Negentiende stapmoment van Modane
tot Larche van
zondag 15 augustus tot en met woensdag 25 augustus 2010
Dit jaar twee verslagen. "Het rekenhof" heeft de tocht in Juni reeds
afgestapt, en in hun verslag gaven ze nuttige
tips om niet verloren te lopen. Hun
foto's brachten ons alvast in de stemming.
Er lopen zotten in de Alpen .
Met 8 stappers, zonder honden:
Betty, Christian, Erik, Heidi, Kaat, Mark, Martine en Rita.
Het Rekenhof of Micheline, Luc en Danny stapten in juni het traject. Danny heeft
een kort maar krachtig verslagje bezorgd. We nemen het mee en volgen de aanbevelingen
zodat we niet verkeerd lopen op slecht aangeduide stukken.
Planning: zie tabel achteraan
Vooraf
Drie van de 11 stappers doen deze tocht in juni, namelijk Micheline, Luc en
Danny of het Rekenhof, zoals we hen noemen. Danny maakte een kort en handig
verslag (waarvoor dank). De aanwijzingen over de te nemen route, worden met
plezier gevolgd.
De gevraagde indruk
of hoe deze tocht samengevat?
"Mega magnifieke mini marathon marmotten tocht" (Mark)
"Startend met felle klim, al snel verslonden door de woeste gebergten,
enorm buikgevoel (viva Génepi in Christmas tree)" (Martine)
"Bergen, bergen, bergen! Werk, werk, werk?" (Erik)
"Van col tot col in een prachtig landschap. De vliegen, de Génepi
en de marmotten, nooit veraf." (Chris)
"Wonderlijk, altijd, altijd weer" (Heidi)
"Hoera voor Bram, de marathonman" (Betty)
Dag 1: reis naar Modane tot Charmaix (2u)
Op de metro naar Brussel ontmoeten we een zeer vroege
reiziger: Chris De Smet. Van toeval gesproken! Volgens afspraak vindt de groep
van 8 elkaar in het Zuidstation. De NMBS is vandaag klokvast en we kunnen de
trein richting Parijs opstappen om 8u37 (52 euro).
Met metro door Parijs (€2 ticket gekocht op de trein - handig!) tot de
"gare de Lyon". Er is iets loos; een gedeelte is afgesloten. Politiemensen
met zwaar geschut in de hand. Er hangt spanning in de lucht. Achteraf vernemen
we dat er een bommelding was in het station.
Als dat maar niets betekent
TGV tot Modane verloopt eveneens vlot en op tijd.
En nu komt ons manneke pis II aan het woord.
Om 15u40 zie ik eindelijk mijn stapgezelschap terug. De baas van het hotel 'le perce neige' (www.hotel-leperceneige.com) heeft mij opgeblonken. Dit is nodig nadat ik een jaar in zijn schuif heb gezeten. De MPNice groep drinkt er nog koffie, enfin iets wat ervoor moet doorgaan, en maakt zich gereed voor de start van de voorlaatste etappes. Moeilijke beslissing om al dan niet regenkledij aan te trekken? Gefrutsel en gerommel in rugzakken. Mark onderhoudt de patron over de route de St-Jacques (Compostella) en luistert naar de klachten over de crisis en de moeilijk economische tijden. Zelfstandigen onder elkaar. Klanten blijven weg (wat gezien de koffie te begrijpen is ).
Eindelijk mag ik op stap door de hoofdstraat van Modane
in de rugzak van Kaat, over spoorweg en omhoog langs kleine paadjes. Af en toe
is het behoorlijk steil en nat. Voorlopig blijft het droog boven ons maar de
nattigheid komt eraan, dat is zeker. Zwijgend of keuvelend, zoekt elk de juiste
tred. Elke stapper test of die schoenen goed zitten, voelt of de rugzak recht
hangt en het gewicht goed verdeeld is. Het zwoegen bevordert de lichaamstemperatuur
en de plastieken regenbroeken worden open geritst, aanvankelijk bescheiden,
na 20 min. steil omhoog worden zonder gêne de benen bloot gegeven, slipjes
piepen tussen de kieren. Af en toe stoppen we even om op adem te komen. We dampen,
maar koelen snel af. Wind steekt op, druppels vallen en de regenbroeken renderen!
Capes en/of regenjassen worden aangetrokken, rugzak krijgt regenhoes op. Kleurrijke
hoopjes in rood, geel of beige dansen op de ruggen. Bomen beschermen ons tegen
meer nattigheid. In de verte piepen zonnige bergtoppen. In de diepte ligt Modane.
Chalets duiken op: les Tavernes (Valfréjus - 1630m) is in zicht. Het
pad dwingt ons eerst terug naar beneden over de ruisseau de Charmaix (1530m)
om even later onze Taverne op 1630m te mogen binnengaan (18u15).
We krijgen een slaapzaal met 4 stapelbedden en een eigen badkamer. La Corniche
wordt de kamer genoemd. Natte spullen en schoenen worden zo goed als mogelijk
buiten in de gang te drogen gezet en gehangen. De eerste balans is positief
voor de meesten. Mark sukkelt met rugpijn en vreest voor morgen. Maar de reisapotheek
heeft gelukkig allerlei in de aanbieding.
Tijd voor de eerste pint of aperitief. De barkeeper/uitbater is inderdaad een
rare kwiet. Dat hadden onze voorstappers, het Rekenhof, gemeld.
Om 19u30 mogen we de magen vullen. Een bord salade met charcuterie smaakt als
voorgerecht. Gekookte aardappelen in de schil, een pot kokende kaas op een vuurtje
in het midden, brood en een pollepel worden op tafel gezet. Wat moeten we hiermee
doen: op bord scheppen of in de kaas dippen? Barkeeper en tooghangers slurpen
aan een gigantische Mojito en lachen met ons. We krijgen uitleg: 'napper les
pommes de terre dans le fromage'. Dit gerecht wordt met gemengde gevoelens onthaald:
de ene vindt het bijzonder lekker, de andere houdt het voorzichtiger. Een frisco
volgt als dessert.
Andere gasten schuiven aan een andere tafel en krijgen ander eten voorgeschoteld.
Wij hebben er maar naar te kijken en fantaseren over de relatie tussen de barkeeper
en de rest van het gezelschap.
20u30 wat kunnen we nu nog doen. Te vroeg om te slapen. Het weer wordt dan maar
uitvoerig besproken. Zal het morgen beter zijn? Donderdag wordt er onweer verwacht,
zo voorspellen ze. Afwachten of we erin verzeild geraken. Jazzmuziek streelt
onze oren. We praten de avond vol, keuren de spulletjes die her en der in de
ruimte plaats innemen. De Kerstversiering hangt er nog. Rond 22u kruipen we
onder dekens in 'la Corniche'.
Het is erg koud en Rita gaat op dekenjacht in de andere kamers voor haar gezellen.
Verwend worden we!
Dag 2: Charmaux tot Vallé Etroite (1765 m) (?u)
Rond 7u30 gloort de natte ochtend door het raam, komt
er beweging in de diverse beddenbakken en volgt bij mondjesmaat de evaluatie
van de eerste nacht. De ene heeft al beter geslapen dan de andere. Wat te doen
met het dilemma: gevoel van een onbehaaglijke cocon door de oordopjes of het
storende snurkgeluid zonder oordopjes?
Het ontbijt met croissants, vers brood, koffie, thee, warme melk, confituur
en fruitsap, smaakt. De barometer geeft koude en regen aan (80% vochtigheid).
Nevel hangt over de vallei; we zien de omgeving amper. Om 9u vertrekken we met
regenkledij aan. Dank zij de instructies van Danny lopen we in de juiste richting:
over de brug, de weg aan een tweesprong met een houten bordje 'Les Herbiers'
naar rechts volgen. Er zijn inderdaad geen tekens te bespeuren.
Het is onmiddellijk weer klimmen en we hebben dus snel te warm. Na 30 min. worden
de eerste kledingstukken uitgespeeld.
Het ruikt goed buiten, alles is gekuist door de regen en geurt volop. Het gehucht
les chalets du Lavoir monsteren we met gemengde gevoelens. Het zijn schattige
huisjes, maar het is echt de "bled" en ruw. Een breed pad voert de
groep hoger en hoger. Het weer blijft onzeker. Mist zorgt voor voldoende luchtvochtigheid
tot druppels toe. Des te meer we stijgen, des te kouder het wordt. Af en toe
piept de zon gelukkig door het wolkendek. Dat geeft hoop op beter. Af en toe
krijgen we een mooi zicht op de rivier en het dal beneden en de bergketen rondom.
Rond 11u stoppen we aan de prise d'eau de la Losa op 2099m. Een ideaal moment
voor een energiebar of iets anders lekkers, het verzorgen van enkele voetjes
en een sanitaire stop. We koelen snel af en dus wordt wat open of los zit terug
dichtgeritst en vastgesnoerd.
We klimmen door een machtig landschap gehuld in de mist, met een rivier in de
diepte en bergen rondom. Een arend cirkelt in de hoogte, marmotjes fluiten alarm.
Hier en daar zien we menselijke sporen: een huisje, een wagen, een schuilhut
voor een herder.
Een splitsing van het pad brengt twijfel. Is het nu rechts of links. Erik haalt
zijn GPS boven en toetst. Het is niet heel duidelijk, maar we kiezen voor rechts.
Na 100m blijken we de GR5 niet te volgen, maar we lopen parallel. Een jong koppel
zoeft ons voorbij en legt uit dat dit pad en de GR5 even verder samenkomen.
We volgen het verder langs de flank. Een mooi onderhouden herderhuisje met gras
rondom en banken van boomstammen, blinkt in de zon. Ook een hermelijntje vindt
het prachtig en geeft monstert die bizarre wezens met hun rare zakken op hun
rug. Hij geeft een spektakel voor het koppel en voor ons: loopt rond het huisje,
blikt op twee pootjes rechtop in de verte, springt op en af de bank en laat
zich graag fotograferen. De show is geslaagd. De toeschouwers zijn tevreden.
De tocht gaat verder door de weidse hoogvlakte met links van ons bergen getooid
met stenen en streepjes sneeuw. Dank zij het gesukkel op een bepaald punt van
de twee jonge stappers voor ons, houdt de voorhoede halt en zoekt naar het roodwit.
Een paal ligt enkele meters verder op de grond met het GR5 teken. Na discussie
over richting, het boekje en de GPS kiezen we een pad. De markeringen zijn hier
slecht.
De 8 stijgen in ganzenpas door de koude wind tot aan
de col de la Vallée Etroite op 2434m. Het blijft zoeken naar het juiste
traject, maar het lukt. Een warme picknickplaats op 20min stappen weg van het
pad (en nadien nog terug), kan ons niet verleiden. Ergens achter een heuveltje,
uit de wind (zo dachten we) onder lichte regenval, verorberen we onze bokes.
Het weer speelt spelbreker. Het is ijskoud aan vingers en handen. De rest van
onze lichamen is goed gehuld in de plastieken broek, jas, sjaal en muts of kap.
Het wordt een snelle hap en een snelle draf naar beneden richting dartelende
koeien om warm te krijgen. Tussen klingelende en grazende koeien met koeherder
en herdershonden, stappen we over het smalle niet altijd gemakkelijke pad. Bezaaid
met losse stenen en diepe groeven in de modder, kronkelt de GR5 door het mooie
en idyllische landschap. Een prachtige streek, maar jammer van het weer. Toch
genieten we ervan!
Beneden gekomen, steken we een riviertje over. Het pad slingert verder tussen
twee bergketens. Eindelijk piept de zon over het glooiend graslandschap. Vlinders
en andere insecten worden wakker. Het zachte gras lonkt en we stoppen voor de
uitgestelde siësta. Terwijl Erik bloempjes en bijtjes kiekt, vangt de rest
een klein uiltje. Het is er heerlijk stil op het geroep van marmotjes na. Het
ruisen van het beekje, de wind door de bomen, de warmte van de zon op ons gezicht
meer moet dat niet zijn.
Nog een uurtje te gaan en dan bereiken we ons einddoel van vandaag. Om 15u volgen
we verder het mooie pad. Het wordt drukker, wat verklaard wordt door het wandelpad
naar le lac vert dat ons pad lager kruist. Onze Refuge 'les 3 Alpin' ligt op
1800m op het einde van een piepklein gehucht. Hij maakt deel uit van les refuges
de la Vallée Etroite en ligt op Italiaanse bodem. Na Duitsland, een andere
buitenlandse korte excursie op niet Franse bodem. Onze schoenen moeten we ruilen
voor binnenklompen. De herberg is een echte bergkroeg, alles in hout, lage plafonds
en jonge obers die enkel Italiaans spreken. We krijgen twee piepkleine slaapvertrekken
met 2 of 3 stapelbedden. Het zou een kajuit van een schip kunnen zijn waarin
we mogen slapen. Eén lavabo met WC en een douche beneden. Het is aanschuiven.
Het biertje Alpes la Tourmente au Génépi,
omschreven als 'le subtil marriage de la bière et du Génépi,
smaakt. Het onderwerp : 'eten we vanavond 'tripes of endouillettes'?', kan de
pret niet bederven. Scrabble of lezen en wachten op het avondmaal.
MP mag eindelijk ook mee aan tafel en op de foto. Heidi zal me volgende dag
meenemen.
De Italiaanse bergkost vult de maag. Voorgerecht is een hapje met kaas en sausje
van honing, noten en mosterd; klein stukje pizza en nog een stuk brood met macedoine.
Popcorn wordt tussenin ook nog op tafel gezet. Dan komt een stuk lekkere lasagne,
gevolgd door polenta met stoofvlees, worstjes en tomatensaus. We krijgen nog
sla met kaasstukjes en vinaigrette en tot slot voor de hongerige onder ons:
flan caramel. Gespoeld met 2,5 liter rode wijn en 3 karaffen water, kunnen ze
ons naar boven rollen. De Italiaanse obers en jonge gasten intrigeren ons. Niet
alleen wegens de mooie ogen, maar het samengesteld gezelschap is eigenaardig.
Vakantiejob of gemeenschapsdienst, we weten het niet goed.
We houden het nog vol tot 21u30, maar dan mogen we eindelijk slapen. Gekraak,
gekuch, gesnurk, gewriemel
het wordt een lange nacht.
Dag 3: Vallé Etroite tot Plampinet (1482m)
Vanaf 6 u is het volop gestommel rondom in de kamers.
Om 9u vertrekken we. De zon schijnt volop, tijd voor zonnecrème en blote
benen. Het pad stijgt langzaam door het bos langs de kam. In stilte vordert
de MPNIce groep. Op een plat stuk grasland houden we kort halt voor het verzorgen
van voeten, een plasje en een gsm check. Hier is wel terug bereik.
Het GR pad voert ons verder omhoog, zigzaggend en afwisselend door grasvlaktes
en bomen. Aan het meer des Thures nemen we de tijd om te kijken en te genieten
van het zicht. We vorderen tot aan de col des Thures (2194m) en ontmoeten meer
en meer wandelaars. Het is dan ook een prachtig gebied. Verder loopt de GR5
tot aan de Chalets de Thures om dan te dalen tussen bergketens. We zijn nog
op 2000m hoogte. Mark en Erik amuseren zich met het fotograferen van vlinders,
insecten en bloemen. De rest wandelt rustig voort. Een arend (of was het een
andere roofvogel) cirkelt boven onze hoofden. De berglucht inspireert. Een picknick
plaats lonkt ondanks dat het nog maar 11u30 is. We hebben tijd en dus vleien
we ons neer. De Gulia Rosso verleidt om hem te beklimmen. Vele wandelaars doen
het ons voor en we kijken ernaar. Rita, Heidi en Betty kunnen het niet meer
aanzien en besluiten om de klim ook te wagen. Het moet de moeite zijn. Rugzakken
worden achtergelaten. De andere 5 besluiten om langzaam naar het dorp af te
zakken tot Chapelles des Ames. 'La joie de vivre' staat geafficheerd met verwijzing
naar desserts. Ze laten het zich smaken en wachten op de terugkeer van de drie
dappere bergbeklimsters. Deze zijn enthousiast van hun extra klimpartij. Het
zicht op de bergketens rondom was adembenemend.
Mark en Kaat vertrekken na een uur wachten, als voorhoede al naar de eindbestemming.
Het GRpad dat ze volgen blijft echter alsmaar stijgen. Dat klopt niet met de
beschrijving. Een tegenligger vraagt of het Belgische humor is wanneer ze vragen
of Plampinet nog ver is? Ze zijn totaal verkeerd en verwittigen de achterhoede,
die ondertussen ook al de verkeerde GR aan het volgen was. Ze moeten de andere
richting nemen en in de buurt van het riviertje de Clarée blijven.
Rond 18u30 komen we toe in het leuke dorpje Plampinet. In La Cleida, gîte
auberge, vinden we elkaar terug.
We krijgen een slaapkamer met 2 dubbelstapelbedden en een badkamer met douche.
Pelfort als aperitief en om beurten douchen. De werkdag zit er weer op.
Om 19u30 krijgen we in de gezellig ingerichte eetkelder een lekkere maaltijd
geserveerd. Sla met surimi, korstjes en vinaigrette als voorgerecht, gevolgd
door erwtjes, wortelen, rundvlees en brood en verschillende soorten desserts.
Onze ober is efficiënt maar weinig enthousiast. Een job zoals een ander
voor le mari de la patronne die duidelijk hoopt op beter tijden en wellicht
ook op een andere patronne
We moeten weg van de tafel, want men wil het ontbijt al klaarzetten. Dus verkennen
we het dorpje in het donker. Luisteren naar de krekels, bewonderen van de oude
stenen huizen en stilstaan bij de rust van een dorpgemeenschap. Een glaasje
Génepi kan nog worden besteld en dat laten we niet aan ons voorbij gaan!
Dag 4: Plampinet tot Montgenèvre (1849m)
Slapen in 2 dubbelstapelbedden, dat heeft wel iets. Maar
met 8 de nacht doorbrengen dat betekent meer dan een keer gerommel en een deur
die opengaat naar de gang toe.
Het ontbijt smaakt. De picknick wordt ingepakt en om 9u40 vertrekken we. De
zon is weer van de partij, maar Laura is omringd met wolken. Het wordt klimmen
vandaag tot op 2530m eerst tot de col de Dormillouse en dan naar de col de la
Lauze.
Onderweg komen we een troep 70-ers tegen uit Versailles. Zij maken korte tochten
in de buurt. We krijgen bewonderende blikken en aanmoedigingen omwille van de
rugzakken. We voelen ons jong en hopen op hun leeftijd even kwiek de bergen
in te stappen.
Graslandschap tussen de bergketens, stenen hopen en een zonnetje dat wel wil
schijnen, maar nog niet volop mag. Een boom aan de voet van een eroderende bergflank
in een beschut kommetje ligt klaar om op te zitten voor ons middagmaal. Met
zicht op de vallei ontdekken we wat de vrouw des huizes ons heeft meegegeven.
Taboulé, augurken, dikke ham, lekker brood, appels
meer moet dat
niet zijn.
Het is koud op die hoogte. Rita trekt zelfs handschoenen aan.
Tussen de bergen en op stenen kronkelt het GR5 pad verder. Schitterend, maar
gevaarlijk. Heidi valt langs een kant, gelukkig zonder kwetsuur. Het regent
dikke druppels terwijl de zon nog schijnt. De nattigheid blijft beperkt.
Langzaam maar verder vordert de MPNice groep in een lange sliert door het weidse
hoge landschap. Een foto die Danny ons heeft toegestuurd, wordt herkend. Nu
oogt het allemaal groen, toen lag er veel sneeuw. Puffen, zwoegen en toch ook
genieten van de omgeving en de grootsheid. Eindelijk bereiken we de col de Dormillouse
op 2445m. We snuiven de hoogte op. De inspanning is meer dan de moeite. Een
leuk pad met mooie vergezichten verbindt deze col met de volgende. Bloemen kleuren
de omgeving met rood, blauw en wit. Twintig minuten later staan we op de col
de Lauze en nemen een foto die Mark onmiddellijk met de nieuwe media doorstuurt
naar het HOF.
Na stijgen is het terug dalen in oostelijke richting. Het smalle pad glooit
langs de kam en duikt naar het dal (vallon du Clot des Fonds). Marmotjes roepen
en dagen ons uit hen te zoeken. Niet evident is dat. Na de idyllische omgeving,
belanden we in een skioord. In de zomer oogt dat troosteloos en lelijk. Maar
de historische context van het skigebied maakt dat weer goed. Blijkbaar zouden
de legers van Caesar, van Karel de Grote en van Napoleon over deze route getrokken
zijn. Het is gelegen op de grens met Italië. Dit was ook het skigebied
van het Franse leger en het eerste in de Franse Alpen ooit. In 1907 is het eerste
skiconcours hier gehouden.
De GR5 daalt verder langs een breed en terug mooi pad met aan beide zijden bebost
gebied tot hij overgaat in de baan die leidt tot het skidorp Montgenèvre.
We dalen af tussen horden wandelaars die hun skigebied in de zomer komen verkennen.
Hotel Valérie ligt in het centrum aan een mooi pleintje met fontein en
bij de kerk. Er zijn 3 kamers gereserveerd. Ruimte en plaats genoeg voor het
te drogen hangen van was of het laten uitwaaien van bezwete kledij.
Rond 18u trakteert Kaat in café Le Graal op huisgemaakte cocktails of
een coupe 'fruits de bois' voor weer een jaartje wijzer. Slurpend aan het rietje
luisteren we naar muziek uit de jaren 60 en 70. De barkeeper ziet de Belgen
graag komen. Die consumeren goed
vertrouwt hij ons toe.
In het restaurant van het hotel zijn we de enige gasten. De eetruimte met rood
voltapijt, tafels en zware zitstoelen, is dringend aan vernieuwing toe. De gastvrouw
is een vriendelijke dame. Ze klaagt over de koude van de laatste weken. De sneeuw
is tot half mei blijven liggen en in juni viel er nog sneeuw! Afgelopen zondag
daalde het kwik tot 4 graden. Ze verlangt sneeuw tussen december en april, dat
is goed voor de gasten die komen skiën. Nadien wil ze eindelijk terug groen
zien na al dat wit en grijs. Wij staan daar niet bij stil.
Het menu van 16 euro kan ons bekoren. Als voorgerecht is er charcuterie of salade,
vervolgens een stuk zalm of jambon à l'os met aubergines, wortelen en
deegwaren. We sluiten af met dessert naar keuze: fondant taart, croustillon
met chocolade of kaasplank. De rode wijnfles heeft een leuk etiket en bevat
wijn van de hautes Alpes (Le serre cavot of zoiets met een tekening van een
mannelijke gems). Het gesprek gaat over matrassen: dubbel of 2 enkelen, met
of zonder tussenstuk of spleet, hard of zacht, met een put of zonder. De alcohol
zorgt voor woordspelingen en fantasie. We denken terug aan de meest bizarre
slaapplaatsen en belanden bij de Nederlanders met de in-line dancing ergens
in het begin van onze staptocht naar Nice. We genieten die nacht van onze eigen
kamer, met ruimte voor het gerief, een eigen badkamer met WC en het leuke houten
balkon.
Dag 5 (19 augustus 2010): tot Sachas
Kerkklokken, kerkgezang, geklater van fontein en een
schitterende ochtendzon tegen een blauwe hemel, lokken tot opstaan. Rond 8u
genieten we van croissants, broodjes, yoghurt, confituur en kaas. Een dik uur
later verlaten we het stadje. Even zoeken bij het golfterrein, op aangeven in
het verslag van Danny, vinden we het kleine pad met brugje over de Durance.
De GR5 volgt nu een leuk wegeltje langs het water. Paarse, gele en witte bloemen
omzomen het pad en verdrijven de grijze tinten van het asfalt van daarnet. Het
pad slingert door het bos soms omhoog, soms omlaag en wordt uiteindelijk breder
en steviger.
Discussie over de woorden in het boekje: 'en axes'. Dezelfde richting lopen
als waaruit je komt. Rita blijkt de term te kennen van de voetbal en bootst
de trainers na (= roepen en zwaaien met de armen in de gevraagde richting).
Het is vandaag een rustige stapdag. We nemen onze tijd. Keuvelend vordert het
achttal langs het roodwit.
Op een smal pad ligt een dood beestje met spits snuit, wollige pels beige en
zwart en een leuk pluimstaartje: een eikelmuis of zevenslaper. Het diertje wordt
liefdevol op de berm gelegd in de zon zodat de fotografen hun gang kunnen gaan.
De zeven maanden slaap die het normaal nodig heeft, zijn geruild voor de eeuwige
slaap.
We dalen verder richting Briançon. Geluiden van menselijke activiteiten
en stromend water van de groter geworden Durance. Erik haalt herinneringen op
van zijn raft- en kajakvakanties.
Het pad ligt blijkbaar in een geklasseerd park, ter herdenking van soldaten
die er gesneuveld zijn tijdens WO II. Een stenen en mooi geplaveide brug over
de Durance, gebouwd in 1734 door Marchal d'Asfeld, verbindt het park met het
oude gedeelte van het omwalde stadje. Briançon is zeer toeristisch. We
dwalen wat rond in de straatjes en langs leuke pleintjes, fonteintjes, winkels
met oorbellen en andere sieraden, een zonnewijzer en menukaarten. Het is kijken
en bekeken worden. Zware stapschoenen, rugzakken en tikkende stokken vloeken
met de massa licht geklede winkelende toeristen.
We keren terug naar de eerste eettent met menukaart 'assiette randoneurs' en
het merkteken van de Guide des Routard van 1993 tot 2009. Het terras buiten
wordt ingepalmd en het speciale interieur met oude meubelen van een schooltje,
sledes omgevormd tot stoel en tafels worden gemonsterd.
Acht slaatjes au mélezin (toast met geitenkaas, sla, tomaten, spekjes
en eitjes
We krijgen een apéro offert par la maison (cassis home
made als dan niet met witte wijn of water). Een koffie om door te spoelen en
we mogen weer de kas spijzen.
Briançon of de omwalde stad verlaten we via de poort 'd'Embrun'. Het
cultureel bezoek brengt variatie in de tocht. Het roodwit wacht ons buiten op
en voert langs oude en versleten wankele trappen in een parkje naar beneden
tot aan de denderende rivier. De Durance is ondertussen gevoed door verschillende
rivieren.
Het is stappen door bewoond gebied, over heet asfalt. Vermoeiend voor onze benen.
Eindelijk stappen we op een smal pad tussen huizen, langs een ingebed kanaaltje.
We zien een elektriciteitscentrale en steken de Cervières brug over.
Helder stromend water flankeert het pad, een bank pronkt met de woorden: 'ceci
nest pas un banc', tot we over het riviertje de Cerveyerette stappen. Plaatselijke
bewoners genieten van hun picknick en zwaaien ons goede moed toe.
De GR5 volgt een breed stijgend pad rond een private berg, eerst in de richting
die we niet uit moeten, maar dan zuidwestelijk zoals het hoort. We hadden niet
meer gerekend op een klimpartij. Dat valt tegen en we puffen onder de namiddagzon.
We bereiken het dorp Sachas, maar slapen buiten GR in Villard-Saint-Pancrace.
Rond 16u45 bereiken we de gîte 'Le bois de Barracan'. Geen gérante
te zien en de deuren zijn gesloten. Een sanitair moment zit er niet direct in;
een andere reiziger wacht geduldig. We palmen zetels en stoelen in, verluchten
de voeten, genieten van de zon en van het zicht op de bergen.
Een auto met koppel krijgt 16 paar hunkerde ogen op zich gericht; maar het blijken
gasten te zijn. Ze vertrouwen ons toe dat de dame des huizes het niet zo nauw
neemt, maar wel zal komen. Dit kan de eenzame stikker van de guide de Routard
van 1993 verklaren.
Na een uur wachten, worden we ongeduldig. Om 18u15 kunnen we ons eindelijk installeren
en verfrissen.
De koude pinten 1664 en de avondzon, bladeren in boeken en encyclopedieën
., het wachten is snel vergeten.
Aan tafel om 19u30 voor een slaatje met linzen, worst in vettige saus met rijst,
een kaasplank, dessert met vanillesaus of tarte aux mirtilles. Een jong koppel
eet met ons mee en vertelt over hun geplande tocht. De jongeling uit Ghana (?)
met de gerante/oudere dame verleiden tot speculaties en fantasie. Het personeel
geniet van haar avond, het gaat er bijzonder vrolijk aan toe in de keuken.
Aan de Génepi 'home made' kunnen we niet weerstaan: alcohol + suiker
+ 40 bloemtakjes Génepi voor 1 liter likeur. Ze toont ons de bloempjes
die ze boven de 2000m plukt ( als ze niet in Ghana gaat plukken
).
Om 22u30 wordt het rustig in onze slaapzaal .
Dag 6: (20/08) tot La Chalp (1680m)
De 'météo' France klopt: mist en regen!
Dat is dan toch 1 zekerheid. We vertrekken best niet te vroeg. Het jonge koppel
schuift mee aan de ontbijttafel. Ze maken een driedaagse tocht en zullen de
col Izidore beklimmen.
Betty krijgt compeed en mefix op haar sleutelbeenbultjes zorgvuldig aangebracht
door Rita en Heidi. Dat voelt beter wanneer ze haar rugzak aansnoert.
10u45: in regentenue, dat wil zeggen met capes allerhande, vertrekt het MP team,
nagewuifd door la patrone.
We zien een straat verder haar hond met een vers homp brood uit een huis lopen.
Geleend allicht
.
De bergen liggen gehuld in slierten mist, een bizar gevoel en zicht.
Op weg naar boven komt een herdershond ons kwispelend tegemoet. Hij zal ons
nog een zeer lange tijd volgen en gezelschap houden. Hij gidst ons naar en over
het GR5 pad.
De regen houdt het gelukkig bescheiden, de temperatuur is ideaal. Al zweten
we door de regenkledij die te weinig ventilatie toelaat.
Het breed stenen pad stijgt zuidelijk door het bos du Villard. De bergwanden
liggen bezaaid met stenen, vastgehouden door naaldbomen en ander groen.
Na enkele uren volgt de GR5 verder de asfaltbaan, wat gemakkelijker stapt, maar
meer vraagt van gewrichten en voetzolen. Langs de rechteroever van de Torrent
stijgt het pad verder. Paarden staren ons na, een ezel graast onverstoorbaar
verder. Op schema bereiken we de kapel St-Elisabeth (1711m). Betty moet willens
nillens poseren voor haar patroonheilige.
We passeren idyllische huisjes met oude stenen daken en balkonnetjes. Van hieraf
start de echte beklimming van vandaag. Langs een smal kronkelend pad tussen
struiken en bomen stappen we voet na voet hoger en hoger. De Torrent horen we
stromen. Puffend hijsen we ons naar de col des Ayes die op 2477m hoogte op ons
wacht.
De energie daalt, het is tijd voor 'le casse croute'.
Aan een open plek bij de rivier in het bergbos vleien we ons neer bij een waterzonnetje.
De 'panier du repas' wordt enthousiast bestudeerd: potje met taboulé,
gekookt eitje, groot stuk Frans brood met hesp en kaas, een appel en een cake.
Honger zullen we niet lijden! Het is genieten, zowel van het landschap als van
het eten. Onze huishond voor 1 dag wacht geduldig. Hij bedelt niet, maar toont
wel bijzondere interesse.
Een familie met 3 jonge kinderen en een labrador trekt zijn aandacht. Hij blijft
echter trouw bij onze groep wachten.
Na drie kwartier zijn we voldaan, opgedroogd en terug afgekoeld. Tijd voor het
verdere werk.
13u30: in ganzenpas tussen bomen, over gras en stenen, kronkelen naast de denderende
torrent des Ayes. Het pad komt uit op een bredere weg en slingert verder omhoog
tot aan de chalets des Ayes op 1711m. Marmotjes roepen hoog en herhaaldelijk:
mensen en hond in zicht! Gevaar! Deze keer zien we ze ook. Onze hond stuift
ernaar toe, maar komt altijd te laat. Het opgejaagde marmotje duikt tijdig de
grond in. Het boek dat we de vorige avond konden inzien, leert dat marmotjes
6 maanden slapen en vanaf half april ontwaken. Tijdens de wakkere maanden moeten
ze zich vet eten om de winter te doorstaan.
De bergtop lonkt in de verte. We vorderen stap na stap.
De omgeving is weids en machtig. Wolken omhullen de toppen, maar tonen regelmatig
een glimp. We zien verrassende vergezichten met een onvoorspelbaar wolkenspel.
Een troep jonge randonneurs haalt ons in en steekt ons boven op de col des Ayes
(2477m) voorbij. Onze hond aarzelt, maar kiest vervolgens voor het jonge volk
en loopt voor hen uit zigzaggend de berg af.
We volgen hen op een minder snel tempo. Halfweg de berg houden we halt om te
kijken, te fotograferen, een snakje te eten en vooral om de regenkledij uit
te spelen. Ik, MPII, mag mee kijken en op de foto. Ik beland dan in het bengelende
zakje met de stapkaarten bij Erik.
Het pad slingert verder naar beneden over riviertjes. Nadien wordt het een breed
zigzaggend pad langs een machtige stenen massa. Zo bereiken we de ingang van
een Via Ferrata, een pretpark voor klimfanaten zonder hoogtevrees. Die laten
we aan ons voorbij gaan en dalen verder richting slaapstede. Het pad kronkelt
nog even op grond en stenen naast de baan om dan resoluut voor het asfalt te
kiezen.
Rond 17u bereiken we het hotel la borne ensoleillée in La Chalp op 1685m.
Schoenen en stokken in het kot, dan per vier op een kamer op de 2° verdieping.
Een frisse pint, La Tourmente Génepi, een warme douche en voor sommigen
zelfs een plons in het zwembad, meer moet dat niet zijn.
Om 19u30 zitten we klaar voor het avondeten (Charcuterie
schotel met paté, sla en augurk, kabeljauwstuk met roomsausje en rijstmengsel,
kaas, appeltaart of frangipane en rode wijn).
Bij een infusion met verse kruiden waaronder Verveine (ijzerkruid) en zoethout,
halen we vakantieherinneringen boven.
22u: tijd voor ons bed: benen strekken en energie opdoen voor de volgende dag.
Muziek van een discotheek wordt gedempt door luiken en oorstopjes.
Dag 7: tot Ceillac (1639m)
Om 7u wekt de gsm. Een half uur later eten we een heerlijk
ontbijt met kaas, hesp en warme broodjes. Meer dan het confituur-met-brood-ontbijt
van de Fransen.
Pas om 8u50 stappen we het dorp uit langs een smal en stijgend pad in oostelijke
richting. De zon staat pal voor ons.
Bij het intreden van het gehucht les Maisons (1693m) doet Betty een pijnlijke
knieval. Ze was verstrooid door een groep mensen die de koeien aan het monsteren
waren. Het blijkt gelukkig geen inwendige kneuzing; een blauwe plek en schaafwonde
moet ze wel doorstaan.
De GR5 is hier niet goed aangeduid. We twijfelen en volgen de pijl naar de lac
de Roue. Gezwind stappen we langs leuke oude huisjes en een torentje met een
klok, de natuur in op het gevoel van Erik. Het roodwit geeft niet thuis. Maar
de gps duidt aan dat de GR5 in de buurt ligt en we in de goede richting lopen.
We vertrouwen de nieuwe gps-gids, doch vinden de GR5 niet direct terug. Klimmen
in plaats van te dalen? Maar we vinden onze weg.
Het meer (lac de Roue op 1854m) blijkt een idyllische
plek en geschikt voor camping. Een reiger staat rustig aan de oever en laat
zich gewillig fotograferen. Het GR5-pad kronkelt tussen naaldbomen over zachte
ondergrond omhoog om dan weer flink te dalen, zigzaggend over steengruis tot
op 1350m aan de Château Queras. Geen culturele uitstap vandaag. We hebben
7u35 staptijd volgens het boekje voor de boeg, alsook een klim van 1000 meter!
Aan een waterfontein in het dorpje worden de kruiken bijgevuld. Nog dalen tot
aan de brug en over het kolkende water van de Guil. Kinderen hangen met musketon
over een steile wand boven het water. We kijken ernaar en denken aan de klim
van 3u30 die op ons wacht. Om11u40 vatten we het eerste stuk aan. Zwoegen is
het, want steil en warm. Bomen zorgen gelukkig voor schaduw.
Rond de middag vindt Mark een plekje om te picknicken aan het water (le torrent
de Bramousse). Het geluid van stromend water en de frisheid geven nieuwe kracht.
Zeker nadat we de zoveelste taboulé hebben binnengespeeld en het brood
met kaas of hesp. Ik krijg een bad en mijn billen worden nat. Erik amuseert
zich met het nemen van foto's.
Om 12u50 duwen we ons verder naar boven. De kuiten gespannen en het verstand
op nul.
Het pad wordt breder. Wanneer je denkt dat het gemakkelijk stappen wordt, leidt
het roodwit ons weg van de weg. Het kiest voor een smal en steiler voetwegje.
Voetje na voetje volgen we het zacht stijgend eenpersoonspad. Het is mooi en
stil, maar we zwoegen en genieten masochistisch. Een korte pauze geeft een nieuwe
adem. Tussen de bergen en grasvlakten kronkelt de GR5 zich een weg naar boven.
Op een afstand volgt het riviertje le torrent Bramousse. De stappers vormen
een sliert volgens eigen ritme, maar ze komen ook regelmatig terug samen. In
stilte vorderen we en luisteren naar het geroep van een marmotje of van een
roofvogel.
Het jonge troepje van de vorige dag ontmoeten we op verschillende momenten en
plaatsen. Ook zij zien af.
Op 2125m hoogte verzamelen we. Koeien grazen en die trekken vliegen aan. Ieder
van ons wordt snel omzwermd door een wolk vliegen. Lang rusten zit er niet in
en dus vertrekken we richting col de Fromage, omhoog over het smalle en mooie
pad. We bevinden ons in een kom omringd door bergen, rotsen, stenen en bomen.
Het is drukker bewandeld op deze plek (col des prés-de-Fromage), het
is dan ook de moeite. Machtige gesteenten gapen onder ons. Het indrukwekkende
schouwspel is menige foto waard. Het roodwit brengt ons verder en trakteert
op prachtige vergezichten op de bergketens, met soms aanzetten tot hoogtevreestoestanden.
Om 16u bereiken we de col de Fromage (2366m). Tijd voor het vieruurtje. We kijken
naar parapents die hoog in de lucht hangen. Eentje waagt zich bijzonder hoog.
Een arend komt hem bekijken. Icarus verdwijnt in de verte tussen de wolken.
Bevroren? Geraakt hij terug beneden? We zullen het nooit weten.
Na een half uur zijn we terug klaar voor de afdaling langs een zigzaggend met
stenen bezaaid pad. Hoe kan het anders? Met extra concentratie, het zorgvuldig
plaatsen van voeten en stok, en het goed doorzakken in de knieën, geraken
we alle 8 zonder kleurscheuren beneden in het gehuchtje Villard. In de verte
wacht onze slaapplaats Ceillac. Dank zij de aanwijzingen van Danny zijn we alert
om een groot kruis te vinden langs de weg. Daar verlaat de GR5 het brede pad
en brengt ons tegen 18u in het gezellige en toeristische dorp.
Onze slaapplaats, de gîte Les Baladins, zit vol. Hier is het vollen bak,
de keet is bezet zoals in het hoogseizoen hoort. We krijgen een grote kamer
voor ons allen met een douche en WC. Aanschuiven dus en om de beurt het zout
en zweet van ons lijf wassen.
Om 19u15 wordt er gegeten met alle gasten samen: soep,
deegwaar met stoofvlees, saus en dessert.
Het is mooi weer buiten. De drie mannen en Kaat doen nog een avondwandeling
in het dorp. Ze geraken verzeild in een stoet met kinderen die zelfgemaakte
lampionen dragen ter ere van de patroonheilige St Bartholomé. Een bandje
met vijf man (banjo, bombardon, klarinet, trompet en draagbaar drumstelletje)
en voorafgegaan door een zelfvoldane burgemeester vrolijkt het geheel op. Het
is bijna volle maan. En dan is er vuurwerk. Vogels en mensen schrikken zich
rot van de weergalmende knallen. De wauws en oohs klinken volop. Alleen Betty
schijnt niets gehoord te hebben van deze artillerie. Oordopjes en slaappil doen
hun werk.
Om 23u30 is het stil.
DAG 8: (22/08) tot buurt Maljasset - detour refuge
Beweging en lawaai, evaluatie van de nacht, kortom tijd
om op te staan.
Rond 8u zitten we aan het ontbijt en een uurtje later kopen we brood, toespijs,
tomaten en fruit voor de picknick. Martine koopt er nieuwe stapschoenen, Mark
een nieuwe pet en een nieuwe stafkaart voor ons allen.
Rond 10u zijn we op weg en zoeken we aan het kerkje van Ceillac het roodwit.
De GR kiest vrijwel onmiddellijk voor de asfaltbaan. We stappen flink door om
de warmte te ontlopen en van de baan af te geraken. Aan een skilift kiest ons
wandelpad een brugje over het water en dan de bergen in. Het is nog even zoeken
naar de juiste richting, maar dan kruipen we resoluut de hoogte in. Een wegwijzer
geeft aan dat het 2u klimmen is tot aan de lac miroir (2287m) en 4u30 tot de
col Girardin (2700m). We zijn er helemaal klaar voor. Het eenpersoons breed
GR5-pad slingert omhoog de bergen in. Bomen zorgen gelukkig voor de nodige schaduw,
want het is heet. Ieder stapt op eigen tempo en sleurt zichzelf met vaste tred
naar boven. Druppels zweet vallen of rollen over het hete lijf. Het pad volgt
de wilde naar beneden stortend riviertje, le Pisse. Het noemt hier niet voor
niets la cascade de la Pisse. We stijgen een 400m en komen tot boven de 2000m.
En toch staan hier nog bomen
Onderweg kruisen we een mountainbiker en
2 kamikaze joggers die naar beneden rennen. Zot zijn doet geen zeer, zeggen
ze.
Boven op een open en platter stukje steken we de Pisse over. Na 1u30 zien we
de lac miroir blinken in een prachtige omgeving. Ideaal als eetplaats. Overal
zitten groepjes te snoepen en te genieten van het uitzicht. Het lawaai van stemmen
draagt goed over het water. We moeten moeite doen om de gesprekken niet te volgen.
Het eten smaakt na de zware inspanning;
Een ouder koppel, dat we onderweg voorbij staken, vervoegt ons. Ze genieten
van het resultaat van hun inspanning. Mark vraagt hoe oud ze zijn: 80 jaar.
De man van het ouderlingenpaar is er duidelijk fier op en geeft ons het advies
om te blijven stappen. Dat houdt een mens gezond. We onthouden zeker deze raad!
Vol moed vertrekken we voor de nieuwe klim tot 2700m. Het pad kronkelt en kiest
dan een bredere weg over een skipiste. Het stijgt er flink. Al puffend geraken
we boven. Het zicht is adembenemend. Daarvoor doen we het: zweten, afzien en
dan de beloning van de omgeving. Fantastisch! We zijn boven de boomgrens.
Verder trekt de groep naar de lac St Anne. Een kapel met oude krukken hangend
aan de muur, domineert de omgeving. Blijkbaar zijn hier wonderen gebeurd.
Het meer kleurt diep blauw zoals de coctail Blue Lagoon die we enkele dagen
eerder dronken. Subliem, en dat vinden wij niet alleen. Er loopt hier veel volk
op en af.
Het water lonkt
Eerst enkel handen en voeten nat maken. Erik kan zich
niet houden en gaat in het blauwe water. Martine volgt, nadien Mark. Het water
is een klein worstje koud. Chris kan niet onderdoen voor zijn broer en laat
zich eveneens afkoelen in het ijskoude bergmeer. Na lang twijfelen, dompelt
Heidi zich onder. Heerlijk, zeggen de ijsberen. Rita, Betty en Kaat houden het
bij pootje baden, genieten van het uitzicht, van te kijken en van de zon.
Een uurtje later (15u15) vertrekt het opgefriste achttal richting het hoogste
punt van deze tocht. Het roodwit volgt eerst een vallei om dan in zigzag de
stenen wand op te klimmen. We zweten opnieuw over het smalle stijgende pad.
Marmotjes zien en horen roepen. Een klein uurtje later bereiken we de top. Machtig
uitzicht over 360 graden. Een hoger liggend topje lonkt. Rita, Martine, Heidi,
Erik en Kaat kruipen zonder rugzak nog enkele meters hoger. Als 'steenminnen'
zitten we op de rots en monsteren de weide omgeving. Erik neemt foto's. Het
hoogste bereikte niveau sinds de start van ons project van Manneke Pis tot Nice!
(2720m)
Na klimmen, natuurlijk dalen. Het smalle pad duikt naar
beneden, af en toe erg steil en niet te gemakkelijk. Maar ook over grasland
en langzaamaan. Iemand heeft een groot bericht (of schunnige tekening) in stenen
gelegd voor een zekere Caroline.
We vervolgen het pad naar beneden tot een nieuw open plek waar een gems staat
te grazen. We lopen tegen de wind, dus hoort of ruikt ze ons niet. Een klein
huisje of stal staat idyllisch in de buurt. Marmotjes zonnen en eten verder
zonder opgeschrikt te zijn. Ze laten zich gemakkelijk benaderen, net zoals Danny
het in zijn verslag beschreef. Na vele foto's en om een andere groep stappers
voor te blijven, zakken we verder richting ons einddoel. Machtig blijft de omgeving
tussen de bergen, met rotsen, groen en stenen bezaaid.
Aan de jonction Maljasset verlaten we de GR5. Van hieruit
gezien, oogt de GR5 steil en vervaarlijk. Onze omweg naar de slaapplaats is
echter ook niet van de poes. Een stevige en steile gladde afdaling over losse
stenen en vrij smal. 'Peentjes' zweten we. Maar, iedereen daalt prima, al is
het voor de ene al pijnlijker dan voor de andere. De knieën worden op de
proef gesteld.
Maljasset (1904m) is een lieflijk gehucht met slechts enkele huizen. De eerste
gîte die we tegenkomen, is onze slaapstede. Ze is goed bevolkt. Twee honden,
waarvan één blind door een ongeval, verwelkomen ons thuis. Het
biertje 'Tourmente Génepi' beloont onze stapdag.
Om 19u stipt moeten we aan tafel. Het is dus reppen om te douchen en het bedje
in de slaapzaal te spreiden. Een koppel heeft er zich al genesteld in een groot
houten dubbel bed. Een ander bed staat er tegenaan en is bestemd voor Mark en
Kaat. De overige stapelbedden staan raar naast en tegenover elkaar. Op de mezzanine
liggen nog andere stappers. De trap is steil en moet behoedzaam worden betreden.
Het eten wordt geserveerd in een oude kelderruimte met dikke muren en gewelven.
Kitch hangt aan de muren. De soep en een ovenschotel met groenten, kaas en worstjes
smaken. Pudding met bosbessen sluit het geheel waardig af. De wijn en het water
spoelen de droge kelen.
Om 20u vliegen we van tafel. Te vroeg voor de bedjes, al blijkt dit wel de gewoonte
bij de andere gasten.
Een avondwandeling dan maar door het kleine dorp, richting kerk die eenzaam
maar mooi verlicht buiten het centrum ligt. Familieleden André krijgen
hier hun laatste rustplaats. De avond valt de bijna volle maan komt op. Keuvelen
en slenteren om de avond te vullen.
Om 21u30 kruipen we in de slaaplakens. En dan is het wachten tot de slaap komt
of tot het terug ochtend wordt.
Dag 9 (23/08): tot Fouillouse (1907m)
Al voor 6u45 is er beweging en lawaai van geritsel en
zakjes. Het is reppen om het ontbijt van 7u te halen. De gasten zitten allen
al aan tafel.
Gerard, de uitbater, komt langs en brengt onze picknick. Het zal goed weer blijven
vandaag, verzekert hij ons. Even nadien laat hij een plateau vol tassen en glazen
vallen in de keuken. Bordelle! Gisteren liet hij ook al een glas sneuvelen.
Erik doopt hem Gérard Porselein.
We zijn niet gehaast, maar de anderen wel. Op het gemak pakken we alles in en
treuzelen op het terras. Maar dit zint de gastheer niet. Vriendelijk doch duidelijk
wenst hij ons tot tweemaal toe een prettige dag. Weg moeten we!
Om 8u15 vertrekken we dan maar voor de kortste stapdag van deze reeks, nl. 3u45.
Ik mag bij Erik blijven zitten. We laten onze gedachten glijden over hoe moeilijk
het moet zijn als een dierbare zomaar verdwijnt. Gisteren zagen we affiches
van een zekere Jean die al een jaar verdwenen is. Na een wandeling is hij nooit
teruggekeerd of teruggevonden. Gérard vertelde ons dat een paar jaar
geleden de resten van een vrouw die 50 jaar vermist was, zijn teruggevonden.
Op slechts enkele meters afstand van de GR5. Toen een vrouw was gaan plassen
achter een steen, vond ze het skelet. De vrouwen zullen beter uitkijken bij
elke zoektocht naar een sanitair plekje onderweg.
De aansluiting met de GR5 wordt snel gevonden. Het roodwit
volgt de enige berijdbare baan in het dal, naast de Ubaye rivier. Deze heeft
een brede bedding, waar nu weinig water stroomt.
We wandelen door het dorpje La Barge (1877m) en keuren de dikke muren, de verweerde
houten poorten, met precisie passende luikjes, de dikke leien op elkaar gestapeld
als dakbedekking. De zon schijnt, maar bereikt het dal nog niet. Het is nog
maar 12° leest Erik ergens af van een thermometer.
De tocht vordert langs de asfaltweg (D25). Vijf vrouwen lopen in gelijke cadans
vooraan op één rij, af en toe verstoord door een wagen die moet
worden doorgelaten. Het gemak van de wandeling op asfalt zonder je te moeten
concentreren op de grond voor je voegen, weegt niet op tegen de drukte van voorbijrijdende
wagens. We verkiezen een pad door bos of langs water ver weg van het autoverkeer,
op zachtere of zelfs ongelijke ondergrond. Maar we waren gewaarschuwd dat het
een lang stuk asfalt zou worden. Na 1,5 uur verlaat de GR5 even het asfalt richting
Ubaye. Een grasplek en zon en veel te veel tijd. Wat doe je dan? Juist, zitten,
snoepen, kijken of dutten tijdens het 10-uurtje. Rotsformaties krijgen gezichten
of een Kingkong vorm. Maar van rusten word je moe. Terug op stap dus langs de
weg. We komen aan een prachtige brug die twee bergen aan elkaar rijgt. De diepte
lonkt. Even nog langs de weg en dan mogen we eindelijk het bos in over een zacht
stijgend natuurlijk bospad. De klok klingelt 12 keer. Na 10 minuten nodigt een
weide ons uit tot de lunch 'sur l'herbe'. Het voedselpakket of 'panier repas'
wordt bestudeerd: broodje met salami, tomaat en augurk, een potje appelmoes,
appelsap, gedroogde schijfjes appel of banaan, een cakeje en een koekje. In
orde, vinden we.
Tijd zat dus en ons lichaam verdient rust. We vleien ons in het gras, slagen
de vervelende vliegen weg, turen naar de rotswanden en bergen voor ons en soezen
weg onder het gezoem van insecten en het gefladder van vlinders. Erik sluipt
van bloem tot bloem om een insect of vlinder in de beste positie en scherpte
te kunnen vatten. Is het de Luzernevlinder die 5000 km aflegt, de Appollovlinder
met wit en gevlekt met rode punten aan de staart, het blauwtje, de kolibri-vlinder
of is het de glaspijlvlinder ..? En er fladderen nog zoveel andere soorten wiens
namen we niet kennen.
Na een uur kriebelt het om ons einddoel te bereiken. Rugzakken worden dichtgeritst
en aangesnoerd. Zonder zweten zal het niet lukken om de resterende 250m te stijgen.
De zon verwarmt, de schaduw van de bomen koelt ons gelukkig af. Het roodwit
loopt langs een leuk paadje met bloemenvelden en vlinders.
Na minder dan een uur zitten we op het terras van onze gîte (14u20): Refuge
les Granges te Fouillouse op 1907m hoogte. De parasolletjes langs het huis en
de halve stenen potten aan de muur, het is er gezellig. Tijd voor koffie, nog
te vroeg voor de apero.
Een dortoir met 5 stapelbedden is voor ons. Het sanitair met 3 douches is comfortabel
en heel proper. Wassen van het vege lijf en bezwete kleren. Een wasdraad met
spelden in zon en wind zet aan tot huishoudelijk werk. Lezen en rusten op ons
privé terras en tevens dienstdoende nooduitgang. De Service Secours heeft
onze kamer, dat is eens iets anders dan Narcis of Génepi.
Gsm werkt op een kleine kilometer verder de berg op. Het thuisfront wordt gecontacteerd.
Drie hangen elk aan zijn/haar gsm en turen naar de bergen. Alles oké,
ook met ons.
Het is wachten tot we aan het aperitief en het avondmaal mogen beginnen
Genieten van het uitzicht, lezen in de plaatselijke lectuur of wandelen tot
aan het riviertje beneden en maar hopen dat de onweerswolken achter en boven
de bergen blijven hangen.
Om 19u stipt zitten we aan de ovalen tafel in de gezellige
eetruimte. De jonge ober bedient ons efficiënt en vriendelijk. De rode
wijn smaakt zuur. De soep bijgekruid met peper en zout gaat goed binnen. Voor
elk is er een dikke kippenbil, met ratatouille van zuiderse groenten en brood.
Dat smaakt voortreffelijk. Een kaasschotel en appeltaart erbovenop. Ze kunnen
ons weer rollen.
Thee op het terras en likeur van Génepi om de heerlijke dag af te sluiten.
Evaluatie van voorbije tochten, over mobilhome nachten en andere slaapgelegenheden.
Levenswijsheden worden uitgewisseld en confidenties toevertrouwd. De maan beloert
ons en verstopt ze zich af en toe achter wolken. Nog een korte avondwandeling
om het eten te doen zakken. Lezen in bed en de slaap zoeken, al dan niet met
hulp van de farmaceutische industrie.
Dag 10 (24/08): tot Larche (1670m)
Om 7u15 gerommel en beweging. Zonder wekker en afspraak
geraken we rond 8u aan het ontbijt. Weer slechts 1 grote tas voor cornflakes,
koffie of thee, een mes en een servetje. Hoe ontbijten die Fransen? Dat vragen
we ons elke ochtend af.
Het weer wordt omschreven als 'mitigé'. Acht broodjes worden geleverd,
de rekening betaald en we stappen op naar het Zuiden.
Betty haar nieuwe rugzak wordt onder handen genomen, want hangt raar en haar
rug is gekwetst. Niet normaal.
Terwijl we het uitzoeken, spreekt een oudere man Mark aan. We klinken zoals
hij het zich herinnert als vijfjarige. Zijn vader was een Vlaming en tijdens
de wereldoorlog zijn ze gevlucht naar de Alpen. Zijn liefde voor de bergen is
sindsdien blijven bestaan. Hij komt ieder jaar hier wandelen en is nu 75 jaar.
Hij vertelt nog dat de afdaling in Larche 'chiant is.
De GR5 loopt hier samen met de GR56. Het roodwit kiest voor een zachte klim
langs de rechteroever van de riou de Fouillouse richting het Zuid-Oosten. Het
is een heerlijk weertje. Als dat 'mitigé' is, dan zijn we gelukkige mensen.
Mooie omgeving tussen de bergen, ver van de bewoonde wereld. Ooit was het bewoond,
hier en daar zien we ruïnes. Het pad is smal en te mooi om te beschrijven.
Over en langs riviertjes geraken we tot 2200m. Een schapenkudde in de verte
graast onder het oog van de herder en zijn honden. En dan is het zwoegen tot
aan de col du Vallonnet op 2524m. Koude wind onder een flauw zonnetje zorgt
dat we er niet lang blijven rondhangen. We stappen verder naar de volgende col,
maar moeten daarvoor eerst terug dalen. In een kom groeit vers gras en staat
helder water. Marmotjes leven er in alle vrijheid. Een moedermarmot wil onze
aandacht afleiden van haar spelende kroost. Maar de kleintjes kennen geen gevaar
en blijven nieuwsgierig rondhangen. Ze spelen rustig verder onder acht paar
ogen en drie lenzen. Een intiem en vredig moment.
De nieuwsgierigheid lonkt en we vorderen door het adembenemende landschap op
meer dan 2300m hoogte. Grasland, bezaaid met stenen, middenin bergwanden. We
passeren het uitgedroogde lac du Vallonet inférieur. Marmotjes blijven
onverstoorbaar roepen, rennen, spelen of zich dikvreten. Andere wandelpaden
met wandelaars kruisen ons GR pad. De zon komt even kijken en verwarmt.
Een natuurlijke glooiing wordt onze eetzaal tussen de schapendrollen. De droge
sandwich van de gîte smaakt beter wanneer we tomaatjes en augurken erbij
fantaseren. Toch genieten we van de omgeving.
Vandaag zouden we marathonlopers kunnen zien die de Ultra Marathon of la grande
traversée des Alpes" aflopen. Maar de uitbater van de laatste slaapplaats
heeft hierover niets verteld.
Plots duikt een pezige sportieve jongeling in fel oranje plunje met 2 stokken
op. Half lopend groet hij ons. De toon van de marathon is gezet. Even later
passeert een tweede loper die uitbundiger wordt aangemoedigd, want nu zijn we
voorbereid. We rijgen onze rugzakken weer aan om onze tocht verder te stappen.
In de verte zien we lopende figuren. We roepen bravo en laten hen met plezier
passeren. De bergflank wordt geplaagd door een ijskoude wind. Geïnspireerd
door de lopers voor en achter ons, stappen we flink verder, al dan niet geduwd
of tegengewerkt door de felle windstoten. Voorbijgangers vertellen dat de eerste
twee maar verkenners zijn. Dat verklaart waarom ze geen nummer dragen.
Het is een leuke sfeer, af en toe opzij gaan voor sportieve mannen en vrouwen,
hen aanmoedigen en vol bewondering achternastaren. De GR5 kiest naar links,
richting onze laatste col van deze stapdagen. Een grote troep schapen komt de
berg af. Twee ezels, honden en een herder begeleiden de troep. Hoeveel schapen
zouden er zijn? Honderden, zegt Erik, na een snelle telling.
Een oud vervallen fort ligt halfweg de klim naar boven en geeft het geheel een
bijzondere sfeer. Op de col de Mallemort (2558m) staat een koppel te roepen
en te fotograferen telkens lopers in zicht komen. Sommigen snijden het GR5 pad
af en klimmen recht naar boven. Een beetje 'trishen' is dat. Hoewel
, stijgen
moet iedereen. Op Marks opmerking hierop, antwoordt één van de
lopers: "Ca fait du bien".
De fotografen blijken Italianen te zijn. Ze vertellen dat deze marathon jaarlijks
wordt georganiseerd en dit sinds 2004. Het is een tocht van 650km. Ze zijn afgelopen
zondag vertrokken en lopen in 14-dagen iedere dag een marathon in de bergen
van Thonnons-les-bains tot in Nice. Volgens de snelheid van de deelnemers, vertrekt
een groep om 7u, 7u30 of 8u. Het doel is dat ze allen ongeveer rond hetzelfde
uur toekomen.
De mannelijke fotograaf praat graag. Hij heeft nog geen Belgen ontmoet in de
Alpen. Hij is een fan van de Franse Alpen die hij mooier en gemakkelijker vindt
dan de Italiaanse kant. Bram wordt aangekondigd. De enige Nederlander van de
60 deelnemers. Hij zou al 4 jaar meedoen, maar slaagt er ieder jaar in verloren
te lopen. Hij krijgt de sympathie van de persfotografen. Ze betreuren het dat
er zo weinig ruchtbaarheid aan wordt gegeven in Frankrijk. Spijtig, want het
is een inspanning om U tegen te zeggen. Zij lopen die smalle en soms gevaarlijke
paadjes. Voor ons is het al niet evident om ze op en af te stappen!
Bram krijgt een Vlaams applaus en aanmoedigingen. Hij is wat verlegen onder
de belangstelling. Hij wijst naar een andere loper die aankomt en boven op adem
komt. Ik ben echt geen held. Om maar te zeggen dat deze jongen één
uur na mij is gestart. Ik loop de bergen af als een oud wijf, vergeleken bij
die man. Hij zegt nog dat België zwaar ondervertegenwoordigd is. Er doen
namelijk geen landgenoten van Karel Lismont mee. Meedoen is belangrijker dan
winnen! En Bram loopt weg naar Larche. We bekijken het allemaal nog even en
feliciteren de lopers die boven geraken. Dan is het aan ons om de col de Mallemort
gedurende 3km af te dalen.
De lopers inspireren en zorgen dat het dalen sneller gaat dan ooit. Voetje voor
voetje, zonder lang stil te blijven staan. Profiteren van de zwaartekracht en
concentreren op evenwicht. Het lukt al aardig met schuifmomenten en zere knieën.
Af en toe zetten we ons aan de kant om een loper aan te moedigen en door te
laten. We zien ook een eerste loopster met een mannelijke medeloper in haar
zog. Ze oogt nog fris en bijzonder opgewekt. Haar speciale schoenen krijgt onze
aandacht. Zij is blij met de aanmoedigingen.
Dalen over steengruis en grasland, langs een riviertje tot waar het in de Ubayette
stort. In Larche zien we de lopers liggen of afkoelen in een waterbassin aan
de gîte d'étape, omgetoverd tot de gîte tour d'Ubaye. Elke
loper wordt bij aankomst door de aanwezige deelnemers uitgebreid toegejuicht.
Supporters van buiten of van het dorp merken we niet. We dachten een aankomst
te zien vol met enthousiaste toeschouwers. Niet dus.
We kiezen voor de auberge even verderop om onze laatste Tourmente te drinken.
Klinken op de goede afloop, snoepen van bier, chips en kaas. Schoenen uit en
genieten van de zon. We hebben de regen niet gemist.
Algemene beoordeling is dat het een goede tocht was, goed gedoseerd, prachtig,
prima weer (niet te warm en net op tijd bewolkt op het moment van één
of andere klim). Dank aan Rita en het Rekenhof voor de puike voorbereiding.
Ik word afgeleverd in de gîte d'étape de
Larche door Heidi en Martine. De slaapvertrekken en het sanitair voor volgend
jaar zijn geïnspecteerd. Ons manneke Pis prijkt aan de toog ergens in de
buurt van spulletje uit Tibet.
Erik regelt onze taxi die ons komt ophalen. Met een goede chauffeur in een comfortabel
busje kronkelen we een uurtje tussen de bergen tot in Montdauphin. Hotel Lacour,
vlak aan het station gelegen - de chauffeur grapjas zegt ons eerst het station
te willen tonen - is prima in orde.
De volgende dag spoort de groep zonder MP terug naar Brussel en omstreken
Op de volgende site vindt Erik informatie over de lopers
http://www.couriretdecouvrir.com/course.php?course_id=20
Résumé de la 10ème étape : de Ceillac à Larche
(38Km et 2300 m D+)
Les galopins du sentiers s'ébrouent à l'aube de la 10ème
étape. Le réveil sonne, il est 5h45 et la caravane s'ébranle.
Le petit-déjeuner est servi à 6h afin que les coureurs puissent
prendre le départ par groupe à 7h, 8h et 8h30.
Aujourd'hui, étape de transition avant de pénétrer dans
les Alpes Maritimes pour les 4 dernières étapes de 50 Kilomètres.
Guillaume Lenormand a raté le strike en remportant à ce jour avec
15 minutes d'avance sa neuvième étape. Seul E. Vaudan l'a privé
de la victoire sur la première étape. Sa gazelle ne fait pas dans
la dentelle et, sauf incident musculaire, devrait remporter cette GTA 2010.
Unis dans la course comme dans la vie, ils représentent une belle image
du trail. Deux nouveaux abandons à ce jour et les dégâts
ne sont pas probablement terminés.
Il est 21h, les galopins du sentiers sont tous au lits. Seuls les 11 membres
du staffs veillent un peu ...