en voelt weids aan… Maar het vrije stapgevoel wordt nadat we Châtenois-les-Forges voorbij lopen, bruusk gecounterd door een recreatiedomein Nommay dat er maar kunstmatig bijligt. Toch wordt het een Natuurreservaat genoemd: visvijver, zwemvijver, beach-volleybal en mooi afgeboorde paden. Het is er gekomen door de aanleg van de autosnelweg even verderop, waarvoor zand nodig was. Die mogen we oversteken.

Het kanaal dat de Rhone met de Rijn verbindt volgen we gedurende de volgende 2 km. Het is mooi en zelfs idyllisch, maar voeten en kuiten beginnen pijn te doen, want ook hier is de ondergrond keiharde asfalt. Waar het water over het water wordt geleid, een soort aquaduct dus, is er onduidelijkheid waar het rood wit ons heen stuurt. Maar we vinden het en volgen nog een mooi stukje natuur naast het water. Vissers genieten er van de stilte en de spanning. Vermoeid bereiken we het bloemrijke dorp Fesches-le-Châtel. Maar geen kompassie, het rood wit moet verder worden gevolgd. Van de ene begraafplaats, langs weilanden en mooie paadjes, bereiken we het kerkhof in Dasle. De groep duwt zich voort tot voorbij het kerkhof van Vandoncourt en bereikt rond 19u de nieuwe gîte (de oude is gesloten omdat de gerant ervan onder is gemuisd met de sleutel…). Deze verblijfplaats blijkt een omgebouwde oude stal te zijn, waarvan een gedeelte is afgesloten. Dit wordt ‘s nachts nog bewoond door een lama en een paard. De kamers zijn afgemaakt met verse houten planken, we vinden er beddenbakken met oude strozakken en een verzameling oude meubelen. Het is rommelig en vuil, maar gezellig. De stappers vrezen dat het een muizenparadijs zal zijn…

De vrouw des huizes is zeer sympathiek en vraagt om snel te komen eten. Ze heeft al de kleinkinderen op bezoek en er zou in het dorp een soort luisterspel zijn (spectacle du village), waar ze met de hele familie naartoe trekken. Het eten smaakt voortreffelijk: couscous met citroen, augurken, tomaten, appels, paprika en rozijnen als voorgerecht. Hoofdgerecht: worsten van de streek, ratatouille van groenten uit de tuin en rijst. Dan volgt nog een stuk lekkere harde kaas, dat ‘le comté’ blijkt te zijn. (Deze kaas is een traditie van vele eeuwen oud en was de enige manier om de melk als proviand voor de winter te bewaren.) Alles wordt overgoten met de tafelwijn uit de streek. De ovenwarme appeltaart sluit het geheel uitstekend af. Ze kunnen nu zeker geen pap meer zeggen!

Om 20u30 vervoegt het gezelschap fietsers de groep van de stappers. Het is een blij weerzien met Martine en Warre. We maken kennis met hun gezelschap: Pieter, Hazel, Jeremy, Bart, Mieke, Kobe en Steven en ook ik mag even uit de rugzak en word getoond! De Wabbe heeft nu ook gezelschap: Nel. Toen waren ze dus met 15 en 2 honden! Erik en Kaat gaan de auto aan het beginpunt ophalen en zijn 1u30 onderweg. Dankzij de organisatie van de Warre en zijn gezelschap zal dat in de volgende dagen niet meer moeten gebeuren! De fietsers verkiezen na een inspectie van ons verblijfplaats, de wagens als slaapvertrek.

Dag 3: Vandoncourt – St-Hippolyte (370m) – staptijd: 6u30

Om 7u30 lopen de wekkers af in de verschillende houten vertrekken van de gîte. Gekreun en gestommel, opstaan is de boodschap. Het is behoorlijk mistig en de nattigheid is alom tegenwoordig. Om 8u zitten we in de gezellige eetkamer van de gerant met 11 rond de ontbijttafel. Een korte briefing hoe de organisatie kan gebeuren. De fietsers zouden hun rit rijden vanaf onze aankomstplaats maar hebben er duidelijk weinig zin in gelet op het hondenweer. Ze zullen elk een wagen meenemen tot daar. De stappers geven met plezier de autosleutels af.

Mark loopt op aangeven van de gerante nog snel naar de plaatselijke kruidenier om een stuk comté te kopen; de kaas heeft hem meer dan bekoord!

Om 9u30 kopen we vers brood en toespijs en stappen met 7 volwassenen en 2 border collies het dorp uit. We volgen een lang stuk asfaltbaan. Aan het einde voor het bos, staat een huis er wat troosteloos bij. Aan het geblaf te horen, wordt hier een hondenkennel uitgebaat.

Even verder passeren we een indrukwekkende natuurlijke brug of de restanten van kalkafzet door het water. De brug is geheten naar Sarrazin, de Moorse veroveraar die er in de VIIIe eeuw door de plaatselijke held Vaddo ( vandaar de naam van het dorp ) werd uitgeknikkerd. De GR5 maakt voor dit bouwwerk een bocht naar rechts en klimt tot boven langs een zigzag bospaadje. Het druilerige grijs weer kan ons humeur niet raken.

De groep stapt na 1,5 uur gezwind door het kleine dorpje Abbévillers. Hij volgt verder het rood wit langs een sterk dalend glibberig paadje tot aan het water. Niemand is gevallen, maar het had gekund… Even bekomen we, dan het water over en het riviertje volgen tot een open terrein met een uitnodigend café-restaurant, La Papeterie. We doen alsof het middag is (het is nog maar 11u40) en drinken een café crème en eten de proviand met smaak op. Ondertussen is de zon verschenen en het grijze heeft wat plaats gemaakt voor blauw! Tijd om weer op pad te gaan. De GR klimt langs natte en smalle haast weggespoelde paadjes door het bos tot aan de grens met Zwitserland. De grenspalen kunnen niet gemist worden! Het zijn grote betonnen blokken van 1935 met aan de ene kant de F van Frankrijk en aan de andere een wit kruis voor Zwitserland. Het pad loopt gedurende 4 km praktisch op de grens zelf. Het is er donker door het dichte gebladerte. Maar af en toe piept de zon door het groene baldakijn. Na wat glad trappenwerk weg van de grens, is het klimmen over hekjes tussen weiden (en wie wil kan het zich gemakkelijk of moeilijker maken… pas nadat de 5e persoon erover is, toont Christian dat de bovenste zgn. trede, omhoog kan getild worden J ). De groep geniet boven van het uitzicht op de Vogezen, de Ballon d’ Alsace en andere oorden waar MP tot Nice ondertussen al gepasseerd is. Het geeft een rijk gevoel. Na bos en groen, komt de beschaving eraan.

Het charmante dorpje Villars-lés-Blamont oogt gekleurd door lila en paarse huisjes en door het bloemenperk in het midden van het pleintje. Een waterbassin geeft de mogelijkheid om Wabbe die zich weer eens in de stinkende resten van een kadaver heeft gewenteld, wat af te spoelen. Het is ondertussen 14u30, we hebben nog 2u voor de boeg.

Het rood wit lokt ons het dorp uit en al snel wordt het asfalt geruild voor bospaadjes. Het is klimmen en puffen dus.

Door de harde regen van de laatste weken is het pad sterk uitgehold, het is smal en bezaaid met keien en dus niet simpel om te volgen. Maar gelukkig heeft onze leeftijd ervoor gezorgd dat we steun zoeken in een wandelstok. En vandaag is dat nodig! Bovengekomen (ongeveer 600m hoogte) krijgen we een prachtig uitzicht op Zwitserland. Rusten, wat snoepen, kijken, foto’s maken en de vliegen wegjagen. De zon vindt net een gaatje om ons op te warmen.

En dan is het de tijd voor de laatste etappe tot aan de camping. Het bos wordt verder gevolgd, dalend, stijgend en peinzend. De drie van het Rekenhof hebben deze keer voor ons iets verstopt. Aan ‘la cabane des douaniers’ vindt Mark de verrassing: twee flessen rode wijn. Niemand die erin trapt, we weten goed genoeg dat Micheline, noch Luc, noch Danny (alhoewel…) 2 kg voor ons zouden meesleuren! Er ligt wel een briefje met volgend bericht: "Beste vrienden, reeds een behoorlijke tocht achter rug, nietwaar. Moge dit oord je wat rust gunnen. Vele groeten, Micheline, Luc en Danny" Rusten doen we niet, maar het is leuk te weten dat er aan ons werd gedacht ergens in juli. En het is ook tof te weten dat onze bagage op het eindpunt klaar staat en er voor eten wordt gezorgd...

De GR 5 vervolgt zijn weg, langs het dorpje Chamesol, verder door weiden met koeien en vooral koeienvlaaien. Gelukkig dat de boer stappers toelaat erdoor te gaan, want de geasfalteerde weg kronkelt er helemaal rond. Fietsers met pak en zak zwoegen zich naar boven. Wij stappen op het malse gras recht naar beneden. Een oud bestenen paadje leidt ons verder tot aan de bewoonde wereld, de voorbuurt van St-Hippolyte. We moeten nog een 20 min stappen buiten de GR naar de camping. Voor sommigen is het zwaar wegens te hete pootjes. Al bij al was er veel asfalt vandaag. Een groep jongeren die verzamelen onder een prachtige oude eik, wijst de weg naar de camping. Met veel moed trekken we er naar toe. Onderweg komen we Mieke en Kobe tegen met Jeremy en Hazel. Ze zijn op weg naar het centrum waar de fietsers hun verfrissing aan het nemen zijn. Op de camping is geen koude pint te krijgen. Hete pootjes of niet, we maken allemaal rechtsomkeer. In het stadje maken we voor het eerst kennis met de Doubs die we oversteken. Om 17u30 zitten we in het centrum van St-Hippolyte op het terras van de Auberge du Territoire met aanduiding van de Route du Comté.

Het is gelegen aan een gezellig pleintje met een waterpartij waar 3 kleine kinderen zich geweldig amuseren. Hun kleren worden een voor een tot op de pamper uitgetrokken, want ze zijn toch nat. Warm is het niet, maar ze hebben dolle pret en zorgen voor animatie. 14 Belgen genieten van bier of witte wijn. De hondjes zijn bekaf en liggen onder de tafel en geven geen kik.

De evaluatie van de fietsers is positief: de Steven heeft een prachtige tocht uitgestippeld. Het blijkt een mooie streek, een leuke fietstocht en ze hebben een 40-tal wouwen onderweg gezien. Mark heeft het moeilijk om dit te geloven. Warre had dit voorspeld…

De stappers vonden de stapdag zwaarder dan gedacht. Veel klimmen en stijgen. Volgens de statistieken van Erik zouden we in totaal 760 m gestegen zijn. Dat zorgt natuurlijk voor discussie en dorst.

Om 18u30 strompelen we door de stijf geworden spieren en gevoelige voeten, richting camping. We moeten geen tenten opstellen. Warre heeft voor een nieuwbouw refterruimte gezorgd waar we kunnen slapen.

De tafel is gedekt met tafellakens en versierd met bloemen. De forellekes liggen klaar, de bbq is aangestoken. Slaatje en aardappelen maken het gerecht helemaal af. Het smaakt voortreffelijk! Dank aan Jeremy, Hazel, Mieke en de fietsers. (het dankliedje wordt gelukkig niet gezongen…) Ik mag weer eens uit de rugzak en wordt op tafel gezet. De wijn vloeit nogal te rijkelijk zie ik. Ik hoop dat ze me hier niet van de tafel duwen zodat ik alleen in het koude gras beland. Gelukkig is nog iemand bij de pinken en word ik voor het helemaal donker is in een rugzak geduwd. Hoe meer de alcohol daalt in de doos, hoe losser de tongen worden. Rita’s ervaring met geestesverruimende middelen … zorgt voor hilariteit. Ondertussen zijn de fietsers naar hun nest vertrokken. Tijd voor ons om ook eens te gaan liggen. Rond middernacht wordt het stil in de slaapzaal.

Dag 4: St-Hippolyte – Goumois (800m?) – staptijd: 7u

Het ontbijt aan de pingpongtafel is rijkelijk. Er is eten genoeg mee! Opruimen, afwassen, inpakken en we kunnen om 9u30 uit de camping vertrekken. Er is een paadje dat na 45 min terug op de GR5 komt. Het mistig weer geeft de weg langs een riviertje iets mysterieus en prachtigs. Na een uurtje is de hemel uitgeklaard tot een blauwe lucht met zon. De topjes komen te voorschijn, al worden we er niet jonger door… (oma’s aan de top, zo wordt gefluisterd.) De GR5 ontdekken we snel en volgen hem. Bij het binnentreden van het dorp Soulce-Cernay steken we de rivier de Doubs over. We stappen stevig door, over asfalt, afgekorte paadjes door weiden en vooral klimmen. Martine heeft het te warm gekregen en knipt haar lange broek tot een korte. Erik staat er naar te kijken... Verder stijgen is het langs een bosweg, voorbij een boerderij, door weides en met prachtige zicht op de vallei van de Doubs. Door een stevige plas koeiendrek, voorbij een melkmachine, de GR5 blijft ons verbazen. Het is ondertussen nog maar 11u45 maar van al het klimmen, is er vraag naar rust. Bovenal lonkt een prachtige groene zachte en glooiende weide ons. Een pad kan nog net onder de regencapes die als tapijt dienstdoen, onderuit springen. De apero van lekker water en een toast met tonijnpaté, geeft zin op meer. "Als ge start, zijt ge begonnen", zegt Martine. Het brood met worst of kaas, tomaat, een stuk wortel, een stuk appel, het smaakt allemaal. De rust en het eten, doen deugd. Een fris windje bij een stralende zon, meer moet het niet zijn. We schatten dat het 24 graden is. En wat zo heerlijk is: er zijn geen dazen of andere insecten die ons lastig vallen. De hondjes willen zich tegen ons aan vleien, maar de koeiendrek hangt nog op hun poten…

12u30, tijd om alles bijeen te rapen en te zoeken naar de tas koffie! Het is warm en het is stijgen.

De tocht is mooi en afwisselend: door bos, door weiden, poorten open en toe, op en af, bloemen langs de kant, een watertje volgen, langs boerderijen, over asfalt en over modderige paadjes. Onderweg bewonderen we een oude wasplaats of maalderij, we weten het niet goed. Er ligt een molensteen in het midden. Lang kunnen we niet blijven zitten, de GR5 roept ons verder.

Door weiden en paden, slingeren we ons langs de vallei van de Doubs. Na een stevige klim bereiken we enkele uurtjes later het dorp Fessevillers (861m). Mannen werken er aan de baan die open ligt om rioleringbuizen te leggen. Het is niet simpel om over te geraken, maar voor geoefende stappers is het een makkie. Ze zijn nieuwsgierig en Erik legt hen uit dat we uit Brussel komen en vertelt fier dat ze mij, het Manneken Pis, meedragen en achterlaten. De werkmannen vinden het een fantastisch, maar een zot idee. Waarom niet gewoon de auto nemen? Voorbij het Romaanse kerkje met bloemrijk kerkhof, zoeken we het dorpscafé. Het is gesloten, maar we installeren ons even op het terras voor een snackje en water. Ik mag uit Heidi’s rugzak om mee te genieten van het zonnetje.

Terwijl we er zitten, passeert een koppel wandelaars, beladen met een zware rugzak en een houten stok als ondersteuning. De man loopt enkele honderden meters voorop. De vrij corpulente vrouw tracht hem te volgen. Ze stappen de GR du Jura en zijn eveneens uit Goumois vertrokken. Ze volgen even dezelfde weg als wij. De GR5 stijgt sterk en bij het voorbijsteken van het koppel vragen we ons af hoe ze tot hier is geraakt? Ze puft en mankt en heeft zichtbaar last van blaren en andere pijnen. Het zicht brengt onze fantasie tot leven: wil hij een natuurlijke dood bespoedigen? In ieder geval is de tocht voor haar geen pleziertocht. En de relatie wordt op zijn zachtst gezegd, sterk getest…

Er volgt opnieuw een stevige klim door het bos. Mark vindt er tot zijn grote vreugde cantharellen die zorgvuldig afgesneden en meegenomen worden. Bovengekomen mogen we opnieuw genieten van een zicht op de valei van de Doubs. Het rood wit verdwijnt weer terug in het bos. Er is blijkbaar een feestje gebouwd. We zien er houten huisje zoals een muziekkiosk met een staander uit hout gesneden. Er is een oventje om glas te blazen. Maar het ligt er nu verlaten bij en dus zonder functie… Het weer is prachtig. We voelen ons als Heidi in de bergen. En we leren weer van alles bij. Zo zijn er jonge vaarzen met een ring aan hun snuit en een pin die op het eerste zicht zinloos lijkt. Maar dit dient om te verhinderen dat ze zouden sabbelen aan moeders uier. En dan heb je de "bouvie trap": een gebogen rooster als toegang tussen weiden of bossen, waarover de mens kan stappen, maar vee en wild kunnen hier niet over. Onze hondjes kruipen onder de draad…

De hoogste top is vandaag 1090m. Onderweg in het bos bezoeken we het Romaans kapelletje St-Anna en schrijven er in het boekje. De heilige zal de stappers beschermen….

Verder naar beneden nu, gedurende een lange afdaling en dat doet zeer aan de pootjes. Uit het bos, in de warmte van de zon, mogen we weer genieten van vergezichten. Na natuur, is de beschaving weer in aantocht. Een lang stuk van de GR5 loopt langs een vrij drukke baan op hard asfalt. We komen in het centrum van Goumois en stretchen de stramme spieren in het zicht van drie lamerende vrouwen. Om 17u30 puffen we uit in het café ‘le pont’, met zicht op de Doubs, op Zwitserland en op een rots die een apenkop voorstelt.

Nog zorgen voor een dessert en op met volle moed voor de resterende 15 minuten, blaren of geen blaren…

In de kleine camping is het rond 18u30 wat zoeken om onze tenten te kunnen neerzetten. Heidi, Mark en Kaat verhuizen er drie keer hun bijna opgezette tent … geen zicht. Bernard komt ons vervoegen met Quarrel.

Het koppel met houten stok komt strompelend toe, althans zij loopt er op blote voeten. "J’en ai mare", roept ze. En het thuisfront wordt gevorderd om hen te komen ophalen….

Het avondeten in de grote pan wordt door Mieke bereid: kip met champignons. Lekker! De Steven vindt het allemaal maar niets. Hij is goed ziek. De hele avond en nacht moet hij overgeven, maag en gal totaal overhoop…. Hij heeft de sterren gezien…maar er niet van genoten.

Iedereen is moe en we kruipen redelijk vroeg onder zeil. Het geruis van het water, geeft rust. We hopen op goed weer morgen, want de voorspellingen zijn niet goed.

Wisten wij dat Steven zijn toestand in de volgende dagen nog behoorlijk voor wat verrassingen ging zorgen….

Dag 5: Goumois – parking Le Bieuafaud? (25 min voor La Rasse) – staptijd: 5u15

Om 8u kruipen we uit de tent en worden verwelkomd door een blauwe hemel! De drie campingtafeltje staan uitgestald en klaar voor het ontbijt. De kleine Kobe komt met een choco-smile uit zijn bedje en blikt goed gemutst naar al dat oud volk. Na discussie over het containerpark en de waardevolle spullen die er afgezet en terug opgepikt worden, is het hoog tijd om de dag aan te vatten. Reppen geblazen want wolken komen aanzetten. Om 10u25 staan we terug op de GR5. Vandaag zijn we acht en 2 honden. We stappen even langs de weg om dan het bos in te duiken naast de Doubs. Die blijven we stroomopwaarts gedurende lange tijd volgen. De volgende 2 dagen zal de Doubs onze trouwe metgezel worden en ons constant tegemoet stromen.

Dan weer omhoog, dan omlaag, op verharde baan of langs een kronkelend paadje met boomstronken die als trapjes de groep dichterbij of verder van het water leidt. De wolken zijn verdreven en de zon piept als ze kan tussen de bomen door. Allerhande mossoorten hebben zich een plaats veroverd op rotsen en bomen. Deze vochtige streek krijgt er iets mystiek door. Maar het pad vraagt om wat klimwerk vandaag. Een ijzeren trapje maakt het de stappers iets comfortabeler om over een rotspartij te geraken. Nel vindt al gauw een alternatieve route en springt er gezwind over. Wabbe moet met duw en trekweg erover getrokken worden. En de senior Quarrel wordt door zijn baasje Bernard erover gedragen. Ik zit hoog en veilig weer in de rugzak van Mark en kan het allemaal goed gadeslaan. Het is leuk die drie hondjes te zien over en weer snellen, waarbij de oude Quarrel de plaats van de baas opeist en dus steevast vooraan wil lopen. Dit is niet naar de zin van Nel. Wabbe als jongste telg, legt zich er voorlopig bij neer, dat zij de derde in de rangorde is. De stappers zijn wild enthousiast van de omgeving: de Doubs die vrolijk kabbelt en af en toe door versnellingen komt tot leuke waterpartijtjes en watervalletjes, het mosgroen op rotsen en bomen, het leuke kronkelende paadje … Onderweg zien we een elektrische centrale liggen en een lange trap ernaast die we gelukkig niet kunnen nemen.

Rond 13u grollen de magen. Een open stukje door een gekapt dennenbos, laat de zon toe en is ideaal voor de lunch. We hebben nog steeds geen druppel gevoeld, ondanks de dreigende aanwezigheid van regenwolken. Laat dat nog maar even zo blijven. Het Frans brood wordt doorgegeven, toespijs uitgewisseld, blikjes voeding allerhande geproefd. Erik demonstreert de kunst van het plooien van plastieken zakjes tot een handig driehoekje. Bernard deelt hondenbrokjes aan de drie bordercollies.

Tijd om terug te vertrekken, op weg naar de fameuze ‘Echelles de la Mort’. Al jaren kijken de stappers ernaar uit om die te mogen nemen! Nu nog beslissen wie met de hondjes de variante zal nemen, want hen dragen, dat zal niet lukken.

De zon moet zich gewonnen geven en dikke druppels plenzen naar beneden. We kunnen ze deze keer niet meer ontwijken. Het regentenue wordt bovengehaald: Christian kan zijn grote paraplu eindelijk open vouwen, Kaat haar klein lichtgewicht parapluutje, Rita omhult zich met een grote groene regencape, Martine met een blauwe gebochelde cape, Bernard gaat getooid in een flaschie gele regenjas, Heidi en Mark showen met korte broek en lange beenbeschermers onder een regenjas hun mooie benen. En den Theo flitser vindt het nodig om zijn stok vooruit onder zijn regencape te zetten zodat zijn benen niet nat worden van het stromende water… geen zicht als hij achter een dame stapt!

Na wat zoeken, vinden Bernard en Mark de alternatieve route om de ‘Ladders des doods’ met de hondjes te kunnen omzeilen. De zes anderen ploeteren verder langs de GR5 waar werken aan de gang zijn en overal bomen omgehakt liggen. Het is plenzen in modderplassen, glijden en zien dat je niet uitschuift. Een plezier voor de spieren. We kruisen een andere groep die even handig vooruit schuift. Ze vragen of het ginder minder regent…? En wij, of de ‘Echelles’ nog ver zijn? Eindelijk wordt de mythe realiteit! De ladders zijn vernieuwd en goed aangelegd. Zeker niet zo beangstigend als in onze dromen. Bovenaan zit in een nis, naast een postuurke van een of andere heilige, onder een rode paraplu, een verliefd koppeltje. Als we haar glijschoentjes zien, voelen we ons prima geëquipeerd! Ze geven Erik nog snel instructies wanneer die zoals de voorschriften aangegeven, de eerste 5 treden niet achterwaarts de ladder afdaalt. We zijn snel beneden. Beneden wachten Mark en Bernard met de drie hondjes op ons ‘verhaal’. We zijn snel uitgepraat en rusten uit in een open garageruimte waar foto’s hangen van hoe het vroeger was. Reeds in 1864 bestonden deze ladders, eerst in hout, later in ijzer. Ze werden oorspronkelijk gebruikt door de molenaars, door boeven en smokkelaars. We zien op de foto hoe boeren de oude ladders afdalen met een varken of kalf in hun nek, zonder leuning en op ronde stokjes i.p.v. de heuse treden nu… Sissies zijn wij, vergeleken met hen.

Om 15u10 zetten we de tocht voort terwijl de zon ons droogt. Zonder het goed te beseffen, nemen we een variante die op de flank naast de Doubs ligt en niet langs de weg.

Het is er geweldig: varens en mossen, frisgroene kleuren, af en toe met goudkleurige invallen door de zonnestralen die zich een weg proberen te banen. De resten van een regenwoud, zo lijkt het wel. We genieten verder tot aan de barrage du Refrain. Tijd voor een korte snack en het uitspelen van de regenkledij. We leren er wat bij over hoe water tot elektriciteit wordt verwerkt. Volgens het GR5 boekje hebben we nog 1u20 voor de boeg. We volgen achter de barrage het stilstaand water dat een kunstmatig meer heeft gevormd.

Plots staan we voor een echte ladder die meer dan 5m hoog is. Bernard probeert nog onder hevig protest van Rita met Wabbe in zijn nek de eerste treden, maar Wabbe ziet dat niet zitten. (Hoe deden die boeren dat in 1870? Waarschijnlijk met vee?) Heidi en Kaat gaan met de drie hondjes terug een andere weg zoeken. En ongelooflijk maar waar, ze slagen erin dank zij de rivier als oriëntatiepunt om terug op de GR5 uit te komen. Ze weten niet of de anderen al voor zijn, maar enkele omgewoelde paddestoelen, doen vermoeden dat Mark is gepasseerd. Ze zetten er wat meer vaart achter, zodanig dat Heidi uitglijdt en op haar knie terecht komt. Gelukkig kan ze nog stappen, want met 3 honden, een platte gsm en een mankende partner, ziet Kaat dat niet zitten midden in het bos.

De GR5 loopt verder langs de bijna stilstaande Doubs, waar een eenzame visser geniet van de stilte en de natuur. Het pad eindigt op een parking waar onze auto’s zijn neergezet door het fietsend gezelschap. Handig! Een paar meter verder is de grensovergang met Zwitserland.

Om 17u30 rijden we onder een pletsende regenbui naar de camping in Maîche aan de Haut-Doubs. Onze verzorgers hebben een gîte gereserveerd zodat we warm en droog de avond kunnen doorbrengen en slapen in echte bedden. Het is ook nodig voor de Steven die nog steeds doodziek in bed ligt.

Bij aankomst staat de apéro Riccard klaar. De mosselen op de BBQ laten zich smaken! We krijgen nog een toast met de door Mark wild geplukte paddestoelen als hapje. Vervolgens een warme uiensoep met spekjes en kaas, bereidt door Warre. En om de resterende honger te stillen is er nog BBQ-vlees met lekkere verse aardappeltjes, lookboter en een gemengd slaatje. Wijn en water à volonté. Als toetje wordt nog een flinke portie ijs met banaan of chocolade klaargemaakt door Bart. De Steven laat al het lekkers aan zich voorbij gaan, maar komt er toch lichtjes door. De rijst met wat kippenbouillon en water, blijft binnen. De kamille , lindethee of koffie, al dan niet met whisky, sluit het geheel volledig af. Dit alles voor een democratische prijs van 10 euro per persoon, slapen inbegrepen! De stappers willen onmiddellijk een contract voor de volgende stapdagen laten tekenen met deze prima organisatoren. Maar ze laten zich niet gauw vangen…

Kleine Kobe geniet van de ruimte en de aandacht en naast ‘bal’, ‘allo’, leert hij ook ‘santé’ zeggen.

Het eten moet nog worden verteerd en dus wordt er wat gekaart (‘chinees poepen’). Maar de vermoeidheid slaat snel toe en om 23u40 is het bijna stil in alle kamers…

 

 

Dag 6: parking Bieuafaud - Prerelot (1003m)– staptijd: 6u45 + 25 min tot gîte le Chafaud

Om 8u is er terug leven in de gîte (al was er ’s nachts ook wel regelmatig beweging richting wc…). Eten en opruimen en nieuwe afspraken maken voor deze dag.

Heidi komt tot de ontdekking dat ze de ‘getten’ of beenbeschermers van Betty ergens is vergeten. Vermoedelijk aan de barrage. Ze gaan nog even kijken, maar een andere stapper is ondertussen blij met zijn vondst. Niets te vinden dus.

Om 10u35 staan we aan ons vertrekpunt van vandaag, bijna aan de grens met Zwitserland. Even klimmen en dalen en de GR5 brengt ons terug aan de linkeroever van de Doubs die we stroomopwaarts blijven volgen en dus links van ons ligt. Het is weer even mooi als gisteren: mossen op bomen en op rotsen, frisse varens, de zon die tussen de bomen piept, eilandjes in het water, idyllische plekjes, smalle paadjes, steenachtig en glad soms. Op een rijtje stappen de acht dapper door en genieten in relatieve stilte. Na 25 minuten bereiken we La Rasse.

We hebben nog 6u20 voor de boeg! Het tempo zit er goed in. We vragen ons af of Bernard er voor iets tussen zit? We zijn hem een tijdje kwijt en weten niet meer of hij voor of achter is. Aan de cabanne des pêches heeft hij zich verstopt. Even later blijkt hij achter ons te lopen. Wabbe had hem gevonden, maar gezien haar enthousiasme niet geblaft. Het verklaart waarom ze plots zo op verkenning ging. (Wandelen en natuur, dan komt het kind in elk van ons terug boven. Dat is een van die heilzame gevoelens die we telkens opnieuw zoeken…)

Middaghonger, bij een abri houden we om 12u15 halt. Buiten staan er banken, binnen is het ook ingericht met houten tafel en banken en talrijke opschriften op de muur. We zetten er onze souvenir ergens tussen. Tijdens de maaltijd horen we gekras, geroep of gekwaak? Welk dier kan het zijn? Erik denkt een kikker, Mark een reiger, Martine een eend en Bernard meent een kraai te horen. Stilte en luisteren. Bernard wint: de kraai toont zich. Het is weer een gezellig middagmaal bij een warm zonnetje. Martine voelt zich echter niet in haar sas, het eten verteert niet goed…

De GR5 troont ons verder langs de Doubs, op en af, soms op gevaarlijke smalle paadjes met steile wanden. Na een klein uurtje ziet Mark een mooi zwemplekje, daar heeft hij al heel de dag naar uitgekeken. Erik en Mark springen erin, de rest kijkt toe. De hondjes wagen zich ook voorzichtig tot aan de buik. Martine die anders zeker zou meedoen, voelt zich echt niet goed. Ze zucht en moet regelmatig een sanitaire stop inlassen. We verlichten haar rugzak en duwen haar moreel stapje voor stapje voort in de hoop snel in de bewoonde wereld te geraken. Om 15u bereiken we de barrage du Chatelot. Martine haar kaarsje is nu helemaal uit. Lieve dames die er op bezoek zijn, willen haar meenemen. Rita zal haar vergezellen, want echt in vorm voelt ze zich ook niet. Nel zouden wij meenemen. Maar ze is nog geen 10m ver van Martine verwijderd of ze begint plots hevig te manken. We gaan terug en de lieve dames willen haar ook wel meenemen. Van de slag is haar poot genezen….? Carottentrekster…

Wij hebben nog 4u te gaan! Trappen leiden ons naar beneden tot aan de dam, niet gemakkelijk voor de poten van de 2 hondjes. En na dalen, natuurlijk terug stijgen, en verder lopen we over een brede bosweg. Het zonnetje schijnt terug, maar de sfeer is wat bedrukt door het vertrek van Rita en Martine. Toch proberen we te genieten van het zicht van een meertje met een rots midden in het water, overhangende rotsen waar de GR5 onder loopt, een reiger die zweeft over het stille water. Maar het idyllische slaat bruusk om wanneer stukken rots naar beneden vallen, enkele meters voor onze voeten. We schrikken ons rot.

Voorzichtig en al snellend passeren we de gevaarlijke zone. Even verder is er een ander onheil: Wabbe wentelt zich in een verschrikkelijk stinkend iets. Ze blijft er zich parmantig in rollen ondanks het geroep. Heidi kokhalst van de stank. Kaat snoert de stinkende hond aan en met een fikse tred loopt ze tientallen meters voor de groep uit om hen de stank te besparen. En zo bereiken we in een sneltempo de ‘saut du Doubs’. Het blijkt er toeristisch te zijn. Terrasjes overvol. De waterval is dan ook wel mooi om zien. Wabbe wordt ergens ver weggehouden, want de stank is niet te harden! Al is de suggestie van Erik om de hond voorop te sturen om plaats te maken geen slecht gedacht. Na een tijdje begrijpen we vanwaar al dat volk komt, want wandelschoenen hebben de toeristen niet aan. Blijkbaar varen vanuit Villers-le-lac toeristische boten tot hier, wordt dan de waterval bezocht en een glas gedronken bij de stalletjes en cafeetjes die lager liggen. Wij gaan te voet naar Villers-le-lac. Al bekruipt de zin om ook de boot te nemen. De vermoeidheid begint toe te slaan, vooral voor Christian ligt het tempo wat hoog. En toch, we moeten verder. De GR5 loopt nog een lang stuk langs de verharde baan die de Doubs vergezelt. Onderweg merken we een platgereden hagedis waarvan het staartje heftig blijft kronkelen. Heidi wou ‘de kleine’ redden….

Om 18u bereiken we Villers-le-lac. We steken de Doubs over via een brug die rijkelijk versierd is met rode hanggeraniums. Nog 5,5 km te gaan. Verstand op nul en voetje voor voetje vervolgen we de weg. Uit de stad wordt het Warre rescue team gebeld. Het is nog 1u stappen tot in Chaufaud, waar een slaapplaats is vastgelegd. Maar toch besluiten we tot het bittere einde verder te stappen. Na de stad en grote baan, is het een verademing om terug het bos in te zijn. Het is mooi, maar een pittig en stijgend traject! Gelukkig zijn er de vergezichten van een afgeborsteld Zwitserland om ons af te leiden en verder de hoogte in te duwen. Koeien vinden ons gezelschap interessant en komen enthousiast aandraven. Maar dat vindt onze Wabbe dan weer niet goed. Op het hoogste punt le Prerelot (1003 m) loopt de GR5 naar rechts. Wij lopen verder door een 20 min buiten de GR richting de gereserveerde gîte. Om 19u20 komen we eindelijk aan.

Rita en Martine blijken beiden buiten strijd. Ze liggen met koorts en kotsmisselijk horizontaal, Martine in de camionette, Rita in bed in de gemeenschappelijke slaapzaal. Ze werden door hun lift afgezet in Villers-le-lac en zijn vandaar verder te voet moeten gaan. Met veel tussenpauzes sukkelden ze richting slaapplaats. De fietsers waren immers ook onderweg en konden niet instaan voor een reddingsoperatie. Op een 500m van de gîte troonde een boer hun nog mee om te kijken naar zijn authentieke en oude droogruimte. Hij nodigt de rest van de groep uit om de volgende ochtend te komen kijken.

Ondertussen is Chris Goeman aangekomen die vol verwachting de volgende stapdag zal meedoen. Ze woont in Zwitserland en met de trein is dat een kort weekendje. Ze heeft Rita echter nog niet gezien.

Snel wordt er gedoucht en na een half uurtje schuiven we aan tafel. De stappers zijn echter behoorlijk moe en wat onder de voet van de twee nieuwe zieken. Zelf voelen Mark, Heidi en Kaat zich niet in vorm. Toch wordt er gegeten van de kaasquiche met sla, tomaten, selder en een lekkere mosterdsaus. We vragen ons af of dit het volledige menu is. Verwarring alom. Borden en bestek worden opgeruimd, maar blijkt niet te mogen. Er volgt nog een stuk vlees. En als afsluiting een groot stuk conté kaas die rondgaat. De kok, tevens eigenaar, komt langs en toont fier zijn twee zoontjes (2 jaar en eentje van 3 maanden). Het zijn mooie kinderen.

Vermoeid en sommigen met een zware maag kruipen we in ons bed en hopen van harte dat er geen nieuwe slachtoffers vallen…

Dag 7: Prerelot … Le Chaufaud – Le Vieux Chateleu

Ik hoor gekreun en gezucht … wat is hier aan de hand? Slechts enkelen staan gezwind (…) op: Christian, Mark, Bernard, Chris Goeman en Erik. De rest blijft stil of kreunend liggen. Chris praat voluit over het eten van de avond ervoor en vindt vooral dat het vlees vies smaakte. Kaat kreunt en vraagt om over eten te zwijgen. Heidi durft niet uit het stapelbed naar beneden komen, want vreest de braakneiging niet te kunnen onderdrukken. Rita voelt zich al beter, maar nog niet fit genoeg om te stappen. De koorts is verdwenen. Mark vraagt naar immodium, want het spetterde … hij voelt zich evenmin in staat om te stappen vandaag. Kaat kan de pijnlijke krampen niet de baas en past met overtuiging voor deze laatste stapdag. "Weer eens inhalen", zucht ze ….

Gelukkig ben ik volledig immuun voor dergelijke ongemakken!

26 augustus wordt in ieder geval een memorabele dag. Niet omdat de dagwandeling zo een merkwaardig parcours volgt. Wel omdat iedere stapper waarschijnlijk de dagen voordien eenzelfde venijnig gastro-intestinaal virusje opgepikt heeft. In combinatie met een vermoeidheid door de voorbije zware stapdagen en een bedenkelijk diner in de gîte de avond ervoor, geeft dit aanleiding tot het royaal slikken van Primperan, Motilium, Buscopan en/of Immodium-pillen. Alle kleuren, geluiden en geuren van de ongemakken zijn op te sporen in pot, lavabo of bos.

Mark, Kaat en Heidi houden het voor bekeken en keren voorzichtig naar België terug.

Rita, geveld de avond voordien, waagt zich niet aan een vijfuren durende dagwandeling. Ze rijdt naar het oorspronkelijk geplande eindpunt, Le Grand Mont.

Warre is wat in de war. Ze zijn speciaal gebleven om onze auto’s nog te kunnen verzetten zodat we de laatste tocht konden aanvatten. Nu blijkt het niet nodig, want Rita zal ze ophalen. Het eigenaardige is dat de groep fietsers gespaard is gebleven, toch tijdens het verblijf in het département Montbélliard, behalve Steven dan. Wat is hun geheim? Is fietsen heilzamer dan stappen?

Martine, herstellende van symptomen opgedoken de dag voordien, Erik, Christian en Bernard, vergezeld van de gaststapster Chris en 2 honden, vertrekken vol goede moed naar Le Grand Mont.

Ik mag nu met Erik mee! Het parcours van deze etappe loopt tussen 1.000 en 1.200 hoogtemeters, grotendeels op een pad dat de Frans-Zwitserse grens vormt. In het dal zien we af en toe de rustig slingerende bovenloop van de Doubs, een contrast met de voorbije dagen waar ze woelig en bruisend onze tocht vergezelde. Ook de talloze hectaren tellende weilanden met sporadisch een forse boerderij met karakteristieke oude houten gevel kleuren ons panorama. Jammer dat we er zo weinig van kunnen genieten… Want spoedig duiken de eerste tekenen van acute indigestie op bij Bernard, Christian en Erik.

Ter hoogte van L’auberge "le Vieux Chateleu" – op 1.201m en na een viertal stapuren - wordt besloten om mij, MP II, te parkeren. Tot nu toe ben ik nooit zo hoog achtergelaten! Een hartelijke waard belooft voor mij te zorgen en ontvangt de groep graag in 2007 voor de start van een nieuwe GR-5 tocht. (Auberge du vieux chateleu, 25790 Les Gras. tel : 03 81 67 11 59 of zie: WWW.chateleu.com)

Ook de groep van het rekenhof die ons voor gegaan zijn hebben de eindstreep niet gehaald. Geveld door de warmte en de uitputting zijn zij gestrand in Les Gras (op 2 km van Grand Mont)

Of samengevat, zoals Mark het aan Micheline schreef via e-mail:

"Dag Micheline,

Ik weet niet wie van de aangeschrevenen bij machte is om te antwoorden.

Vooreerst omdat enkele verkozen nog ginder te blijven wegens te mooi om nu te verlaten (Rita en Bernard). De andere omdat ze wellicht nog niet in staat zijn om je te briefen over ons wedervaren in ‘le pays du Doubs’.

Maar hierover seffens meer.

Aanvankelijk is alles verlopen als gepland. De begeleiding door Warre en co was prima en liet ons toe zonder zorgen met enkel wat proviand de dagtochten af te werken. Wat een luxe!

Zondag hebben we Eveth- Challonvillars gedaan. Kort en goed.

Maandag Challonvillars- Vandoncourt. Dinsdag Vandoncourt-St.Hippolyte. Zowel het weer als het af te leggen parcours, alles dik in orde

De volgende avond bereiken we Goumois. En blijkt één van de begeleiders, Steven, een mysterieuze vorm van indigestie te hebben. Niets voor ons om ons zorgen over te maken. (Dachten we.)

De tocht van Goumois naar La Rasse hebben we grotendeels in de regen moeten afleggen. ‘Les échelles de la mort’ hebben we ontweken met de honden. De ladder iets verder bleek voor hen echter ook een onoverwinnelijke hindernis. Dus Heidi en Kaat een klein stukje terug en samen op de parking net voor de ingang van de Gorges du Doubs ( 35 ' voor La Rasse).

Slapen in een Gite in Maiche ( de hele Gite voor ons!)

Vrijdag dan de Gorges. Schitterend stukje natuur. Onder de zon.

Maar tijdens de tocht begon ook Martine zich minder goed te voelen. Aan de barrage du Chatelot haken zij en Rita af.

S' avonds liggen ze in hun bed met krampen en hoofdpijn.

De anderen ( Erik, Christian, Heidi, Kaat, Bernard en ik ) komen bekaf toe in Le Prélot na een tocht van meer dan 9 uur stappen.( slapen Gite le Chauffaud op 3 km van Le Prelot ).

De volgende ochtend was de helft van de meute uitgeteld.

Resultaat: Kaat, Heidi en ik ziek naar huis.

Erik, Christian, Bernard en Martine hebben nog een heldhaftige poging gedaan om het laatste stuk tot Grand Mont te stappen maar ze zijn onderweg ook moeten stoppen wegens doodziek zijn van Christian en Bernard.

Volgens de laatste berichten is ook Erik geveld, weliswaar met vertraging maar toch.

Samengevat: de Doubs is een absolute ontdekking met schitterende natuur, de begeleiding met vervoer, onderdak en foerage een zegen. Maar de buikgriepmicroobjes waren er de laatste dag te veel aan.

( Kaat heeft zowaar vergeten aan iedereen zijn slagzin te vragen! )

We zullen dus volgende keer in gespreide slagorde moeten vertrekken willen we samen aan hetzelfde vertrekpunt beginnen.

Mark"

Nawoord

Wat goed is begonnen, is met darmproblemen beëindigd. Laat het een les zijn te beseffen dat de elementaire regels van hygiëne moeten nageleefd worden: handen wassen voor het eten, niet met eenzelfde vork eten, eigen toespijs meenemen, …

Ondertussen is iedereen terug de oude natuurlijk en zijn die ongemakken snel vergeten.

Een tussentijdse wandeling met de MP-ers en een poging tot afspraken maken voor het volgende traject, leert dat we ook de volgende stapbeurt in gespreide slagorde zullen vertrekken. De drie van het Rekenhof zullen in september 2007 gaan. De anderen ergens in de tweede helft van augustus 2007. We zullen dus lang geduld moeten hebben. En zeker ons manneke!

<< - home - foto's - >>